Schiedam heeft nu wel de grootste reigerkolonie uit heel Nederland, een bezienswaardigheid op zichzelf, maar een bezienswaardigheid op een afstand Ter wille van het steeds drukker wordende verkeer werd in 1941, dwars door het voorgedeelte van de Plantage een straat gemaakt met een parkeer ruimte. De hoofdingang kwam daardoor te verval len en in dat gebrek is nog niet voorzien. In dat af gesneden stuk, de kop van de Plantage, waarin het tijdelijk oorlogsmonument werd geplaatst en dat voor het blijvend monument is bestemd, bevinden zich naast enige afgeleefde iepen, enige bijzondere bomen, die de aandacht vragen, o.a. een zeer zwaar exemplaar van de eenbladerige Es (Fraxinus monophylla), een soort die de laatste jaren erg op de voorgrond treedt voor straatbeplanting, een boom van 80 cm stamdoorsnede en een stamlengte van 6 m. Het is te hopen dat bij wijziging van de aanleg aldaar deze boom gespaard zal kunnen worden. Evenals het merendeel der bomen in de Plantage, is deze nog van de planting van 1826, dus haast 125 jaar oud. Een groter gevaar voor de Plantage dreigde toen de plannen bekend werden dat de Schiedamse Cul turele Gemeenschap in het voorste deel der Plan tage, een Cultureel Centrum wilde bouwen, be staande uit een semi-permanente schouwburg toneelzaal met annexen, tezamen 2000 c.a. groot. Dat plan werd reeds in 1948 gevormd, in Den Haag goedgekeurd, voor enkele tonnen materiaal toewij zing was verkregen en aan de pers en aan iedereen, die er iets mee te maken had werd het stilzwijgen opgelegd. Maar toch lekte er iets van uit in Juli 1949. Aan stonds bleek dat lang niet de gehele burgerij achter dit plan stond en dat velen niets van de Plantage wilden missen en er niets voor bouwterrein van wil den afstaan. Een in allerijl opgericht Comité, ver zamelde in drie weken tijds ongeveer 11.000 hand tekeningen (in een gedeelte der stad), op een adres aan de Raad verzoekende het Cultureel Centrum niet in de Plantage te bouwen, doch daarvoor een andere plaats aan te wijzen. In de Raadsvergadering van 28 Oct. 1949 kwam het voorstel van B. en W. ter tafel, behelzende om een deel van de Plantage voor het oprichten van een Cultureel Centrum aan te wijzen, de benodig de grond voor 60 jaar in erfpacht te geven en te be sluiten tot een belangrijke garantie. Bij de behan deling van dit punt werd zowel het voor als het tegen breed uitgemeten. Men was het er wel over eens dat het gevraagde, het mooiste gedeelte was van het centrum van de stad en dat de kop van de Plantage mooier is in zijn tegenwoordige toestand dan wanneer er een gebouw zal staan. Ook werd De Plantage te Schiedam in de winter in het midden gebracht dat: „de Schiedamse ge meenschap, die wil zijn een overkoepelend lichaam van het gehele Schiedamse verenigingsleven, dat lang niet is. In plaats van het mooiste gedeelte van de Plantage, welke is een natuurmonument uit vroeger eeuwen, een recreatieoord voor het cen trum van de stad, zou men krijgen een gebouw dat in de zomermaanden misschien door wat groen ge deeltelijk kan worden gecamoufleerd, maar in het overige gedeelte van het jaar zal opdoemen in de naargeestigheid van zijn bouwplaten, speciaal wat betreft de achtergevel en de zijgevels. De Plantage heeft Schiedam te danken aan de vooruitziende blik van vroegere stadsbestuurders en een dergelijk, in het hart van de stad gelegen plantsoen, treft men bijna nergens in het land aan. Wordt nu in het be langrijkste gedeelte van dat plantsoen een gebouw gezet, dan wordt Schiedam beroofd van een van zijn schaarse mooie plekjes en dan verstoort men een bebouwing, door wijs beleid tot stand gebracht en in de loop der jaren angstvallig bewaard. De moderne stedebouwkundigen brengen grote offers om tussen de bebouwing in, groene stroken aan te brengen; hetgeen hier wordt voorgesteld, is wel volkomen in strijd met dat beginsel." 65

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1950 | | pagina 21