Ten slotte willen wij nog nagaan welke wapens in het arsenaal van het Nationale Plan gereed liggen. De Rijksdienst voor het Nationale Plan is in het leven geroepen bij besluit van 15 Mei 1941 no. 91 en staat, krachtens de bij het instellingsbesluit aan de President van genoemde dienst toegekende be- voegheden, wettelijk gesproken sterker dan Mo numentenzorg. Op grond van art. 5 lid 2 van genoemd Besluit zijn de „openbare lichamen" verplicht aan de Presi dent van de Rijksdienst of aan het door hem daar mede te belasten bureau, op verzoek tijdig van voorgenomen grondaankopen en werken mede deling te doen en alle gegevens te verstrekken. Ge lijke verplichting geldt met betrekking tot voor genomen werken voor andere rechtspersonen en voor natuurlijke personen. Deze verplichting heeft ten doel de President in staat te stellen tegen deze voorgenomen werken bezwaar te maken, waardoor de uitvoering daar van kan worden belet. Deze bevoegdheid is geregeld bij art. 5 lid 3 luidende: „De President kan tegen door openbare werken voorgenomen grondaankopen en tegen het uit voeren van door die lichamen of door andere rechtspersonen of door natuurlijke personen voor genomen werken bezwaar maken indien de grond aankopen of het voorgenomen werk in strijd zou zijn met het Nationale Plan, een streekplan, een uitbreidingsplan, een in voorbereiding zijnd ont werp of een in voorbereiding zijnde wijziging daar van." Bij art. 5 lid 5 wordt verboden grond aan te kopen en werken uit te voeren nadat daartegen bezwaar is gemaakt, terwijl op grond van art. 7 lid 1 en 2 de overtreder zowel van art. 5 lid 2 als van art. 5 lid 5 met straf wordt bedreigd. De bevoegdheidskring is dus geheel gesloten, rest al leen nog de vraag: in hoeverre is het mogelijk de bouwwerken, stads- en dorpsbeelden en alle andere objecten waarmede Heemschut zich bezighoudt in uitbreidingsplannen, streekplannen of nationaal plan onder te brengen? In aanmerking nemende dat de uitbreidingsplan nen door de gemeentelijke autoriteiten en de streekplannen in de regel door de Provinciale be sturen worden vastgesteld, beperkt zich onze vraag thans tot het nationale plan. Voor zover ons bekend bestaat er nog geen natio naal plan, ook niet in voorbereiding, van histori sche, architecturale en picturale stedelijke schoon heid, maar wel is in een analoog geval n.1. dat be treffende de bescherming van natuur-monumen- ten een dergelijk plan tot stand gekomen. Men heeft hiertoe de natuurgebieden in geheel Neder- land, die in de eerste plaats voor bescherming in aanmerking komen, in een voorlopige lijst verza meld en aan deze lijst het karakter verleend van een nationaal plan in voorbereiding. Bij besluit van de President van 20/21 Juli 1942 no. 5627 is voorts bepaald dat ieder die het voornemen heeft op een dezer terreinen een werk uit te voeren, ver plicht is daarvan tijdig kennis te geven. Aan alle Burgemeesters is een afdruk van deze lijst gezon den met verzoek hieraan en aan het bijbehorende besluit algemene bekendheid te geven. Waar dit t.o.v. de natuurmonumenten mogelijk is gebleken, zien wij niet in waarom deze zelfde werk wijze ook niet met betrekking tot de monumenten van stedebouwkundige en architectonische aard zou kunnen worden toegepast. Het enige wat daar toe nodig zou zijn, is een inventarisatie van de be staande objecten die voor bescherming in aanmer king komen. Gesteld dat deze inventarislijst, al of niet met mede werking van de bestaande Heemschut-commissies, 51 Stadsreclame in New York (waar geen Bond Heemschut optreedt). Let op het standbeeld! foto Ton Koot

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1950 | | pagina 13