ge en ook b.v. bij de benoeming van burgemeesters
vormt de houding der betrokkenen t.o.v. de daar
aan verbonden problemen en belangen geen of
nauwelijks een punt van overweging. Men moge
dit betreuren, maar het is eenmaal zo.
Meer begrip nodig
Eerlijk gezegd, zien we geen weg om hier uit te
komen, althans geen andere en daarop willen we
dan ook de volle nadruk leggen, dan het aanbren
gen in brede kring van meer kennis, meer begrip,
meer belangstelling, meer liefde voor de belangen,
waarom het hier gaat. Hier ligt o.i. een taak voor
pers, voor radio, voor volksuniversiteiten en, wat
de dorpen betreft, b.v. voor Nutsdepartementen,
e.d. Is eenmaal het volk goed opgevoed, dan zal
dit zijn weerslag laten gevoelen in de besturen, in
de ambtelijke instanties, enz., want ook in dit op
zicht heeft elk volk de regering, welke het verdient.
We vinden het jammer, dat wij, met betrekking tot
de provinciale besturen en hun P.P.D.'s voorshands
van dit scepticisme blijk moeten geven, daar hun
taak en invloed bij gemeentelijke uitbreidings
plannen zo belangrijk is. Is nu een demping ver
werkt in zo 'n plan, dan is er tenminste nog altijd
de mogelijkheid om daartegen in beroep te gaan
en een contradictoire behandeling voor de Raad
van State, afd. geschillen van bestuur, uit te lok
ken. Maar in het licht van de jongste administra
tiefrechtelijke jurisprudentie valt te vrezen, dat
dempingen van grachten en vaarten in de kom
buiten zulk een plan zullen worden gelaten en
slechts op incidentele raadsbesluiten zullen worden
gebaseerd. Zulk een besluit is c.q. wel voor vernie
tiging vatbaar, maar het is moeilijker daartegen
en tegen het desbetreffend goedkeuringsbesluit
van Ged. Staten, voorzover goedkeuring is ver
eist te ageren dan tegen een uitbreidingsplan.
Daarbij komt, dat sommige colleges van Ged.
Staten zich, o.i. ten onrechte, op het standpunt
stellen, dat zij alleen met de financiële consequen
ties voor de gemeente te maken hebben.
Kunnen we dus ten aanzien van de provinciale
besturen en hun diensten niet geheel gerust zijn en
stellen ook deze ons steeds weer voor teleurstellin
gen, met de gemeenten, hun diensten of de door
hen geraadpleegde planologen, "is dit nog minder
het geval.
Het zij verre van ons kwaad te spreken van de
planologie, maar we kunnen de ogen niet sluiten
voor de waarheid, dat de ervaring Amersfoort,
Woerden en Leiden ons leert, dat het enkele feit,
dat een plan in beproefde planologische handen
is, niet voor boze verrassingen vrijwaart.
Wij willen gaarne in de planoloog de goede
een scheppend kunstenaar zien. Maar of bij de
zucht naar her-ordening altijd voldoende oog cn
hart bestaat voor het historisch gewordene, is een
andere vraag. Derhalve kunnen we nimmer afzien
van de plicht der waakzaamheid, ook al is een plan
in nog zo bevoegde handen.
Dus, Heemschutters, let op U saeck!
111
De foto's in dit en voorgaand artikel
Zijn van Ir. G. C. van der Vhs.
NOOT VAN DE REDACTIE:
Bij het ter perse gaan van dit nummer wordt ons uit Fries
land een knipsel uit de Leeuwarder Crt. gezonden. Het be
treft de ongerustheid over Sloten, uitgesproken in de najaars
vergadering van de Federatie van Friese Musea cn Oud
heidkamers op 25 Nov. j.1.
„Op uitnodiging van mr Hartung, die zeide, dat de beslis
sing inzake Sloten al genomen is, vertelde ir Tuinstra, Dir.
v. d. P.P.D., een en ander over deze zeer ingewikkelde
kwestie. Spr. zeide, dat er in Friesland een geweldige achter
stand bestaat in het wegennet. Hierin moet op korte termijn
verbetering komen. Het gaat er nu alleen maar om: hoe.
Het gaat om de totale structuur van Friesland, ook in Sloten.
We kunnen er geen museum van maken. Trouwens, over
75 tot 150 jaar ligt het tegenwoordige Sloten toch in puin.
De woningen zullen dan alle onbewoonbaar verklaard
moeten worden, want de huisvestingstoestanden zijn er er
barmelijk. Blijft het inwoneraantal constant, dan komt dit
neer op een revisie van de gehele stad, die dan nieuwe af
metingen zal moeten krijgen. Daaraan is niet te ontkomen.
En wat de weg door Sloten betreft, die zal over het bolwerk
gaan. Laat men echter vertrouwen hebben in de autori
teiten, enz.". De vergadering deelde dit vertrouwen niet
en besloot zich tot Ged. Staten te wenden.
Mr Dr P. G. VAN TIENHOVEN
In goede welstand vierde ons erelid mr dr P. G. van Tien-
hoven op Zondag 19 Nov. j.1. zijn 75ste verjaardag. Onge
twijfeld vertolken wij de gevoelens van allen die de heem-
schutgedachte voorstaan, wanneer wij de heer Van Tien
hoven, ter gelegenheid van het bereiken van deze mijlpaal,
in ons orgaan hulde brengen voor zijn onvermoeide strijd
om het behoud van de schoonheid, in het bijzonder die
van de natuur en de Hollandse molens.
Heemschut zal altijd dankbaar blijven, dat uit het gesprek
tussen de heren Van Tienhoven en Weissman in het voorjaar
1909 de gedachte is ontsproten iets te doen om verdere ont
siering van stad en land te voorkomen. Uit die gedachte is
de Bond Heemschut ontstaan. Van onze Bond is de heer
Van Tienhoven sedert de oprichting in 1911 onafgebroken
bestuurslid.
Terugblikkend op het verleden zal niemand het de Bond
Heemschut euvel duiden, dat deze zich in het begin van het
jaar 1923 door mr. Van Tienhoven liet vertegenwoordigen
op een vergadering te Amsterdam, bijeengeroepen om te
geraken tot het stichten van een vereniging, welke zich het
behoud van de molens in Nederland ten doel zou stellen!