mengsel uittreedt. Om de gaskamer is, met vier schroefjes daaraan bevestigd, een rechthoekige open doos aangebracht, welke met de bodem naar het werk is gekeerd. Door de kraan open te draaien en met een aansteker, zoals de lassers gebruiken, als het ware in de doos te schieten, wordt het uit de gaskamer tredende gasmengsel ontstoken en vormen zich kleine vlammetjes, welke de bodem van de doos over het gehele oppervlak bestrijken en hoog verhitten. Na enkele ogenblikken bereikt de doosbodem een temperatuur van i 700° C., hetgeen proefondervindelijk nodig is gebleken om oude, dikke buitenverflagen in korte tijd zacht te maken, zodat zij met het schraapmes kunnen wor den verwijderd. Door de gaskraan .meer of minder open te draaien kan de temperatuur van de doosbodem worden geregeld. De temperatuur is ook hoog genoeg om verdiept liggende bossingen, groeven, profielen, e.d. week te maken, terwijl, doordat uitsluitend van stralen de warmte wordt gebruik gemaakt, elke stekende werking is opgeheven. Wanneer de schilder voor kortere of langere tijd het apparaat buiten gebruik wil stellen, wordt de gaskraan dicht of laag ge draaid en wordt het verhitte apparaat vastgeklemd in een veiligheidsbakje, dat aan de houten of stalen ladders kan worden bevestigd, dan wel op de vloer kan worden geplaatst. De resultaten, welke met dit nieuwe apparaat in de loop van 1950 in tal van plaatsen zijn bereikt, tonen duidelijk aan, dat de „Prentbrander" ook uit een oogpunt van economisch werken, volkomen aan zijn doel beantwoordt. In dit verband is het wel interessant te vermelden, dat bij de onder- houdsschilderwerken, welke in het seizoen 1950 door de Dienst van Publieke Werken der Gemeente Amsterdam zijn uitgevoerd met de ,,Prentbran- der", d; 45000 m2 oud schilderwerk is afgebrand, met ook schildertechnisch voortreffelijke resulta ten. Onder dit werk vielen ook tal van belangrijke gebouwen, waarvan tevens een aantal op de mo numentenlijst voorkomt. Doorbouwende op het principe van en de ervaring met de ,,Prentbrander" was het betrekkelijk een voudig ook voor het loodgietersvak een brandveili ge apparatuur uit te denken. Ook bij de soldeer bout wordt het propaangas uit een metalen fles via een drukregelaar en een hogedrukslang naar het apparaat gevoerd. De hoeveelheid gas kan door een kraan worden geregeld, terwijl via een vaste sproeier en automatische toevoer van lucht (zuur stof) een volledig verbrandbaar gasmengsel in een in de boutkop aangebrachte gaskamer wordt ge voerd, waar het via kleine gaatjes kan uittreden. De verbrandingsgassen kunnen via een in het bo venvlak van de boutkop geboord aantal gaatjes uittreden, terwijl ook het aansteken met het reeds eerder genoemde ontstekingsapparaat van de las sers kan geschieden. De in de boutkop uit de gas kamer uittredende vlammetjes verhitten de bout kop inwendig zodanig, dat zelfs onder zeer on gunstige weersomstandigheden altijd kan worden gewerkt. Ook hier is dus,weer de vlam volkomen opgesloten en het brandgevaar opgeheven. De mastieksmelter werkt uiteraard op hetzelfde principe. Hier is de gas- en verbrandingskamer ge plaatst in een cylindervormige mantel, welke op 3 potendraagt. Zowel wand als bodem van de mantel bestaan uit een in- en uitwendige metalen bekleding, waartussen asbest is aangebracht. Door de uit de gaskamer tredende vlammetjes wordt de gietstalen omkleding van de verbrandingsruimte tot een hoge temperatuur gebracht. De op het vorenomschreven apparaat geplaatste mastiek- emmer wordt nu, zowel door de roodgloeiende branderplaat, als door de langs de emmer strijken de en via cirkelvormige openingen uit de buiten wand tredende verbrandingsgassen hoog verhit, waardoor de mastiek een korte tijd smelt. Ook hier is dus weer het vuur volkomen opgesloten en een brandveilig apparaat verkregen en tevens de mogelijkheid geopend om de mastieksmelter onderste boven geplaatst op een verrolbaar slee tje, als dakdroger te gebruiken. Dit laatste is een bijzonder voordeel, omdat tot nu toe een loodgieter de gewoonte had een vochtig dakgedeelte, waarop moet worden gemastiekt, met benzine te be sprenkelen en dit in brand te steken, met alle ge varen van dien. Resumerende kan worden gezegd, dat voor het schilders- en loodgietersvak brandveilige appara ten ter beschikking zijn gekomen en dat nu de Ge meentebesturen de gelegenheid is geboden om hun politieverordeningen in die zin aan te vullen, dat een algemene ontheffing wordt verleend van het bepaalde in het ie lid van art. 1 van het Lood- gietersbesluit, onder voorwaarde, dat uitsluitend gewerkt wordt met een door de Burgemeester goedgekeurd apparaat. Deze keuring zou dan in handen van de plaatselijke Brandweercommandanten kunnen worden gelegd. DRINGEND Dringend verzoeken wij onze leden hun jaarlijkse bijdrage over te maken op postrekeningnummer 124326, dan wel te storten bij de Bankiers Hope Co. te Amsterdam. 56

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2023 | 1951 | | pagina 22