langen hunner categorie weinig rekening wordt gehouden. Het ver keer te land kan overal ruimte ge bruiken. Vaarten en vooral de daar bij behorende kaden vragen onder houd. Laat men verder (ooglui kend?) toe, dat allerlei ongerech tigheid in het doodlopende water wordt gedeponeerd, dan werkt dit de drang tot demping in de hand. Nu is reeds vaak betoogd, dat het locale verkeersvraagstuk niet zo'n reuzenprobleem is, dat hieraan be slist de vaart ten offer moest vallen. Ook werd er op gewezen, dat dem ping geen oplossing geeft voor het euvel van onhygiënische toestan den. Het vaste vuil behoort te worden opgehaald, het vloeibare, vaart of geen vaart, ten minste in een dorp van enige omvang, per riolering naar een punt buiten de kom afgevoerd om daar, zo nodig (dit hangt van aard en hoeveelheid af), te worden gezuiverd. Blijft dus de kwestie van het onderhoud, vooral van de kaden. Eenmaal in goede staat, kunnen deze lang mee. Ook de op gedempte wateren aangelegde wegen vragen onderhoud; aan plantsoentjes moet zelfs geregeld de hand worden gehouden. De argu menten, waarmee deze dempingen worden door gezet, zijn dus of onjuist óf schromelijk overdreven. Behalve de stedebouwkundige en aesthetische na delen van verarming van het dorpsbeeld door eli minering van het speelse element van het water en het accentueren van de gewoonlijk lelijke en on belangrijke lage bebouwing door een veel te breed straatprofiel, zijn er wel degelijk andere bezwaren, waarover men onnadenkend of lichtvaardig heenstapt. Op één daar van werd onlangs de aandacht ge vestigd in een circulaire van de Wederkerige Waarborgmaatschap pij ,,Otos" te Leeuwarden, gericht tot de besturen der Friese gemeen ten en haar opperbrandmeesters. Gewezen wordt op het feit, dat het de laatste tijd meermalen voor kwam, dat bij brand geen blus water aanwezig was,waardoor grote kapitalen voor de gemeenschap ver loren gingen, die allicht behouden hadden kunnen blijven, zo er wel voldoende water in de nabijheid was geweest. Door verschillende oorzaken wordt dit gebrek aan blus water steeds nijpender, zelfs in het waterrijke Friesland, ja in verschillende terpdorpen wordt deze toestand werkelijk hachelijk genoemd. Industrieën behoeven niet meer aan het water te zijn gelegen om beter te kunnen floreren, het ver voer geschiedt veel meer dan vroeger per as en het gevolg is, dat in verschillende dorpen de haven of vaart gedempt en in een rijweg herschapen is. Kon men voorheen bij brand steeds volop uit deze haven of vaart beschikken over bluswater, thans is dit dus uitgesloten. Als gevolg van aansluiting aan de waterleiding hebben verder de boeren lang niet meer zoveel behoefte aan grachtwater bij de boer derij als voorheengrachten worden daardoor niet meer op diepte gehouden en bij nieuw gestichte boerderijen zelfs geen grachten meer gegraven. Ter bestrijding van kleine branden en preventief door het nathouden van belendingen, kan de ^3B»3ÏS 47 Annaparochie, Smallekant, thans gedempt St Jacobi Parochie, vóór de demping

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1950 | | pagina 9