G er h. J. Lu g ar d J r
DE WAAG EN DE DRIE HARINGEN
Zo vaak is reeds de Waag historisch en bouwkundig
beschreven, dat haar geschiedenis hier slechts in
contouren gegeven moge worden
Gebouwd in 1528, laat gothisch, gedeeltelijk met
materiaal, afkomstig van door de Deventernaren
gesloopte Gelderse forten, waarin ook reeds puin
van het slot Nijenbeek zat verwerkt, kreeg ze in
1643 haar renaissance bordes.
Het gebouw diende zowel als hoofdwacht van de
burgervendelen als tot Waag, waartoe de beneden
verdieping bestemd was; Gualtherus Sylvanus be
schrijft het in 1616 als volgt: „een seer schoon en
heerlick gebouw, meer lanc dan breet (de afme
tingen zijn 21 50 m bij 10 m) Dit hues is alsoo
gebout als een insule, dattet rontom vrij is, ende
afgescheyden van andere huysen, hebbende twee
maal twee groote poorten, daer men met waegens
en karren bijlancx die Wage in en uytvaeren kan
Boven die Wage zijn seer schone solders, afgedeelt
in verscheyden gemacken, daer die burgeren haer
hooftwacht holden".
Op de dubbele bestemming van het gebouw wijzen
ook enige weinig opvallende, maar daarom niet
minder merkwaardiger figuren in het fries van het
bordes4 koppen, waarin 2 in 17de eeuws burger
kostuum als kooplui en 2 krijgslieden met helm;
daaronder zijn tropheeen gebeeldhouwd van har
nassen, trommen, „sinckroeren, bussen, hellebaer-
den, swijnsprieten", e.d
Het beeldhouwwerk aan de zijvleugels, waaronder
de bekende Kiek-in-de-pot, (zijn maat, de Kiek-uit-
de-pot is helaas in de oorlog omgekomen) hangt
tennauwste samen met de ontstaansgeschiedenis van
het gebouw, evenals de thans lege consoles, waarop'
ook beelden, en wel spotbeeldjes op de hertog van
Gelre, hebben gestaan, die men echter op last van
42
De Kiek-in-de-pot.
Het huis „In de drie vertgulden hermck". Koopmanshuis
uit het jaar 1575