Prof. D r E. H. ter K uil e
DE KERKEN VAN DEVENTER
De betekenis van het middeleeuwse Deventer als
geestelijk centrum wordt duidelijk in het licht ge
steld door verschillende typen der oude kerken. De
Grote of St. Lebuinuskerk met haar vroeg-ro-
maanse kern behoort tot de groep van de voorname
kapittelkerken van het bisdom Utrecht; de daar
tegenaan gebouwde Mariakerk was de bijbehoren
de oudste parochiekerk; de Bergkerk, eertijds aan
schipperspatroon St. Nicolaas gewijd, was de pa
rochiekerk van een afzonderlijke stadswijk bij de
haven; het kloosterlijke element wordt vertegen
woordigd door de Broerenkerk, zoals nog altijd de
R.K. kerk van de H. Lebuinus wordt genoemd,
oorspronkelijk de kerk van het klooster der Minder
broeders.
De plaatsing van de Grote Kerk in de stadsplatte
grond toont onmiskenbaar aan, dat zij geen gewone
parochiekerk is geweest. Zij ligt namelijk niet aan
alle zijden vrij, omdat zij oorspronkelijk deel uit
maakte van een complex kapittelgebouwen. Te
overzien is de kerk alleen van de Grote Markt aan
haar Zuidzijde. Van haar bijzonder hoge ouder
dom is daar weinig te bespeuren: door een ingrij
pende verbouwing in de 15de en 16de eeuw maakt
zij uitwendig de indruk niets anders te wezen dan
een laatgotische hallekerk in Neder-Rijnse trant.
Betreedt men echter het inwendige, dan wordt
men al gauw gewaar, dat er nog heel wat over is
van een bijzonder grootscheepse vlakoverzolderde
romaanse basiliek met alle kenmerken van de 1 ide
eeuw. Inderdaad, ongetwijfeld zijn de berichten
juist, die bisschop Bernoldus (10271054) roemen
als de stichter van een nieuwe kapittelkerk te De
venter. Met uitzondering van de uiterste westelijke
partij kan men Bernoldus' kerk vrijwel volledig
reconstrueren uit aanwezige gegevens. Zij blijkt
dan een treffende overeenkomst te hebben met de
andere kapittelkerken die op Bernoldus teruggaan,
namelijk St. Pieter en St. Jan te Utrecht en St.
Maarten te Emmerik. In het bijzonder ten aanzien
van de koorpartijen is de gelijkenis opmerkelijkbij
alle vier wordt of werd het koor begeleid door ver-
lengsels van de zijbeuken die beneden een toe
gangskapel tot de krocht bevatten en boven een
kapel welke in Deventer bereikbaar was door trap
pen langs de wanden van het koor. Merkwaardig
is voorts de uitwendig half-zeshoekige vorm van de
apsiden. De Deventer kapittelkerk overtrof de
andere door haar aanzienlijke afmetingen en onder
scheidde zich verder doordat zij een oostelijk en
een westelijk dwarsschip bezat. Zonder twijfel had
zij ook een westelijk tegenkoor, torenvormig opge
trokken of door torens geflankeerd, maar over de
gestalte van die westelijke partij zijn geen be
trouwbare gegevens voorhanden.
Door herhaaldelijk moderniseren en vergroten is dc
kerk aanmerkelijk gewijzigd. In de 13de eeuw
werd zij kennelijk overwelfd, en in de 15de eeuw
veranderd in een hallekerk. De beklemmende ernst
van de nde-eeuwse architectuur heeft plaats ge
maakt voor de sfeer van de waD burgerlijke, late
37
De Bergkerk te Deventer.