ten worden onder de ogen gezien, ook vraagstuk ken van bruggenbouw, ook de quaestie van palen en masten van de netten voor electrisch vervoer, of electrische kracht- en licht-voorziening, ook de tra- cé's van vaarten of van rivieren en beken kwamen onder de aandacht. En telkens weer, bijvoorbeeld bij het vraagstuk van de lintbebouwing of bij dat van de weg door het dorp moest wel blijken, dat de bemoeiingen eigenlijk niet konden worden onder broken, waar de kom van het dorp begon of waar men de bebouwing van de stad naderde. Dit leidde ertoe, dat men in 1939 een tweede commissie in stelde, die aanvankelijk „het Dorp" heette, maar die op den duur de naam „Stad en Dorp" zou krij gen. 'Onder de energieke leiding van haar voorzit ter, Ir Van Hoytema, heeft deze haar arbeid hetgeen ook wel voor de hand lag nog breder opgezet en is zij erin geslaagd, dat gaandeweg in alle provincies subcommissies gevestigd werden, welke bijzondere werkzaamheid tentoonspreiden en de mogelijkheid openen van actieve en vrucht bare plaatselijke actieshet behoud van onze oude pleinen en brinken in hun eigen karakter, het voor komen van slechte bebouwing en het stimuleren van goede, het waken voor beplantingen, het op ruimen van allerlei ontsieringen kortom het be werken van een buitengewoon gevarieerd arbeids veld is haar taak. Al waren de bezettingsjaren wei nig gunstig voor het ontplooien van de activiteit naar buiten, nauwelijks konden wij weer vrij adem halen, of Stad en Dorp zette haar activiteit in. Het ligt thans niet op mijn weg hierover in details te treden, maar als ik even eraan herinner, dat, om slechts een paar voorbeelden te noemen, in Over ijssel een vereniging „Het Oversticht" geheel in Heemschuts geest werkt en zijn Overijsselse sub commissie Stad en Dorp belangrijk subsidieert, en dat in Delft in dezelfde geest een Vereniging „Delft binnen de Vesten" aan het werk is gegaan, datt wordt het duidelijk genoeg, dat de Heemschut gedachte inderdaad een levend bezit van ons volk is geworden Niet Weinig zal daartoe een propa- ganda-middel van weer andere soort hebben bijge dragen - en nog steeds bijdragen - namelijk de uit gave van de zógenaamde Heemschut-serie, door de firma Allert de Lange met medewerking van Heemschuts bestuur ondernomen Men begon er mede op een psychologisch geschikt moment, in 1940 op een ogenblik, dat, na een periode van drei ging van oorlog, waarin de plannen waren be raamd, de vijandelijke bezetting volgde, die, nog sterker dan dit in de jaren van de eerste wereld oorlog het geval was, het eigene en zijn bijzondere waarden tot ons moesten doen spreken. Met graag te en zeker ook met dankbaarheid nam het Neder landse volk kennis van die reeks van pretensieloze, maar meestal met warme liefde geschreven boek jes, die spraken van de „historische schoonheid" dan van deze dan van die stad, van boerderijen, tuinen en buitenplaatsen, van kastelen en hofjes, van meubels en van volkskunst, kortom van al die zaken, waarvoor Heemschut zich moeite geeft be langstelling en liefde te wekken en te versterken. Als ik wel heb, heeft het aantal van de boekjes in deze veelzijdige reeks het eerbiedwaardig getal van 70 reeds overschreden, waarbij dan vele nog een of zelfs meer herdrukken hebben beleefd. Voor hen, bij wie de belangstelling levendig gewor den is kan bovendien in de grootser, en ook veel kostbaarder Heemschutbibliotheek nu en dan iets van wetenschappelijke waarde verschijnen. Een werk als „Duizend Jaar Bouwen in Nederland" is een standaardwerk van betekenis. Is het wonder dat Heemschut, onder de indruk van dit succes met propaganda onder volwassenen, zich ook schaarde onder degenen, die na de oorlog, met nog sterker aandrang dan daarvóór, zich wenden tot de jeugd? Een Commissie „Heemschut en de Jeugd" is de jongste van zijn dochterinstellingen; dat de leiding ervan is toevertrouwd aan de heer Oosterlee doet verwachten, dat de zaak stevig en practisch zal worden aangevat Dit is verheugend omdat het voor ons allen wel duidelijk is, dat, wil de Heemschutgedachte, hoe helder zij vele ouderen voor ogen staat, inderdaad beklijven, haar waarde ^.ook door een jonger geslacht beseft moet worden. In het zeer globaal overzicht, dat ik U gaf van de ontwikkeling van Heemschuts activiteit enerzijds en van de mate, waarin zijn grondbeginselen in gang mochten vinden bij particulieren niet alleen maar ook bij bestuurslichamen en officiële instan ties, heb ik niet verheeld, dat in de 40 jaren, die achter ons liggen ook de gevaren die de schoonheid van ons land, het karakteristieke van deze kleine uithoek van Europa, die ons bijzonder lief is, be dreigen, in omvang en kracht zijn toegenomen. En laat ons niet de illusie hebben, dat zij zullen ver minderen; integendeel: de krachten, die in deze tijd drijven in de richting van materialisme en ver vlakking mogen wij niet onderschatten, vooral niet omdat zij zich plegen te tooien met fraaie namen en aantrekkelijke leuzen: „vooruitgang", „efficiency" „popularisering", het „aanvaarden van de dingen zoals zij zijn" en meer van dien aard gij kent ze alle en weet hoe domheid en vooral onverschillig heid, nog meer dan baatzucht, ze overal te pas brengen, waar het recht van de schoonheid of de waarde van de traditie worden bepleit. Onlangs herlas ik de treffende satire, waarin mijn vriend Van Moerkerken „de Ondergang van het Dorp" heeft beschreven, een brokje historie van Laren, dat, vrees ik een „vergeten hoofdstuk" zou zijn bij 40

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2023 | 1951 | | pagina 18