Nieuwe reclame-verordening te Amsterdam Toen de Bond Heemschut vernam, dat een nieuwe reclame-verordening zou worden gemaakt voor Amsterdam, wendde zijn bestuur zich tot B en W., dat was 20 November 1950, met het verzoek daarin gekend te mogen worden, hetgeen, gezien Heem- schut's werkzaamheid en ervaring op dit gebied niet als een onredelijk verzoek mag worden be schouwd. Op 27 Februari 1951 antwoordden B. en W., dat zij bij besluit van 19 Januari 1951 de nieuwe verorde ning hadden vastgesteld. Wie de volgorde der data nauwkeurig gadeslaat, zal kunnen begrijpen, dat het Bestuur van de Bond Heemschut zich niet ge vleid kon gevoelen. Intussen deelden B. en W. mede, dat in de com missie voor de herziening van de richtlijnen voor de beoordeling der reclames, ook een der lichamen vertegenwoordigd was, welke de belangen van het stadsschoon behartigt. In de nieuwe richtlijnen, aldus B. en W., is in zeer sterke mate met de be scherming van het stedeschoon rekening gehou den. In het bijzonder is de speciale bescherming van de grachten gehandhaafd. Dempingen te Gouda De Gemeenteraad van Gouda heeft met 262 stemmen besloten tot ingrijpende veranderingen in Gouda, welke o.m. inhouden de demping van de Naaierstraat, Achter de Vismarkt en de Raam. De belangrijkste grond, waarop deze voordracht berust is de précaire verkeerssituatie in de binnen stad van Gouda. Men meent, dat deze situatie op gelost zal moeten worden door het aanbrengen van een aantal doorbraken in de binnenstad, welke tevens de verheffing van enige buurten tengevolge zullen moeten hebben, o.a. door de mogelijkheden tot vestiging en ontplooiing van bedrijven te ver groten. De demping van het water van Achter de Vis markt wordt daarbij als een, onvermijdelijk, verlies erkend. Het bestuur van de Bond Heemschut meent, dat deze argumentatie slechts gebaseerd kan zijn op een bepaalde mening ten opzichte van de toekom stige taak en ontwikkeling van Gouda's binnen stad. Deze mening lijkt het volgende in te houden. De binnenstad van Gouda vertoont vele tekenen van verval. In de toekomst kunnen deze opgehe ven worden, indien de vestiging van bedrijven c.q. uitbreiding daarvan in deze binnenstad mogelijk gemaakt wordt. Hiervan zal een verlevendiging en verheffing van dit stadsdeel het gevolg zijn. De huidige straten en wegen in de binnenstad staan een verdere ontplooiing van de aanwezige bedrij ven in de weg, en maken vestiging van nieuwe be drijven onmogelijk. Er dienen dus maatregelen getroffen te worden, waardoor ruimere verkeerswegen in de binnenstad ontstaan. Dit kan geschieden door het betrekken van de Raam en de Naaierstraat Achter de Vis markt in een tweetal doorbraken door de binnen stad, ten behoeve waarvan deze wateren gedempt moeten worden. Het Bestuur van de Bond Heemschut koestert enige twijfel omtrent de juistheid van deze gedachten- gang. Dat de binnenstad van Gouda tekenen van verval vertoont is zonder enige twijfel juist. De vraag rijst echter, of dit verval te wijten is aan het feit, dat niet voldoende bedrijven in de binnenstad geves tigd zijn, of juist aan het feit, dat in een stad, welke op middeleeuwse grondslag is gebouwd, en een be- bouwingswijze vertoonde van woonhuizen met achterliggende terreinen (tuinen), welke woon huizen oudtijds ruimschoots voldoende waren voor de in de ambachtelijke sfeer verkerende bedrijven dier dagen, thans een aantal moderne bedrijven zijn gevestigd, welke de binnenterreinen hebben bezet, en noch door hun afmetingen, noch door gedruis en andere hinder (afvalwater, gassen, rook) in deze oude stad passen. Het zijn naar de mening van het Bestuur zeer waarschijnlijk juist déze be drijven, welke een voor bewoning uitstekend ge schikte stad hebben aangetast, en het verval van gehele buurten in de hand hebben gewerkt. De genoemde moderne bedrijven hebben daaren boven een verkeer medegebracht waarop de oude binnenstad niet is berekend. Het is de vraag, of men, door een aantal doorbraken in de binnenstad 48 FHWOEMiüt MMBU I f» Mprwa s» «I U ut m Gouda, de Raam, die gedempt wordt. foto Ton Koot

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1951 | | pagina 14