UIT HEEMSCHUT'S LEDENKRING
LXXXIII
zodanig af te schrijven, en in hun toekomstige ver
lies te berusten. Waar een helder inzicht in de ge
volgen van een dergelijke daad vooralsnog ont
breekt, komt het ons voor, dat de gevolgen daarvan
zeer waarschijnlijk rampzalig zullen zijn.
Ongetwijfeld zal de nood der tijden er toe drijven,
dat offers moeten worden gebracht. Het is echter
niet onredelijk te verlangen, dat een duidelijk over
zicht wordt gevormd van de omvang van de te
brengen offers, en van de werkwijzen, waarmede
men het overige wenst te behouden.
De tijd tot het nemen van beslissingen in deze ma
terie is nog niet gekomen, nu een duidelijk beeld,
van wat er op het spel staat, ontbreekt. Dit beeld
zal slechts gevormd kunnen worden door de instel
ling van meergenoemde Gemeentelijke Dienst
voor de Monumentenzorg, als zelfstandige ge
meentelijke dienst, los van de bestaande diensten
en organen.
Onze Besturen nemen de vrijheid, op de instelling
van deze Dienst bij Uw College met de allermeeste
klem aan te dringen en in afwachting daarvan het
slopen van monumenten met alle kracht te verhin
deren.
Uw beslissing zien wij gaarne tegemoet.
De Voorzitter van de Bond Heemschut
w.g. Dr. J. A. Bierens de Haan
De Voorzitter van het Koninklijk
Oudheidkundig Genootschap
w.g. Prof. Dr. J. Q_. van Regteren Altena
De Voorzitter van het Genoot
schap ,,Amstelodamum"
w.g. Mr. A. Ie Cosquino de Bussy
De Voorzittei van de Vereniging
Hendrick de Keyser
w.g. Jhr. J. Six van Hillegom
NIEUWE LEDEN
16
HAARLEMSE HOFJES
De stad Haarlem is, naast Amsterdam en Leiden,
de stad van de hofjes, en het is daarom een goed
besluit van ons lid de Vereniging „Haerlem" ge
weest, die zich steeds zo verdienstelijk maakt door
het uitgeven van een goed geredigeerd jaarboek en
kleine historische werkjes over haar stad, haar 50-
jarig bestaan te vieren met de uitgave van een
nieuw boek over deze typische Haarlemse instel
lingen, nu het oude werk van J. Craandijk over
dit onderwerp reeds lang uitverkocht is. Als auteur
daarvoor heeft zij de Haarlemse archivaris, Mej.
Dr. G. H. Kurtz bereid gevonden, en het verwon
dert daarom niet dat het zwaartepunt'in haar be
schrijvingen meer op het historisch aspect ervan
valt, met zijn vaak zo eigenaardige bepalingen
over inkoopsommen en uit te reiken „preuven",
dan op het bouwkundig-aesthetische. Het blijkt
dat Haarlem vroeger rijker aan hofjes is geweest
dan nu, en in de inleiding worden een twintigtal
hofjes vermeld, die geleidelijk uit het stadsbeeld
verdwenen. Toch blijven er nog een vijf en twintig
over, van de Bakenesserkamer, in 1395 gesticht, de
oudste in Nederland, tot het Teylershofje, in 1787
gebouwd uit de nalatenschap van Pieter Teyler van
der Hulst, van elk waarvan schrijfster de goed ge
documenteerde geschiedenis verhaalt. Historisch
zijn deze instellingen belangrijk als een typisch oud-
Nederlandse vorm van armenzorg en weldadig
heid; de lezers van ons blad zullen ze vooral
boeien door hun schilderachtigheid, waarvan ver
schillende foto's in het werk ook blijk geven, al zijn
niet alle zo bekoorlijk als het oude Bakenesser-
hofje of het landelijke Hofje van Heythuysen in
den Hout, statig als het Hofje van Staats, of deftig
als het wat koude Teylers Hofje, dat echter zijn
schoonheid vooral weer ontleent aan de toren van
de Bakenesserkerk op de achtergrond ervan.
Laten wij hopen dat deze zo typische elementen in
het stedeschoon van Haarlem nog lang hun be
scheiden maar belangrijke plaats in het beeld van
deze steeds meer uitgroeiende stad mogen blijven
innemen, als de bescheiden viooltjes het doen in
het grote woud.
J. A. B. deH.
Als buitengewoon lid traden toe: Dr. A. V. H. Destrée, Sint Pan-
cras, N.H. - J. Ch. Smits, Schiedam - O. Schutte Jr., Am
sterdam - N. Meijer, Amsterdam - J. H. v. d. Hoek Ostende,
Amsterdam P. J. van de Velde, Voorburg - J. A. de Bruyne,
arch., Goes - Ir. E. E. W. von Oven, Geldermalsen - Ir. J. J.
Kruys, Voorburg—J. A. de Jong, arts, Amsterdam - Mej. S.
Stork, Hengelo - Dr. J. M. Noothoven van Goor, Arnhem -
Mr. G. A. J. ter Linden, Den Haag - Mr. L. A. Kakebeeke,
Middelburg - J. Oranje, Goes - Dr. Mr. A. T. Schuitema
Meijer, Groningen Wilh. J. Draijer Joh.zn., Hilversum
Dr. J. S. van Coevorden, Amsterdam - H. J. J. Rossing,
Gouda -J. M. Caviet Jr., Laren N.H. - Prof. Ir. J. H. Fro-
ger, Delft - C. F. Proos, Delft - R. Ouwerling, Delft - Dr.
W. van Enst, Amsterdam - H. G. Buskermolen, Rijswijk -
Dr. O. H. Dijkstra, Haarlem.
Als gewoon lid trad toe: N.V. Aannemingsmaatschappij v/h
Hillen Roosen, Amsterdam.
Als donateur trad toe: Gemeentebestuur van Arnhem.
l