aardse gang naar de kerk en
ongetwijfeld in gebruik is geweest
als klooster. Hoe het zij, de ge
schiedenis van Boekeloo, voorzo
ver die teruggaat tot vóór 1600 is
tot nu een gesloten boek, wij
kennen geen enkel geschrift dat
ons enige opheldering kan ver
schaffen. Bij de restauratie is ge
bleken dat het huis in het begin
van de 17de eeuw werd opgetrok
ken uit materiaal dat al eerder
dienst had gedaan. Van de his
torie van het gebouw na 1600 is
genoeg bekend om een bewonings-
geschiedenis van het huis te kun
nen reconstrueren.
Het is bekend dat leden van het
Overijsselse riddermatige geslacht
Sloet zich in het begin van de
17de eeuw op het Bennekomse
huis Boekeloo vestigden, dat juist zij de naam
„Boekeloo" aan het huis gaven is niet uitge-
sloten.Timon Sloet, schenker van de reeds boven
genoemde klok in de kerk van Bennekom, werd
geboren in 1613, hij noemde zich heer van Boe
keloo. Ongetwijfeld is hij de man geweest die het
huis voor bewoning geschikt heeft gemaakt. Wij
weten dat zijn eerste vrouw Aleid van Rou-
wenoort op het huis Boekeloo overleed.
Overigens zal Timon niet veel in Bennekom ver
toefd hebben daar hij vele en langdurige diensten
aan ons jonge Indiè bewees. Op 24 Februari 1662
wordt het goed aan Timons zoon
Arent door zijn ouders opgedra
gen. Arent wordt in 1663 genoemd
als amptsjonker van Ede. Ook
Arent heeft het huis niet voor
meer dan een pied a terre ge
bruikt, in het oudst aanwezige
verpondingskohier waarin Boe
keloo voorkomt en welk kohier
begint bij 1647, vindt men dat
Boekeloo in 1651 was verpacht
aan Evertjacobsz., zichnoemende
„Boeckelo". De bezitting werd
toen aangeduid met: „Het Huys
te Boeckeloe toekomende aan Jor
Sloot", het heet dan: „Evert
Jacobsz Boeckelo heeft van Jor
Tijmen Sloot huijs, hoff" en ver
der zaaivelden, hooiland onder
Wageningen en weilanden.
In 1671 is het huis verpacht aan
Henrick Barten, „jonker Sloot" is dan nog steeds
eigenaar. Van 1680 afwordt als eigenaar genoemd
Generaal Majoor Wijnbergen, dan verkrijgt Arent
Sloet het familiegoed Warmeloo.
Het huis „Boekeloo" heeft twee aangezichten, na
dert men het huis over het kerkepad dan ziet men
een boerderij, loopt men langs de Achterstraat dan
denkt men met een herenhuis te maken te hebben.
Vermoedelijk heeft het in beide functies dienst ge
daan. Het zal tot 1650 een herenhuis zijn geweest,
na dat jaar zal een gedeelte van het huis geschikt
zijn gemaakt voor het stallen van vee, of er toen
101
Voorgevel Zuidzijde na de Restauratie (October 1949)
Linkergedeelte voorgevel Zuidzijde. Het oude gesloten kruisvenster is hierbij
zichtbaar.