Daarbij zij voorop gesteld dat het m.i. geenszins
gewenst is om te trachten al het oude, dat verloren
ging, weer in de vroegere staat terug te brengen.
Wél moet het besef rijpen dat het Delftse markt
plein een even waardevol nationaal monument is
als bijv. het Agatha-klooster, waarvoor de restau
ratieplannen slechts wachten op successievelijke
financiële realisatie-kansen en waarover Ir Stoffel
U in het hieronder volgende artikel spreekt.
Het stedebouwkundige monument spreekt in het
algemeen nog niet zo sterk tot de verbeelding als
het architectonische monument. Toch, en zeker in
het Delftse geval van de Grote Markt kan de waar
de van het stedebouwkundige monument, én op
zich zelf én als begeleiding van twee architectoni
sche monumenten, niet hoog genoeg worden ge
waardeerd.
Een van de grote charmen van Delft is m.i. wel ge
legen in de harmonische tegenstellingen - ik duid
de daar in het begin van dit artikel reeds op - tus
sen de rust en de activiteit, de inkeer en het hande
len. Is het te gedurfd om die tegenstellingen door
te trekken op de verschijningsvormen van de stad?
Ik meen van niet. De tegenstellingen tussen de met
groen van boven afgeschermde grachten en het on-
beboomde marktplein; tussen de langgerekte, door
gaande grachten en het besloten marktveld zijn
parallel aan de meer geestelijke tegenstellingen.
Daarom moeten er m.i. op de markt geen bomen
worden geplant; de markt moet de ongedeelde
open ruimte zijn als geaccentueerde tegenstelling
tot de sterk gelede grachten van de stad.
Een uitzondering van de stelling dat de Markt on-
beboomd moet blijven, zou ik willen maken voor
de direct voor de Nieuwe Kerk gelegen pleinruimte
Deze behoort, zo als we in het geschiedkundige
overzicht al zagen, feitelijk niet tot het marktplein,
maar is als thans niet meer onderscheiden en onge
merkt in het marktplein overgaand kerkelijk erf te
beschouwen. Dit onderscheid tussen marktplein
en kerkplein stedebouwkundig weer aan te duiden
door een enkele bomenrij voor de toren zal zeker
tot een grotere luister van de Markt bijdragen.
De in het marktplan 1934 voorgestelde afsluiting
van de Noordoosthoek van de Grote Markt heeft
ongetwijfeld veel aantrekkelijks. Deze oplossing zal
echter altijd wel op grote bezwaren blijven stuiten
en de grief dat daar geen, zij het betrekkelijk nauwe
toegang voor auto's naar de Markt openblijft, kan
ik wel begrijpen.
De hergraving van de Nieuwe Langendijk langs de
Zuid-zijde van de Nieuwe Kerk verdient zeker aan
beveling. Deze wordt pas mogelijk als er toe wordt
besloten een afdoende verkeersoplossing voor het
Oost-West verkeer te bewerkstelligen. En deze ver
binding is nog altijd zeer goed mogelijk op de door
Prof. Granpré Molière voorgestelde wijze; de sinds
dien uitgevoerde vermeende verbeteringen aan de
Oude Langendijk en de Peperstraat zijn dan alleen
vergeefs en betreurenswaardig geweest. Doch: Be
ter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald! Als
deze doorgaande verkeersroute tot stand zou zijn
gebracht, zou de Nieuwe Langendijk hergraven
kunnen worden, waardoor het markteiland weer in
volle pracht zichtbaar kan worden. Dan ook zal er
enige bebouwing ten Zuiden van de toren in de
doorgetrokken rooilijn van de Zuidelijke markt-
wand kunnen komen.
Zo lang dit alles echter nog niet is gerealiseerd, ver
dient het aanbeveling het visuele gat van de markt
te sluiten door de kerktuin aan de Zuidzijde van de
kerk met zwaar opgaand hout vol te zetten. Juist
door de geheel andere behandeling van de plein-
vormige ruimte naast de kerk dan op de Markt moet
geschieden, wordt reeds veel van de hinderlijke
tweeslachtigheid van de twee ruimten gecamou
fleerd.
Terrassen, trottoirband-indelingen zijn, het werd
hierboven al opgemerkt, uit den boze. Slechts een
in het plaveisel aangeduide indeling van het markt
plein is acceptabel.
Indien het marktplein niet als parkeerterrein wordt
gebruikt - hetgeen behoudens op marktdagen m.i.
zeer wel mogelijk'moet zijn (en wat door een par
keerverbod op de markt bereikt kan worden - is
het autoverkeer over de markt al tot een minimum
teruggebracht. Daardoor zou een aesthetische en
een verkeerstechnische winst behaald worden. Het
overtreden van dit parkeerverbod zou dan even
veel gelden in het laatje van de fiscus kunnen
brengen als de in het aangehaalde krantenartikel
te derven proces-verbaal-kosten bij het kris-kras
oversteken van de markt. De plaatsing van een
enkele lantarenpaal op de strategische plaatsen zal
het verkeer genoegzaam dwingen tot rechts houden.
De moderne verkeersdeskundige vergete niet dat
door de door hem voorgestane perfectie het ver
keren op een van Nederlands schoonste pleinen tot
een grote, onaesthetische ergernis kan verkeren.
Delft, let op Uw saeck!
NIEUWE LEDEN:
(58
Als buitengewoon lid traden toeIr. H. A.Jansen, Eindhoven
- W. de Wijk, Dordrecht - L. H. Scheepers, Roermond -
E. Hattink, Hilversum - J. A. Grimmelikhuisen, Amster
dam - J. M. Koops, Leeuwarden - Dir. Ned. Metaalwa-
renfabriek N.V. Nemefa, Bilthoven - J. Lamers. Nijmegen -
J. F. W. Meijer, Schiedam - Joan Willems, Oisterwijk -
Ad den Besten, Amsterdam - Mr. R. Hotke, 's-Graven-
hage - H. G. Müller, Amsterdam - H. E. van Gelder,
Washington D.C., U.S.A. - A. H. Knaapen, Tilburg.
Als gewoon lid trad toe: Gemeentebestuur van Culemborg.