A. G. M. Boost
BEBOUWING ZEEWEG TE BLOEMENDAAL
Eind 1948 werden enkele bij voorlopig Raadsbe
sluit goedgekeurde partiële uitbreidingsplannen
van de gemeente Bloemendaal ter visie gelegd,
waaruit bleek, dat o.a. een rij villa's was geprojec
teerd aan de Zeeweg te Overveen op een smalle
strook grond ter lengte van ongeveer 200 m, gele
gen tussen de weg en de op een duinregel staande
watertoren.
De Commissie W.I.L. wendde zich aanstonds bij
schrijven van 2g November 1948 tot het gemeente
bestuur van Bloemendaal, waarin o.m. het vol
gende naar voren werd gebracht:
„Zij (Commissie W.I.L.) zou het ten zeerste
betreuren, indien aan dit plan uitvoering zou
worden gegeven, omdat naar hare mening hier
door het open en weidse duinlandschap, hetwelk
ter plaatse reeds aanstonds het karakteristieke
aspect aan deze landschappelijk bijzonder ge
slaagde weg geeft, in sterke mate zou worden
aangetast.
Het wil haar bovendien voorkomen, dat een rij,
op geringe afstand van elkaar staande woningen,
waarvan de rooilijn op slechts enkele meters van
het langs de zeeweg lopende voetpad komt te
liggen, de indruk van een lintbebouwing zal ge
ven, waardoor de schade aan het landschap nog
hinderlijker zou zijn. Tevens moet worden ge
vreesd, dat, de eerste schrede gezet zijnde, ver
dere bebouwing in deze richting slechts een
kwestie van tijd zal zijn.
De smalle bouwstrook ter plaatse laat voorts niet
toe, dat beplantingen van enige omvang om de
geprojecteerde villa's kunnen worden aange
bracht, waardoor deze niet op afdoende wijze
kunnen worden afgeschermd.
Resumerende vermeent onze Commissie Uw
College met aandrang te moeten adviseren de
voorgenomen bebouwing ter plaatse geheel ach
terwege te laten."
Hierop werd door B. en W. medegedeeld, dat, aan
gezien de Commissie W.I.L. niet als direct belang
hebbende kon worden beschouwd, het verzoek tér
zijde was gelegd.
De Commissie wendde zich vervolgens dd. 36 De1
ceniber 1948 met een overeenkomstig verzoek tot
het College van Gedeputeerde Staten van Noord-
Holland.
Bij Besluit van 25 Januari 1950 werd door Ged.
Staten als volgt beslist:
Gelezen een schrijven van Burgemeester en Wet
houders van Bloemendaal dd. 1 Februari 1949,
waarbij ter goedkeuring wordt ingezonden het
besluit van de Raad dier gemeente dd. 16 De
cember 1948 tot vaststelling van een partieel uit
breidingsplan met bestemming in onderdelen en
aanduidingen betreffende de bebouwing voor de
strook grond, gelegen aan de Zeeweg té Over
veen, aan de voet van de Watertoren der Haar
lemse Waterleiding;
Gezien de brieven van de Koninklijke Neder-
landsche Toeristenbond A.N.W.B. te 's-Graven-
hage, dd. 30 December 1948, van de Commissie
„De Weg in het Landschap" W.I.L. van de
Bond Heemschut te 's-Gravenhage dd. 30 De
cember 1948 en van Burgemeester en Wethou
ders van Haarlem dd. 20 Januari 1949, houden
de bezwaren tegen voormeld plan van uitbrei
ding,
alsmede het schrijven van de Pharmaceutisch
Inspecteur van de Volksgezondheid te Leiden
dd. 8 Augustus 1949, houdende mededeling, dat
hij de bezwaren van het gemëentebestuur van
Haarlem kan onderschrijven;
Gelet op de terzake ingewonnen berichten van
Burgemeester en Wethouders van Bloemendaal,
73
De strook die bebouwd moest worden