Departement van Landbouw heeft echter, deze bezwaren inziende, van welwillendheid jegens deze loonmaalders blijk gegeven en de maatregel met de nodige soepelheid toegepast, waardoor vele' van deze bedrijfjes werden gered. De heer H. Matton, adjunct-secretaris van de Koninklijke Commissie en secretaris van het Sub comité voor Molenbehoud deelt dienaangaande nog het volgende mede „Het lijdt niet de minste twijfel dat die maatregel aanleiding heeft gegeven tot het plaatsen of beter tot het inrichten van mechanische maalderijen, zodat de windmolen dan verder aan zijn lot werd overgelaten. Men mag gerust zeggen dat zulk een windmolen ten dode is opgeschreven. Zelfs het klasseren overeenkomstig de monumentenwet helpt niet, vermits er van overheidswege niet kordaat wordt ingegrepen en men liefst zijn toevlucht neemt tot het opheffen der rangschikking om het slopen alsdan mogelijk te maken. Men kan moei lijk eisen van een particulier, dat hij de nodige herstellings- en onderhoudswerken zou bekosti gen, zelfs gedeeltelijke, van een gebouw, dat hem geen enkel baat meer aanbrengt. Indien de ge meenschap wenst, dat een gebouw in het land schap bewaard blijve, dan zou ook de gemeen schap de kosten er van moeten aanvaarden. Dat is het cruciale probleem dat gesteld blijft bij het klasseren van alle in onbruik gevallen houten windmolens. De ondervinding leert ons dat het nutteloos is ze te rangschikken, zo men niet be schikt over de geldelijke middelen om ze behoor lijk te onderhouden." De wil is er vaak wel om een molen te redden, doch hoe krijgt men het geld bijeen? Deze situatie is ook bij ons niet bepaald onbekend! Gaarne nog een woord van dank aan de heer Oct. van Mulders, Directeur van Schone Kunsten bij het Ministerie van Openbaar Onderwijs te Brussel, die binnen het kader van de Beneluxgedachte met grote bereidwilligheid de gegevens voor dit over zichtje verstrekte. LANDSCHAPSSCHOON GESPAARD Een noo-tal beuken langs de weg Apeldoorn- Arnhem tussen Teriet en de Koningsweg, toebe horende aan de Erven van Pallandt te Roosendaal waren kaprijp en zouden gerooid en verkocht wor den. Weliswaar had de Rijkswaterstaat toestem ming verkregen daarna het plantrecht te kopen om opnieuw te kunnen planten, doch het zou tientallen jaren geduurd hebben eer aan dit weggedeelte zijn forse dubbele beukenrij zou zijn teruggegeven. Van vele zijdenis terecht geprotesteerd tegen de voorgenomen aantasting van deze landschappelijk fraaie weg, waarvan het geboomte tevens een goe de maskering vormt van de beide oostelijk van de weg daaraan parallellopende hoogspanningslijnen. Gelukkig heeft te elfder ure de Minister van Finan cien goedgevonden, dat de beuken door het Rijk worden aangekocht met de bedoeling ze nog ge ruime tijd te laten staan! Alle hulde voor deze beslissing! B. 53, Windmolen op torenkot, genaamd „Marelinde Coqjan" te Petit-Enghien (Le Helingen) Prov Henegouwen. Belgie. foto Commissariaat voor 's lands wederopbouw

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1950 | | pagina 13