DE VIERING VAN
ONS JUBILEU M
De viering van het veertig-jarig bestaan van de
Bond Heemschut is op 2 Februari een gedenkwaar
dige wapenschouw geworden.
De grote zaal van de Drucker-uitbouw in het Rijks
museum met haar gobelins enerzijds en de hier her
bouwde gevelwand van de stadhouderlijke stallen
van Breda anderzijds bood een even merkwaardige
als passende achtergrond voor de plechtige samen
komst.
Het door Georg Rueter in 1914 geschilderde por
tret van architect A. W. Weissman hing in de zaal
als een stille hulde aan deze energieke initiatief
nemer en eerste secretaris van Heemschut. Terzijde
was een bescheiden tentoonstelling ingericht van
afbeeldingen, die een overzicht gaven van de vooi-
naamste werkzaamheden van de Bond en zijn com
missie de W.I.L. in de achter ons liggende jaren, te
vens was de volledige serie van 70 Heemschutdelen
aanwezig met de reisexemplaren der te verschijnen
boekjes over „Zilver" en „Zuid-Limburg".
Een stroom van brieven en telegrammen uit de elf
delen des lands en zelfs uit Indonesië, België, Frank
rijk en Zweden had al getuigd van het meeleven
van vele overheidsinstanties, verenigingen en par
ticulieren, op de middag zelf kwamen ruim 180
vertegenwoordigers van Rijk, Provinciën, Ge
meenten en zusterverenigingen, alsmede buiten
gewone leden persoonlijk ter receptie. Dat daarbij
niet alleen de mede-oprichter, ons erelid Mr P. G.
van Tienhoven, maar ook het van zijn ziekbed op
gestane erelid, onze oud-secretaris A. A. Kok, kon
zijn, was naast een vreugde ook een zeer welkome
verrassing.
De feestelijke bijeenkomst werd ingeleid door de
voorzitter, die de gasten welkom heette en een uit
eenzetting gaf van de plaats en betekenis van
■Heemschut in de huidige vaderlandse samenle
ving. Zijn rede is in dit nummer opgenomen.
Daarna zou de Staatssecretaris van Onderwijs,
Kuns.ten en Wetenschappen Z.Exc. Mr J. M. L.
Th. C-als het woord voeren. Ziekte verhinderde aan
dit zozeer gewaardeerde voornemen gevolg te ge
ven. Als vertegenwoordiger van Zijne Excellentie
sprak daarom de Chef der afdeling Oudheidkunde
en .Natuurbescherming, de heer E. A. Kuipers, die
kort releveerde, hoeveel schoonheid van stad en
land ten offer was gevallen aan onverschilligheid,
maar ook aan het toenemende verkeer te land, aan
mechanisatie en electrificatie. Spreker bracht
Victor de Stuers in herinnering, als eerste Referen
daris voor Kunsten en Wetenschappen verbonden
aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken, die
met overrompelende energie de inertie te lijf ging
en de wegbereider werd van de heemschutgedach
te, welke sedert 1911 belichaamd werd in de toen
gestichte Bond. Wijzend op de uitstekende samen
werking, welke met het Departement van O., K.
W. bestaat, en op de staat van dienst van de Bond
Heemschut, bracht spreker de dank van de Rege
ring over voor het werk van de Bond en wenste deze
een vruchtbare en zegenrijke arbeid toe.
De feestredenaar van de dag Dr H. E. van Gelder
gaf daarna in een meesterlijke samenvatting de
historische ontwikkeling van Heemschut weer, te
ruggrijpend in de schat van persoonlijke herinne
ringen aan stuwkrachten zoalsWeissman, Pos, de
grote man van de A.N.W.B., Heemschut's eerste
voorzitter Mr Buma, die het Popta Gasthuis res
taureerde, aan de omstandigheden rondom de op
richting aan de invloed van de beide wereldoorlo
gen en aan de begrippen, welke dank zij het streven
van Heemschut en diens zusterorganisaties geleide
lijk aan veld wonnen en een nieuw inzicht gaven
aan ons land. Heemschut's publicaties, zijn com
missies en sub-commissies werden in het licht van
de eerbied voor de schoonheid, de traditie en de
stijl van het land gesteld en culmineerden in het ge
bod: hebt eerbied. Uiteraard stond spreker stil bij
de Monumentenwet, waarvoor reeds in 1910 door
de Oudheidkundige Bond een ontwerp is aangebo
den, waarvoor in 1948 door de voorlopige Monu-
mentenraad een vóór-ontwerp is ingediend, waar
bij niét alleen het monument-op-zich-zelf, maar
ook stads- en dorpsgezichten zouden worden be
schermd. Met de bemoedigende wens tot uithou
dingsvermogen en goede moed besloot spreker zijn
in grote aandacht beluisterde en met warme in
stemming ontvangen feestrede. Mr Arn. J. d'Ailly
beklom daarna het spreekgestoelte om als Burge
meester van de hoofdstad, plaats van oprichting en
zetel van de Bond, te getuigen van waardering, de
verzekering te geven van zijn persoonlijke belang
stelling en op te wekken tot medewerking om niet
alleen de gevels, maar ook de interieurs bij een
Monumentenwet te betrekken en wel op een zo
danige wijze, dat de stad zowel levend als schoon
blijve.
Voorzitter, Dr J. A. Bierens de Haan sloot daarna
de bijeenkomst met een dankwoord aan sprekers en
aanwezigen, waarna de receptie door het Dagelijks
Bestuur een aanvang nam.
In bonte rij kwamen nu de aanwezigen het bestuur
complimenteren. Behalve enige enveloppen met
inhoud, welke de penningmeester van ongenoemde
gevers en de aanmelding van 14 leden, welke de
secretaris mocht ontvangen, werd door vertegen-
32