MONUMENTENZORG IN DE NEDERLANDSE PERS
4
Hoezeer in de Nederlandse pers begrip wordt getoond voor
het ernstige culturele verlies, waaraan ons land bloot staat
bij de te geringe steun, welke aan het behoud van ons stede-
schoon wordt verleend, moge uit de volgende citaten blijken.
In de Handels- en Transport Courant, Rotterdam, van 5 De
cember 1951 wordt de opmerking gemaakt, dat de Voorlopi
ge Lijst van Monumenten van Geschiedenis en Kunst, welke
voor Amsterdam is samengesteld en in 1928 verscheen niet
minder dan ruim 4000 historische bouwwerken bevatte,
die als monument konden worden aangemerkt. Maar merkt
het blad op„maakt men op dit ogenblik zulk een lijst, dan
komt men tot een Amsterdams bezit van even 3000Met
andere woorden: in een periode van vijf en twintig jaar is
een kwart van de oud-Amsterdamse bouwsels, waaraan de
hoofdstad haar schoonheid, haar naam ter wereld, en haar
aantrekkelijkheid voor alle vreemdelingen dankt, voor altijd
verdwenen. En zo slecht is in deze tijd de toestand van een
groot deel der wereld-befaamde oud-Amsterdamse huizen,
dat het tempo van vernietiging en verdwijnen eerder sneller
dan langzamer zal worden; ondanks het feit dat de Neder
landse overheid in de na-oorlogse jaren, meer dan vroeger
wellicht, aan de zorg van het behoud van Neerlands oude
bouwwerken, tijd en geld heeft besteed."
Zover gaat het blad, dat het zegt [op goede gronden]„Het
vreemdelingenbezoek aan Nederland, machtige bron van
deviezeninkomsten, wordt voor een belangrijk deel bepaald
door de aantrekkelijkheid van Amsterdam en omgeving."
En het wijst er daarbij in het bijzonder op dat „de zeer spe
ciale schoonheid, het eigene en karakteristieke van Amster
dam niet alleen en zelfs niet in de eerste plaats bepaald wordt
door enkele grote nationale monumenten, zelfs niet door de
reeksen herenhuizen langs de grachten." Het noemt dan de
honderden smalle 17de en 18de eeuwse huizen overal in de
binnenstad in Warmoesstraat, Prinseneiland, aan de Zand
hoek en derg., die Amsterdam zijn karakteristieke uiterlijk
geven. Met nadruk wijst het blad er op, dat dit bezit een
kapitaal is, dat Amsterdam bezig is te verteren, een kapitaal
dat de opbrengst van toeristendeviezen voor het gehele
land mogelijk maakt. Het besluit met de waarschuwing:
„Wanneer men Amsterdams stedenschoon voor de toekomst
wil bewaren, zal er thans iets moeten gebeuren."
In een artikel „Uitstel wordt afbraak" in het Handelsblad
van 15 December wordt terecht betoogd, dat het niet slechts
het heden is, dat het leven waarde geeft, maar dat het door
vorsen van de oudheid een sleutel kan zijn tot beter begrip
van de actuele werkelijkheid. „Vooral in Nederland", zegt
het Handelsblad, „met zijn oud en belangrijk verleden, is
het een onschatbaar voordeel, dat de historie niet slechts
uit boeken en folianten, maar uit aanschouwelijk onderwijs
kan worden geleerd. De pittoreske oude gebouwen en his
torische pleinen, de in wezen stille, door geen autoverkeer te
ontluisteren grachten geven dit land een eigen karakter.
Juist daarom is het een bedroevend gevolg van onze
tijdelijke armoede, dat de zorg voor de Nederlandse Monu
menten tot beneden een aanvaardbaar minimum moet worden gere
duceerd. In heel de wereld worden aan opgravingen, aan ar-
chaeologische expedities indrukwekkende sommen aan ka
pitaal, vernuft en arbeid ten koste gelegd. Niet graven maar
beschermen, niet speuren maar handhaven, niet ontdekken,
maar in stand houden, zou in Nederland voldoende zijn om
de historische monumenten te bewaren voor het nageslacht."
