waterleiding van groot nut zijn, maar bij grote branden is zij ten enenmale onvoldoende. Inderdaad, moge capaciteit en druk der water leiding in de steden gewoonlijk voldoende zijn voor het blussen van brand, op de dorpen is dit lang niet altijd het geval. Welk een verschil met de oude dorpsvaart, die een' stuk van de schier de gehele provincie omvattende Friese boezem uitmaakte! Als maatregelen ter compensatie komt in aanmer king het maken en onderhouden van reservoirs, die natuurlijk ook in droge zomers gevuld moeten zijn. Verder het verlenen van een grotere capaciteit aan de waterleiding, waar dit mogelijk is, het maken van brandkranen en het aanschaffen van meer slangen en koppelingen, enz enz ten einde de naaste behoorlijke watervergaderplaats te berei ken, eindelijk het aanleggen van een breed, speciaal )(aikm voor dit doel te maken riool in de gedempte vaart. Wanneer men de kosten van welke speciale voorzie ning ook optelt bij die van de dem ping en van aanleg en onderhoud van weg, straat, plantsoen, enz., dan kan de kostenrekening van deze manipulatie wel eens heel wat onvoordeliger worden dan men zich aanvankelijk had voorgesteld Dit is nog het belangrijkste niet, maar ook na het treffen van voorzienin gen, zo bedenke men, zal de brand- blussing nimmer zo vlug en vlot kunnen gaan dan wanneer het water in onbeperkte hoeveelheid onmiddellijk bij de hand is en geen tijd behoeft verloren te gaan door het uitleggen en aankoppelen van slangen over grote afstanden. Het geheim van een doelmatige brandblussing met als doel het sparen van economische waarden, berust voor een groot deel op het principe der snelheid van handelen. Het belang van het hier behandelde aspect van de zaak springt in het oog, wanneer we lezen, dat, niettegenstaande de gunstige plaats, welke Fries land de laatste jaren innam, wat de frequentie der branden betreft, deze provincie in de jaren 1946 en 1947 een schadebedrag aanwijst vanf 2.74, resp. ƒ4.78 per hoofd der bevolking, tegenover landelijke bedragen van/2.resp. 2.81. De provincie staat daarmee op de 9e, resp. 10e (d.i. op één na hoogste) plaats Het is dan ook geen wonder, dat de „Otos", een combinatie van verschillende onderlinge maat schappijen, die een verzekerd kapitaal heeft van vele honderden millioenen guldens en tot wier werkgebied de ge meenten Het Bildt, Ferwerdera- deel en Leeuwarderadeel behoren, deze circulaire deed uitgaan. Wel verwondering moet het wek ken, dat ook deze nuchtere, zake lijke stem blijkbaar verklinkt als die eens roependen in de woestijn. Immers, de gemeenteraad van Het Bildt besloot nadien doodleuk tot demping te St. Annaparochie. Men geeft zich naar het schijnt wel rekenschap van de grondige ver andering, die het dorpsbeeld daar mee zal ondergaan, men geeft toe, dat veel schoons verdwijnt, men acht dit offer echter niet te hoog voor de raad uit resulterende ver- 48 S» Gezicht op Hallum, zoals het nog is Hallum, dorpsvaart, thans gedempt.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1950 | | pagina 10