Als wij inderdaad de architectonische schoonheid van onze
waardevolle stadskernen willen behoudenis het dan niet
dringend nodig een eind te maken aan het voortdurend
langer en breder worden der transportauto's?
Indien in deze richting geen krachtige maatregelen
worden genomen, dan is straks geen enkele oude
stadskern meer veilig, en zal, onder het motto: de
stad moet levend blijven, elke oude binnenstad
vermoord worden.
Overigens zou het aan banden leggen van lengte
en breedte der vrachtauto's ook een zegen zijn voor
de verkeersveiligheid. Wij beseffen, dat dit niet een
maatregel is, die door het stadsbestuur van Alkmaar
genomen kan worden, maar dat dit op hoger plan
dient te geschieden. Daarom stellen wij hier clit
vraagstuk met klem aan de orde.
De Bond Heemschut heeft zich inmiddels tot de
Ministers van Verkeer en Waterstaat, Binnenlandse
Zaken en Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
gewend.
Ir G. C. van der V l i s
DEMPINGEN IN FRIESLAND
Op de algemene ledenvergadering te Leeuwarden hield ir.
van der Vlis een inleiding over de geschiedenis van het ont
staan en hel verdwijnen van een deel der grachten in
Leeuwarden. Wij verzochten de inleider zijn samenvatting
voor Heemschut op schrift te stellen. Plaatsgebrek verhin
dert ons de gehele tekst op te nemen. Hieronder volgt de
inventarisatie der grachten van Leeuwarden en indrukken
van de gevolgen der dempingen in de provincie Friesland.
Red.
Redelijkerwijs mag worden gezegd, dat de grach
ten van Leeuwarden momenteel veilig zijn. Dit
geeft ons aanleiding om thans een kleine inventari
satie te houden.
De noordelijke en westelijke stadsbuitengracht met
de bastions vormt een aantrekkelijk geheel, als
slechts nog in enkele andere vestingsteden gespaard
is gebleven.
Voorstreek, Kelders, Waeze, Naauw, Nieuwestad
en Schavernek vormen tezamen nog een stelsel van
stadsbinnengrachten, dat er zijn mag, al is het
jammer, dat de kleine binnenscheepjes de laatste
20 jaren geheel verdwenen zijn.
De oostelijke stadsbuitengracht met haar drukke
scheepvaartbeweging vertoont een stadsdeel vol
leven en bedrijvigheid.
Het Vliet met de aangrenzende bebouwing en be
drijfjes heeft nog voor een groot deel het eigen ka
rakter bewaard.
Wat de gedempte grachten betreft:
De Tweebaksmarkt in de huidige vorm kan een
vergelijking met de vroegere toestand niet door
staan. Hier is helaas veel schoons verloren gegaan.
Toch had de toestand veel bedroevender kunnen
zijn. De langs de gedempte gracht staande belang
rijke gebouwen Kanselarij, Friesch Museum,
Provinciehuis, Postkantoor e.a. maken, dat geen
al te hinderlijke wanverhouding is ontstaan tussen
straatbreedte en bebouwing.
Ook de Eewal kan er nog enigszins mee door, al
zal het aanzien tijdelijk veel verminderen, wanneer
de oude bomen binnen afzienbare tijd moeten wor
den gerooid en door een nieuwe beplanting ver
vangen.
Gezien de slechte toestand, waarin deze bomen
rijen verkeren, maakt, dat het in de naaste toe
komst wel tot rooien zal moeten komen. Een plan
voor een nieuwe boombeplanting, ook in de Schoon
heidscommissie beoordeeld, ligt al jaren gereed,
maar het zijn niet alleen de tijdsomstandigheden,
die de vernieuwing van de beplanting steeds ver
schoven hebben. Het is onder een deel van de be
volking gebruikelijk, de gemeentelijke plantsoen
dienst voor te stellen als een instelling, wier liefste
bezigheid is om de mooie beplantingen om te hak
ken. De nuchtere waarheid is, dat het kappen steeds
maar op de lange baan geschoven wordt, omdat
wij opzien tegen de periode, die zal verlopen tussen
het rooien en het tijdstip, waarop de nieuwe be
planting het stadsbeeld weder zal kunnen beheer
sen. In die periode toch zal de Eewal een gedempte
gracht zijn in de minder goede betekenis van dit
begrip.
Wie echter een gedempte gracht in volle lelijkheid
wil aanschouwen, richte zijn schreden naar de
Nieuwe Buren. De wekelijkse Zaterdagse markt
maakt het planten van een voldoend aantal bomen
bezwaarlijk. Wanneer echter in een niet al te ver
wijderde toekomst deze straat tot hoofdverkeers
weg zal worden, zal die markt naar elders moeten
worden verplaatst. Het gevolg zal dan zijn, dat
niet alleen een meer passende beplanting zal kun-
104