UIT HEEMSCHUT'S LEDENKRING 94 „Harakkamylly" te Ylistaro LXXXI MAG HET HISTORISCHE KARAKTER VAN GOUDA WORDEN AANGETAST? Onder deze titel heeft ons lid, de Oudheidkundige Kring „Die Goude" te Gouda een brochure het licht doen zien over de dempingskwesties daar ter stede, waarover onze lezers in het Juni-nummer van ons blad al het oordeel van Heemschut hebben kun nen horen. Het is jammer dat deze brochure niet eer der heeft kunnen verschijnen, voor de Vroede Vade ren van Gouda met 23-2 stemmen het fatale besluit tot demping namen. Misschien had het goed gefun deerde en met enkele zeer fraaie foto's van de be dreigde grachtjes voorziene betoog nog enkele voor standers van demping tot betere gedachten kunnen brengen. Laten wij hopen dat het nog zijn invloed op de beslissing van Gedeputeerde Staten moge hebben, bij welk College ook Heemschut protest tegen het dempingsbesluit indiende. De argumentatie loopt pa rallel met wat ook wij betoogdenhet typische karak ter van de oude stad wordt aangetast, onvervangbare schoonheid gaat te loor, verkeerstechnisch en stede bouwkundig is van de demping geen verbetering te verwachten, en de kosten van de gevolgen der dem ping op de slappe bodem van de stad voor de aan het water gelegen gebouwen zijn niet te overzien. D001- dat de Kring als plaatselijke instelling over gegevens en cijfers beschikken kon die Heemschut niet kende, is zijn argumentatie vooral door zijn technische en financiële beschouwingen uiteraard nog overtuigender dan wat Heemschut in zijn adres betogen kon. Twee opmerkingen van meer algemene aard hebben mij in dit boekje als bijzonder juist getroffen. In de ger gelegen deel van het terrein werd nog een vij vertje aangelegd en een speelplaats voor de kinde ren. Toen in 1941 op het terrein een toren moest worden gebouwd voor militaire doeleinden ver kreeg de heer Nordstrom toestemming om rondom de toren een balkon te laten aanbrengen, zodat deze toren nu, in vredestijd, dienst doet als café en uitzichttoren. In het najaar lopen de molens nogal eens averij op, welke steeds weer is hersteld. De molens zijn thans geheel compleet. In de herfst laat men de molens voor de aardigheid altijd de nieuwe tarwe malen ten behoeve van een vrouwen vereniging in de stad. Op de deur van iedere molen is een plaat aangebracht waarop vermeld staat uit welke streek de molen afkomstig is en van welk ty pe hij is. De heer Nordstrom is thans de vijf en tachtig jaar reeds gepasseerd. Hij heeft de heuvel met zijn mo lens aan de stad Uudenkaupungin geschonken, welke zich verbonden heeft om het onderhoud van alle molens voortaan op zich te nemen. eerste plaats de opmerking, dat het verkeerd is te denken dat verkeer steeds bevorderlijk is voor het zakenleven. Integendeel: in vele steden worden de voornaamste winkelstraten voor allerlei verkeer af gesloten, wat het rustig winkelen bevordert. Een stad wordt niet doods, als men het verkeer dat er niet per se behoeft te zijn er omheen leidt. Dat onze oude ste den en stadsgedeelten niet berekend zijn op een ver keer met de moderne autobussen en vrachtauto's is iets wat een kind zien kan, en het daarom maar gaan dempen en afbreken is een verkeerde en tot mislukken bestemde poging om een oplossing van deze incon gruentie tussen verkeer en stadsaanleg te vinden. Men kan en mag toch maar in Gouda en elders niet de ge hele oude stad als verkeersverbetering gaan afbre ken! En dan trof mij de juiste beschouwing over het verschil tussen het oude verkeer te water en het mo derne per vrachtauto. De scheepvaart hield en houdt rekening met de breedte en diepte van het vaarwater, en neemt zijn vracht slechts aan tot zo ver als zijn schip dit bevaren kan. De vrachtauto neemt elke vracht aan, en tracht de bestemming daarvan te be reiken door zich met zijn voertuig tot in de nauwste, bochtigste en slechtst bestrate straten en wegen te dringen. Bij moeilijkheden hierbij klaagt hij dan over verkeersbelemmeringen en eist verwijdering daarvan. Zoals in het buitenland (Amerika) al vaak geschiedt zal men er ook bij ons toe moeten komen, de grote vrachtauto's en opleggers uit de binnensteden te we ren, en overlaadstations in te richten, waar voor de kleinere plaatsen of de binnensteden der grotere plaatsen bestemde goederen overgeladen kunnen worden op kleinere vervoermiddelen. Zoals ik vroe ger al eens gezegd hebhet is niet nodig steeds maar stadsschoon op te offeren aan het verkeer,- het wordt tijd het verkeer bij te brengen dat het een toontje lager zingen moet en zich aan te passen heeft aan het bestaande stadsschoon! J. A. B. de H.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2023 | 1951 | | pagina 26