aan onder meer het Huis Crevenna werd opgeof
ferd, de Telegraaf (1929'30), het gebouw Candi-
da (1932), het Bungehuis (1932'34), de Galeries
Modernes (1937), de aanbouw van de Bijenkorf
(1938), terwijl nog te wijzen ware op de nieuwe
bouw op Rembrandt- en Leidseplein en vrijwel alle
hoekhuizen op plaatsen waar verkeersaders de
grachtengordel doorsnijden, zoals de Raadhuis
straat, Koningsplein, Leidsestraat, Vijzelstraat en
Utrechtsestraat. Deze gebouwen staan er als de
hedendaagse uitingen van de stuwkracht der Am
sterdammers die hun bedrijven en daarmee hun
woonplaats in de rij van de hoofdsteden der wereld
vooraan willen zetten. De stuwkracht bracht helaas
niet een schoonheidszin op, aansluitend op die van
de Gouden Eeuw. Naast weemoed om deze tekort
koming moge er zeker respect zijn voor de ontplooi
de durf en wilskracht. Dat het echter ook mogelijk
is binnen de sfeer van het sterke karakter der oude
stad forse moderne complexen te plaatsen moge
vooral blijken uit de bouwwerken, zoals het bank
gebouw Pierson Co (1917'18) Herengracht
206-214, het Gereformeerd Gymnasium (1930),
Keizersgracht 418-422, het gebouw William Koch
(1935), Keizersgracht 318, De Javasche Bank
1937)3 Keizersgracht 666-668, het archief- en kan
toorgebouw van de ,,Twentsche Bank" (1939),
Singel 158, het AVRO-gebouw (1942), Keizers
gracht 105.
Gelukkig kunnen vele verheugende restauraties
worden genoemd, die in staat van verval verkeren
de gebouwen weer tot nieuw aanzien ophieven en
de roem der oude stad nieuwe glans gaven. De rij is
gelukkig ook indrukwekkend. Men denke aan het
Paleis op de Dam, het Waaggebouw,'hetRembrandt-
huis, het Huis aan de Drie Grachten, de Agnieten-
kapel, de Staalhof, het Korenmetershuis, het Ma
kelaarskantoor, de Militiezaal, het Oudezij ds Huis-
zittenhuis, de Coeymanshuizen aan de Keizers
gracht 177, het Burgerweeshuis, Rapenburg 13,
Egelantiersgracht 8, de Gouden en de Zilveren
Spiegel aan het Kattegat 4 en 6, Spuistraat 53, St.
Nicolaasstraat 16, Zeedijk 1, Prinsengracht 92,
Oudezijds Achterburgwal 201, Herengracht 38 en
77, St. Olofsteeg 4, Oudezijds Voorburgwal 14-22
en 40, Nieuwezijds Voorburgwal 14 en 264, Singel
83 tot 85 en 450-452, Oude Schans 39, Nieuwe
Brugsteeg 13, Blauwburgwal 22, Bloemgracht 87-
91 en enkele recente restauraties zoals de Begijnhof
kapel, het hoekhuis Keizersgracht 716 bij de Regu
liersgracht het Wijnkopersgildehuis in de Koe
straat, het hoekhuis KalkmarktPrins Hendrik
kade, enz.
Onmiddellijk naast restauraties mogen waarlijk wel
genoemd worden al die hechtdoortimmerde huizen,
welke dank zij de goede zin hunner eigenaren door
verantwoord onderhoud in goede staat zijn doorge
geven van geslacht op geslacht.
Vergelijkt men afbeeldingen van de binnenstad uit
de tweede helft der vorige eeuw met de huidige toe
stand, dan wordt men, helaas, niet in de eerste
plaats getroffen door de schoonheid van de stad
thans, maar wel door het ontstellend vele, dat ver
loren is gegaan.
Bovendien blijken het dan niet het oorlogsgeweld of
onvermijdelijke rampen te zijn, die het stedeschoon
het meest hebben geschonden, maar achteraf on
juist gebleken bestuursbeleid, baatzucht van eige
naren, gevoelloos hanteren van ambtelijke voor
schriften en dergelijke. En, alweer helaas, hebben
de jaren nog te weinigen wijzer gemaakt, immers
dezelfde elementen bedreigen nog dagelijks de stad.
3
De Munt vóór de afbraak der Engelse huizen in 1876
Binnen Amstel bij de Munt, 1950.