Komt het bij U op te vragen naar de „architect," van de Magere brug, en is er schoner en simpeler bruggenwerk in Amsterdam denkbaar? Juist óók door haar stedebouwkundig accent? Amsterdam bouwde in vroeger eeuwen nimmer „monumentale" bruggen, zoals men hier uit de middeleeuwen ook nauwelijks één grandioos bouwwerk kent dat de ver gelijking met buitenlandse voorbeelden kan door staan. Pas het midden der 17de eeuw poogde dit gemis aan representatief bouwen in één slag goed te maken door de schepping van Jacob van Campen op de Dam. Maar ook dit bouwen had nauwelijks, invloed op de vormgeving der bruggen die over de nieuw gegraven grachten geslagen werden. Zeker, de nieuwe bruggen werden van steen, dus solieder en ook wel technisch knapper. Maar, niet „mooier" in de ordinaire zin van het woordhun schoonheid werd van een andere orde. Die eerste stenen brug gen zullen omstreeks 1600 zijn gebouwd en in 1658 waren er reeds 87. Zij schijnen gebouwd als naar een vast en simpel recept: „het wegdek moet iets omhoog, want er moeten schepen onderdoor." Van een brug als kunstwerk, van een „l'art pour 1'art" is nergens het geringste spoor. De raakheid 'echter waarmede zo'n stenen brug, of zoals de Amsterdam mer liever zegt, zo'n „sluis" gemaakt en gesitueerd werd is verbluffend. Eigenlijk is het even verbluf fend, dat in de loop der eeuwen de intuïtieve smaak zodanig verwrongen werd dat de schoonheid dezer bruggen met veel moeite weer duidelijk gemaakt moet worden. Laat b.v. eens een stemming houden over de Blauwbrug en de brug over de Herengracht bij de Amstel; wis en zeker gaat de Blauwbrug met de eer strijken: Welke goede geest heeft de bouwers van deze oude boogbruggen geleid toen zij hun luchtige leuningen ontwierpen, die men nauwelijks ziet maar die men niettemin beschermend aanwe zig weet. Tot ver in de 18de eeuw heeft men het ge heim van deze intens gespannen bruggenbouw in Amsterdam gekend en gevolgd. De 19de eeuw deed Amsterdam, ook in dit opzicht het hoofd wenden naar het buitenland. De monumentale bruggen over de Seine inspireerden tot de theatrale pronk stukken als de Blauwbrug en de Hogesluis. Het is de typische „architectuur van de tekenplank" die het bouwen in de 19de eeuw grotendeels be heerste, soms knap en met bravour, dikwijls erger lijk door de overladenheid der geleende en slecht begrepen architectuurmotieven. In Amsterdam nam Dr. Berlage tegen deze academische opvattin gen stelling met zijn ontwerp voor de brug tegen over de Ceintuurbaan, gebouwd in 1906. Deze zware bakstenen brug mist de gespannenheid der 17de en 18de eeuwse Amsterdamse bruggen, maar heeft niettemin een zeer eigen karakter. Architec tonisch gesproken is zij een echt kind van die tijd met zijn verering van de baksteenbouw. Deze brug toont ons een geheel ander beeld dan de zogenaam de Berlagebrug bij het Amstelstation. Grandioos van aanleg in het stadsbeeld is deze brug (1934) onbegrijpelijk hard en grof gedetailleerd. Men be hoeft daarbij slechts te denken aan de „geplakte" groene tegels tegen de brugliggers, de houterige vorm (al zijn zij van staal) der lichtmasten, die des 16 Brugleuning Herengracht (Reguliersgracht) foto Ton Koot Brugleuning Keizersgracht (Raadhuisstraat) foto Ton Koot

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1950 | | pagina 20