huizen gaat aftreken, omdat de
steeds groter en onhandelbaar
wordende vrachtauto's niet meci
in staat zijn hun draai door de
daarop nooit berekende nauwe
straten onzer oude steden te
nemen? Is er niet genoeg stads
en landsschoon geofferd aan het
verkeer, en wordt het niet tijd de
zaak eens om te keren en het ver
keer te beduiden zijn buitenspo
rige eisen wat te matigen ten be
hoeve van een stedenschoon, dat
in het menselijk leven een hogere
plaats inneemt of althans in te
nemen behoort dan wat slechts
een middel is om de verplaatsing
van de mens en zijn producten te
versnellen, een versnelling waar
aan in vele gevallen toch werke
lijk niet zo'n grote behoefte be
staat?
U zult mijn betoog misschien wat eenzijdig vinden,
en inderdaad heeft men tegen Heemschut wel eens
meer het verwijt van eenzijdigheid aangevoerd.
Maar wij schamen ons daar niet voor. Met een
variant op een bekend gezegde van een onzer grote
staatslieden zou ik van Heemschut willen zeggen,
dat juist in zijn eenzijdigheid zijn kracht ligt. Ook
de tegenpartij is eenzijdig, waar zij de schoonheid
niet geeft waar deze recht op heeft, en het moge
aan hogere instanties worden overgelaten, uit deze
tegenstrijdige eenzijdigheden de juiste synthese op
te bouwen.
Tot die hogere en hoogste instanties is Heemschut's
stem overigens vaak onbevreesd doorgedrongen.
Want het feit dat Heemschut niet door ambtelijke
banden gebonden is, geeft het grotere vrijheid en
vrijmoedigheid zich te wenden tot instanties, waar
toe andere lichamen zich misschien niet zo gemak
kelijk zouden kunnen wenden. Vergis ik mij, of
wordt dit feit ook in ambtelijke kringen zelf niet
wel op prijs gesteld. Heemschut's stem is zo een
,,vox populi" geworden, een stem die uit het volk
kan opkomen en buiten de ambtelijke kringen om
opstijgen.Deze bijzondere waarde van Heemschuts
stem geeft ons plichten en verantwoordelijkheid.
Maar zij geeft ook rechten en wel dat van de steun
van een groter deel van ons volk. Velen die in hun
hart met ons doel sympathiseren staan nog niet
achter ons. Onze hoop is dat dit spoedig verbetert.
Gelukkig ondervinden wij van verschillende zijden
steun bij ons streven. Er heeft zich langzamerhand
ir) ons land een kring van instellingen gevormd, die
ik gemakshalve met de naam van „Heemschut
kring" zou willen bestempelen, daar zij allen, van
Anpfoto
dezelfde geest als wij bezield, elk een speciaal on
derdeel van de heemschuttaak in het bij/.onder op
zich namen. Als onze oudere zuster in deze kring
mogen wij „Natuurmonumenten", thans met zijn
elf provinciale landschappen en Contact-commis
sie versterkt, beschouwen, die zich in het bijzonder
tegen de ontluistering van de natuur verzet, en
door aankopen al vele belangrijke terreinen voor
ondergang heeft weten te behoeden. „Staatsbosch-
beheer" streeft tegenwoordig gedeeltelijk ook een
zelfde doel na. De Kon. Ned. Oudheidkundige Bond
heeft wel in de eerste plaats de studie der Oudheid
kunde ten doel, maar komt door de bestudering
van het oude ook tot zijn bescherming. „Hendrick
de Keyser" redt verwaarloosde panden door aan
koop; „De Hollandsche Molen" tracht de droeve
resten van ons aloude molenbezit voor ondergang
te behoeden; „Menno van Coehoorn" verzorgt de
overblijfselen van onze vestingwerken. De „Rijks
commissie voor de Monumentenzorg", hoewel
haar zorgen meer in het bijzonder over de grote en
grootse monumenten, uitstrekkend, terwijl Heem
schut ook juist het meer bescheiden dorps- en stads-
monument, vaak zo belangrijk voor het gehele
stadsbeeld, onder zijn hoede neemt, is een van onze
sterkste bondgenoten. De „Monumentendag" or
ganiseert jaarlijks een bijeenkomst van een of meer
dagen, geheel aan heemschutproblemen gewijd.
„De Kastelenstichting", de verschillende provin
ciale en stedelijke oudheidkundige en historische
genootschappen, die op een beperkter territoir een
zelfde activiteit vertonen als Heemschut over ons
gehele land doet, zij behoren alle bij ons. De
„A.N.W.B.", door zijn grote ledental de invloed-
35
Voorzitter Bierens de Haan opent