40ste JAARVERSLAG VAN DE BOND HEEMSCHUT September 1950September 1951 In het 40ste jaarverslag moge getuigd worden van de voldoening, dat de herdenking van het 40- jarigc bestaan van de Bond Heemschut plaats vond in een sfeer van waardering van de zijde der over heid en van vele particulieren voor de waakzaam heid, welke achtereenvolgende besturen hadden betoond voor het behoud der schoonheid in Ne derland. Een erkentelijkheid, welke bovendien vorm kreeg in de Koninklijke onderscheiding, welke onze huidige voorzitter op Harer Majesteits verjaardag ten deel viel. Onze gevoelens van voldoening zijn echter om floerst door het verscheiden van het erelid, de oud secretaris van de Bond, architect A. A. Kok. Dat hij bij herhaling vereenzelvigd werd met Heem schut, is de beste getuigenis voor de omstandig heid, dat hij als het ware de verpersoonlijking was van de heemschutgedachte. In een kwart eeuw bestuurslidmaatschap heeft hij een onuitwisbaar stempel op het heemschutwerk in Nederland gezet. Te zijner nagedachtenis moge ik in deze vergade ring zijn levensthema nog eens doen weerklinken ,,De geschiedenis, de kracht en de daaruit voort gekomen schoonheid van ons land zijn onze eigen dom niet. Wij zijn er slechts om deze te beheren en in groter glorie af te leveren aan wie na ons zullen komen." Als wij er in slagen deze, Kok's, leidraad gemeen goed van het Nederlandse volk te maken, dan heeft de Bond Heemschut zijn taak volbracht. Voordat het zover is, zal nog een zware strijd gestreden moeten worden, immers, de machtswoorden van deze tijdIndustrialisatie en Verkeer maken zulk een verpletterende opmars, dat de schoonheid, waarin wij zouden kunnen leven, er onder weg- gewalst dreigt te worden. Wat wij wel wensen is waarlijk niet stopzetten van de industrialisatie of berusting in bestaande ver- keerstoestanden, maar wel het treffen van zodanige maatregelen, dat met de bestaande schoonheid van stad en land rekening wordt gehouden en zo mogelijk alle zeilen worden bijgezet, om nieuwe schoonheid te scheppen, opdat wij en zij, die na ons komen, niet in grauwe asfaltcultuur leven, maar in de sfeer van schoonheid, die na vijfdui zendjaar cultuurleven toch waarlijk wel verwacht mag worden. Daarom moest de Bond Heemschut zich in het ver slagjaar uitspreken tegen de toeneming van de hoogspanningen en bovengrondse telefoongelei dingen, die ons toch al zo kwetsbare vlakke land ontsieren en zijn grote charme: het wijde verge zicht verstoren. Daarom ook wendde het bestuur zich, behalve tot de Provinciale besturen, ook tot de voornaamste grote gemeenten om te wijzen op de ontsieringen welke de z.g. paalreclames in het stadsbeeld kunnen betekenen. Daarom ook waarschuwde het Bestuur tegen het toelaten van ongemotiveerde hoge, brede, lange en vooral zware voertuigen, die niet alleen onze we gen en beplanting in het landschap bedreigen, maar ook onze oude stadskernen. Daarom ook liet het Bestuur bij herhaling zijn stem horen tegen ver vuiling van grachtwater door het afvloeien van ongezuiverd fabriekswater, hetgeen meestal de eerste stap is op de weg naar demping, hetgeen in vrijwel alle gevallen vermoording van het stads- of dorpsschoon betekent. Waren al de voornoemde voorbeelden onontkoom baar, men zou er vrede mee moeten hebben, onder de verontschuldiging, dat wij nu eenmaal vooruit moeten en niet stil kunnen blijven staan, ons blind starend op de naglans van een roemrijk verleden. Zulke dromers zijn de hedendaagse Heemschut ters waarlijk niet. De practijk leert ook anders, veelal blijkt, dat men maar al te gemakkelijk zijn gedachten op papier zet aan het tekenbord, dat men te grote waarde hecht aan statistiekcijfers, te grote verwachting heeft van de toekomst, te groot vertrouwen in eigen kunnen en te weinig rekening houdt met de bestaande werkelijkheid, minder nog met de aanwezige en veelal niet te vervangen karakteristieke schoonheid. Dan is het niet alleen de taak, maar de harde plicht van de Bond Heem schut om zich te verzetten, indachtig de eenmaal gekozen doelstelling: te waken voor de schoonheid van Nederland. Leden Het ledental blijft zich gunstig ontwikkelen. Te genover een verlies van 3 leden en 35 buitenge wone leden staat een winst van 18 leden, 141 bui tengewone leden en 4 donateurs, hetgeen een aan was betekent van 15%. De Bond bestaat thans uit: 134 gewone leden, dat zijn in hoofdzaak de ver enigingen, die elk een deel van de heemschutge dachte nastreven, 75 donateurs, w.o. de elf pro vinciale besturen en gemeentebesturen en 782 buitengewone leden, dat zijn de particulieren. 83

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2023 | 1951 | | pagina 15