slechts één antwoord binnen. Niettemin blijft de
commissie hopen, dat t.z.t. een dergelijke, jaarlijks
wederkerende dag van bezinning op de heemschut
gedachte wordt ingesteld.
Als belangrijk punt van bespreking noemen wij
hier verder de vraag in hoeverre bij het landbouw
onderwijs de heemschutgedachte ingang kan ver
krijgen. Besprekingen te dien opzichte worden
voortgezet.
Ter sprake kwamen voorts de boomplantdagen,
welke de commissie van zeer grote betekenis acht,
de activering van de jeugd op de wijze, zoals in
Zwitserland met veel succes toepassing vindt, pro-
paganda-mogelijkheden via de pers en de radio
eventuele wijzigingen in verschillende examen
programma's (o.m. onderwijzers, hoofdonder
wijzers-examenprogramma), etc. zodanig, dat
bij de opleiding eventueel meer aandacht besteed
wordt aan heemschut en zijn betekenis.
Besloten werd tot instelling van een kleine commis
sie tot onderzoek inzake hetgeen vanwege de com
missie gedaan zou kunnen worden ter bevordering
van de belangstelling der jeugd voor de volkskunst
en de actieve beoefening daarvan.
Uitvoerig is van gedachten gewisseld over de vraag,
op welke wijze de a.s onderwijzers betrokken zou
den kunnen worden bij de heemschutgedachte en
de propagering daarvan onder de jeugd. De com
missie is overtuigd, dat vooral de onderwijzers in
grote mate kunnen bijdragen tot de verspreiding
der heemschutgedachte, indien zij zelf daarvoor
gewonnen worden. Besloten werd een prijsvraag
uit te schrijven voor de a.s. onderwijzers, leerlingen
van het derde leerjaar der Kweekscholen.
De prijsvraag werd aldus geformuleerd:
Gevraagd wordt een behandeling in de vorm van
een uitgewerkt project of belangstellingseenheid, van
een plaats of streek in Nederland op zodanige wijze,
dat door middel van vragen, opdrachten, tekenin
gen, schema's, illustraties, tekst, enz. enz. leer
lingen van een lagere school de historische, geo
grafische, biologische en eventueel folkloristische
bijzonderheden van hun woonplaats of woon
streek leren kennen en dat mede daardoor bij hen
belangstelling en liefde gewekt wordt voor hun
heem. De verhandeling moet gehouden worden in
een voor de leerlingen van de lagere school passen
de vorm, d.w.z. de tekst, illustraties, enz. moeten
aansluiten aan het ontwikkelingsniveau van de
kinderen.
De deelnemers(sters) zijn vrij in de keuze van het
leerjaar.
De uitwerking van de scriptie mag ook in groeps
verband tot stand gekomen zijn.
Elke scriptie moet onder vermelding van een motto
worden ingezonden, in een gesloten enveloppe,
waarop het motto van de scriptie, het adres (adres
sen) van de samensteller(s) of samenstelster(s) ver
meld is (zijn).
Inzendingen dienen vóór i November 1950 te ge
schieden.
Een jury wordt gevormd uit deskundigen, werk
zaam bij het Kweekschoolonderwijs en het Lager
Onderwijs. Haar uitspraak is bindend. Na het be
kend worden van de uitslag ontvangen alle in
zenders (sters) hun werkstukken terug.
De Commissie noch de jury kan aansprakelijk ge
steld worden voor het eventueel verloren gegaan
zijn van de werkstukken.
Een aantal prijzen, bestaande uit een eerste prijs
van 25 gulden, een tweede prijs van 20 gulden, een
derde prijs van 10 gulden en verder 9 prijzen van
elk 5 gulden, alle uit te keren in de vorm van een
z.g. boekenbon met aangeduide waarde, zijn be
schikbaar gesteld.
Onderhandelingen zijn nog gaande met de uit
geverij van de Heemschutserie om zo mogelijk de
prijswinnaars te stimuleren voor de behaalde prij
zen boeken uit dit fonds aan te schaffen, waarvoor
dan vermoedelijk een belangrijke reductie gegeven
zal worden.
De commissie stelt het op hoge prijs, dat de Hoofd
inspecteur van de Onderwijzersopleiding, de Heer
C. Kleywegt, de prijsvraag met een woord van
aanbeveling vergezeld heeft laten gaan.
Als laatste belangrijk punt van bespreking op de
verschillende bijeenkomsten der commissie en van
het Dagelijks Bestuur zij hier tenslotte genoemd het
voorstel van de voorzitter der commissie om in de
nabije toekomst een congres te beleggen ter be
spreking en bestudering van de mogelijkheden der
verspreiding van de heemschutgedachte onder de
jeugd in en buiten schoolverband.
Verschillende besprekingen, o.a. met de directeur
van het Openluchtmuseum te Arnhem werden
reeds gevoerd.
Het ligt in de bedoeling dit congres in Arnhem te
houden.
De commissie brengt ook nu weer gaarne haar
dank voor de medewerking en steun, door haar
ondervonden van de Bond Heemschut en de ver
schillende instellingen en organisaties, die in de
commissie vertegenwoordigd zijn of haar werk
bevorderen willen.
J. VAN MOURIK
Secretaris
90
I