nieuw dominerend gebouw, het Raadhuis van
Hendrik de Keyser, waarover in een afzonderlijk
hieronder volgend artikel wordt verteld.
Aan het aspect, dat de Grote Markt toen heeft ge
kregen, is behalve de architectonische vernieuwin
gen van de markthuizen, weinig meer veranderd.
Hetkerkelijkerlvoor de Nieuwe Kerk is als zodanig
verdwenen. In het midden van de vorige eeuw is
voorts in verband met de riolering van het plein,
deze naar de kanten afwaterend gemaakt; de bolle
vorm van het marktplein is toen ontstaan. Midden
op de Markt, waar sinds 1595 in het plaveisel een
groot kompas van blauwe stenen binnen een rond
gaande spreuk in de bestrating is gemaakt, versierd
met het stadswapen, midden in de roos werd in
1886 een ruim acht meter hoog standbeeld voor
Hugo de Groot opgericht. De spreuk in het plavei
sel luidt: „Elck wandel in Godts Weghen".
Van de Delftse Markt heeft Prof. Granpré Molière
eens gezegd„Het beste deel van iedere stad, zoals
„van ieder mens, is haar hart. Delft heeft een hart.
„En het is er beroemd om. Wie voor het eerst op de
„Grote Markt van Delft komt, houdt de adem in
„van bewondering. In zijn markt bezit Delft een
„onbetaalbare schat. Het marktplein is Middel
eeuws van ontstaan en klassiek van vorm: het is
„een gaaf, afgerond geheel. Het is eerbiedwaardig
„èn om zijn aanleg èn om zijn bestemming. Het is
„levend, want het is nóch verlaten, nóch overspoeld
„door het verkeer, maar het middelpunt van de
„stedelijke, soms van de nationale samenleving.
„Maar ondanks dit alles is de Delftse markt toch in
„verval. Het is een schoon geheel uit vroeger tijden,
„maar in de loop der eeuwen, vooral ook in de
„laatste eeuw, zijn de veranderingen geen verbete
ringen geweest".
Het besef, dat de unieke Delftse Markt de moeite
waard is om in volle luister hersteld te worden en
het verlangen om verdere onttakeling van dit
prachtige marktplein te stuiten, is, zij het zeer
traag en moeizaam, groeiende.
Op initiatief van het Instituut Stad en Landschap
van Zuid-Holland werd onder voorzitterschap van
Prof. Granpré Molière reeds in het begin der der
tiger jaren een Comité „de Delftse Markt" opge
richt. In 1934 kwam een, o.l.v. genoemde auctor
intellectualis door Ir J. Kuiper uitgewerkt plan
voor de markt tot stand, waarvan hierbij een afbeel
ding wordt gegeven.
Dat de gemeentelijke overheid dit knappe plan toen
niet tot uitvoering wilde brengen, is te betreuren.
Toch zijn er in dit plan vele voorstellen, die ook
voor het huidige gemeentebestuur nog beharti
genswaardig zijn. Daarom is het van belang een en
ander over dit marktplan 1934 nog eens in herin-
66
nering te brengen. In het Bouwkundig Weekblad
van 13 November 1937 lezen we hieromtrent o.m.
het volgende: „Doel was de gehele Markt met be
bouwing te bewaren voor verder verval, te herstel
len waar vroegere schoonheid onnodig verminkt
of verloren gegaan was en te hervormen, waar dit
nodig zou zijn om de Grote Markt een levend ele
ment te doen blijven in de stad Delft en in geheel
Nederland"
Als eerstnoodzakelijke wordt de verlegging van het
verkeer genoemd. „De markt mag geen onderdeel
blijven van een doorgaande verkeersader." De
route die voor het verkeer door de stad van Oost
naar West werd voorgesteld voerde van de Nieuwe
Langendijk over de Burgwal via een te maken door
braak tussen de Brabantse Turfmarkt en de Peper
straat, welke laatste door terugplaatsing van de
Zuidelijke wand een goede aansluiting zou geven
op de Binnenwatersloot. „Zeker zal een en ander
kosten meebrengen, doch men vergete niet, dat
ook het verkeer over de Markt aan de Westzijde
vastloopt en dat daar in de toekomst evenzo kost
bare doorbraken noodzakelijk worden, die dan
bovendien Delft in 't hart kwetsen."
Als een volgende noodzakelijkheid wordt gezien
het hergraven van de Oude Langendijk ten Zuiden
van de Nieuwe Kerk en het doortrekken van de
pleinwanden ten Zuiden van de toren. „Daarmee
zal ten eerste," zo lezen we in boven genoemd
Bouwkundig Weekblad, „het historische markt-
eiland weer hersteld zijn, de schone ligging van de
Nieuwe Kerk achter de grachten zal weer volledig
tot haar recht komen, de beide kerken in de na
bijheid van de Oude Langendijk komen aan ver
schillende ruimten te liggen, zullen minder in één
blik te vatten zijn en dus elkaar niet langer hinde
ren. De onbevredigende ligging van de twee plei
nen, grenzend aan elkaar, is opgeheven en het gat
in de Noordoosthoek van de Markt wordt geslo
ten. Voor fietsers en voetgangers blijft er een over
kluisde doorgang, maar de auto's kunnen eerst
midden in de lange zijde op de Markt komen."
Belangrijk vinden de ontwerpers van destijds ook
het afgraven van de Markt, waardoor deze van bol
hol gemaakt wordt. „Optisch zal dit een zeer gun
stig effect gevende Markt lijkt groter en boven
dien kunnen voor de kerk en .het raadhuis enige
treden aangebracht worden, wat de waardigheid
van die gebouwen ten goede komt."
Het standbeeld van Hugo de Groot tenslotte zou
verhuizen naar het Noordoostelijk gedeelte van de
Markt, maar toch geheel vrij blijven staan. Tot zo
ver het Delftse Marktplan van 1934.
Intussen hebben enige betreurenswaardige wijzi
gingen in de stad, die ook beoogden de Oost-West
verkeersweg te verbeteren, plaats gehad. De Oude