„Getransporteerd naar de nuchtere realiteit der begrotings
stukken," aldus het Handelsblad, „blijkt uit de Memorie van
Antwoord betreffende het budget van het departement van
O.K. W. eens te meer aan welk een beangstigend gevaar
de Nederlandse monumenten thans door het geldgebrek
van de overheid zijn blootgesteld." Het blad wijst er op, dat
„door de nood der schatkist Nederlands cultuurbezit on
herroepelijk dreigt te verdwijnen. Onherroepelijk, omdat
historische monumenten onvervangbaar zijn."
Het blad besluit met de vermaning: „Er moeten wegen wor
den gevonden om onherstelbare ideële schade te vergoeden.
Hier is dan in feite periculum in mora. Gevaar in verwijl, om
dat in dit geval uitstel geen afstel maar afbraak wordt."
Het weekblad „Vrij Nederland" wijst in zijn nummer van
18 December op een ander aspect en zegt, dat de tijd van
het maecenaat in zijn oude vorm voorbij is, en dat de zorg
voor de cultuur bijgevolg steeds meer op de gemeenschap
is komen te rusten. Het blad heeft het gevoel, dat de ge
meenschap hier te kort schiet. Het besluit met een herhaling
van wat het al eerder opmerkte: „de verdediging van het
Westen hangt ook hiermee samen, dat dit Westen de moeite
van het verdedigen waard blijft. Verwaarlozing van monu
menten is een symptoom van aanvreting der cultuur, en een
cultuurloos Westen is bij voorbaat verloren."
Vele andere bladen schreven in gelijke zin, daarmee bewij
zend, dat er wel degelijk belangstelling is voor het oude
stedeschoon en wel degelijk besef voor de ramp welke ons
land bedreigt, wanneer het uithollen, gedeeltelijk slopen en
geheel afbreken, zoals dat in onze tijd op veel te grote schaal
plaats vindt niet tot stilstand wordt gebracht. Het is ons een
raadsel, dat op tochten door onze steden telkens moest blij
ken, hoe vervallen oude huizen thans gebruikt worden als
opslagplaats en rommelberging, terwijl enig initiatief en
hulp van de overheid hier weer bruikbare en zelfs begeer
lijke woningen in het hart van de stad van zou kunnen ma
ken. Waarom wordt dit object met zulke belangrijke facetten
niet eens groot aangepakt? Waarom wacht men tot kostbare
restauratie nodig is en grijpt men niet al eerder in, als met
enig onderhoud en herstel reeds veel goed te maken is?
Arme mensen
In het maandblad van de Vereniging Nederlands Fabrikaat
van Januari 1952 lezen wij, dat een Amsterdamse firma een
mechanische vogel- en wildverschrikker heeft geconstrueerd
en daar octrooi voor heeft aangevraagd. De werking van dit
apparaat berust op het periodiek ontsteken van een explosief
gasmengsel. De automaat is in staat met korte onregelmatige
tussenpozen van 20 tot 40 seconden knallen te verwekken.
De meest uiteenlopende soorten vogels en verschillende wild
soorten bleken niet aan het geluid te kunnen wennen, ge
lukkigerwijze! aldus het blad. Onze vraag luidt: de mensen
wel?
Opwekking.
U kunt de doeltreffendheid van onze administratie bevor
deren door meteen, na het lezen van dit nummer Uw jaar
lijkse bijdrage te storten op onze postrekening no 124326.
U kunt bovendien Uw eigen bijdrage aan de Bond Heem
schut meer kracht geven door een Uwer relaties die voor de
Heemschutgedachte voelt, maar daaraan nog geen daad
werkelijke 'steun geeft, te wijzen op doel en streven van de
Bond. Meer leden, meer mogelijkheden, groter daad-kracht
voor de Bond.