leuze: „handen af van onze oude dorps vaar ten".
Of wij dan, blind voor alle andere belangen, elk
stukje vaart zouden willen handhaven en ons, zoals
ons reeds werd tegengevoerd, vastbijten in 'n zeker
dogmatisme? Natuurlijk niet, maar wel zouden
we en het ligt o.i. op de weg van de provinciale
autoriteit om hiervoor oog te hebben op de
voorgrond gesteld willen zien, dat, zoals elders b.v.
de brink een typerend deel van het dorpsbeeld uit
maakt, dit in Friesland met de vaart het geval is
en deswege daaraan niet zonder uiterste noodzaak
mag worden geraakt. Dit als uitgangspunt.
Wil men dit ons standpunt wraken Dan zullen we
ons troosten met de gedachte te zijn in het goede
gezelschap van niemand minder dan wijlen Dr.
J. P. Fockema Andreae, die reeds jaren geleden zo
„naief(of van te goed vertrouwen) was te menen,
dat „de ware hedendaagsche stedebouwer wijzer
(is) geworden" en niet meer zal raken aan de „eigen
schoonheden" van de Nederlandse steden èn dor
pen, waarbij te bedenken valt, dat „van ouds het
water tot de vermaardste kenmerken van onze
vaderlandsche nederzettingen (behoort)". Dit erf
goed mag niet aan kruidenierspolitiek worden op
geofferd. Want daar komt het in de practijk, laten
we eerlijk zijn, gewoonlijk op neer, n'en déplaise
alle zwaarwichtige beschouwingen ten betoge, dat
het nodig is elk geval op zichzelf te beoordelen, en
allerlei belangen minutieus tegen elkaar af te we
gen.
Kunnen we hier, en met name wat betreft de pro
vincie Friesland, gerust zijn? Flelaas niet. Vleiden
we ons met de hoop, dat de afgew impelde demping
van de vaart te Poppingawier een kentering mocht
betekenen, vooral ook in het licht van de daarbij
gepubliceerde opvatting van de Prov. Plan. Dienst,
het hoofd van deze dienst heeft op de Leeuwar
der vergadering gewaarschuwd, dat hieruit (en uit
het geval-Heerenveen, waar de demping ook niet
doorgaat"' geen conclusies mogen worden getrok
ken.
Er staan blijkbaar nog meer gevallen op het reper
toire. Eén ervan werd reeds vroeger door ons ver
meld, nl. Oosterwierum, waar, bij demping, ook
weer een dorpsbeeld totaal verknoeid zou worden.
Wij weten nu, dat bij elk geval, ook door de P.P.D.,
gewikt en gewogen zal worden; zijn onze inlich
tingen juist, dan heeft dit tengevolge gehad, dat in
het geval-Bolsward de schaal weer naar de verkeer
de kant is overgeslagen.
P.P.D.'s altijd tegenwicht
Voor hen, die in de P.P.D.'s gaarne een tegenwicht
zien tegen plaatselijke onverschilligheid en kort
zichtigheid, zal dergelijke ervaring met deze dien
sten ook in Utrecht werd het beruchte dempings
plan van Amersfoort door de provinciale autoriteit
goedgekeurd een ernstige teleurstelling zijn.
Men moet, voor een juiste beoordeling intussen in
het oog houden, dat de P.P.D.'s, daargelaten hun
persoonlijk inzicht in een bepaalde materie, toch
altijd diensten zijn en dat het menselijk is, dat
zij, bij het bepalen van hun gedragslijn, rekening
houden met de inzichten van hun superieuren, de
colleges van Gedeputeerde Staten.
Men kan moeilijk aannemen, dat deze colleges op
grond van hun samenstelling, waarborg bieden,
dat de belangen, welke hier in het geding zijn, bij
hen steeds de waardering en zorg zullen onder
vinden, waarop zij aanspraak hebben. Onze demo
cratische staatsinstellingen bieden over het alge
meen deze waarborg helaas niet. Waarmee aller
minst wil gezegd zijn, dat een andere bestuursvorm
dit wel zou doen. De ongerechtigheden, in de vori
ge eeuw aan zovele monumenten bedreven, komen,
wat de gemeenten betreft, voor rekening van de
toen overwegend uit de plaatselijke aristocratie,
althans bourgeoisie voortgekomen besturen. Van
een bevolking, die gemeenteraden en verenigingen
„Dorpsbelang" voortbrengt, die er geen been in
zien ideele waarden op te offeren aan al of niet
juist geziene materiele overwegingen, is moeilijk
aan te nemen, dat zij via een getrapt kiesrecht een
provinciaal college in het leven zal roepen, bij wel
ke samenstelling de houding der leden ten opzichte
van vraagstukken als deze ook maar enig gewicht
in de schaal zou leggen.
Men begrijpe ons wel goed. Het zij verre van ons
hier een argument te willen smeden tegen de de
mocratie. Onverdachte democraten als Henri Polak
en Schaper hebben steeds op de bres gestaan voor
het behoud van stads-, dorps- en landschapsschoon.
Maar bij de samenstelling van eembestuurscolle-
110
Sint Anna vóór de demping.