waar die muren zo best waren omdat het de over
blijfselen waren van de aloude vestingmuur.
Van de Herengracht, vooral het noordelijke stuk,
ontworpen vóór de grote bundel waren de kaden
maar smal, maar de overige kaden waren ruim en
zijn dat nog. Die kade bevatte een rijweg van bak
steentjes voor de rijtuigen die inmiddels gekomen
waren en een paadje langs de huizen voor meneer
en mevrouw. De dienstbode met haar vrijer moes
ten langs de bomen lopen. We zeggen langs de bo
men, want de grachten kregen bomen net als de
deftigste der burgwallen, de Fluwelenburgwal. Dat
was tegen de zon en ook wel voor stadsaankleding
want toen de grachten nieuw waren en de deftige
huizen kwamen was dat zo kaal.
Maar al met al, het water was toch wel het belang
rijkste. Dat was voor de lichters en zolderschuiten
die de balen koopwaar haalden van de zeeschepen
in het IJ en die koopwaar en welvaart brachten op
de bovenverdiepingen, de zolders der huizen. Want
die hoge huizen waren slechts voor een matig deel
bewoond, overigens voor koopwaar. Er zijn twee
dingen die Amsterdam rijk hebben gemaakt, de
grachten en de hijsbalken der huizen welke men
elders tevergeefs zoekt. Aan het huis Herengracht
495, een grachtpaleis in de bocht, waar de schrijver
sedert een kwart eeuw zijn atelier op de uitgestrekte
zolder heeft, zijn aan de voorgevel twee hijsbalken
en aan de ruime binnenplaats nog een. Ter over
weging staat met bronzen letters in de balconbalus-
trade van Carara de bronzen waarschuwing:
OMNIA ORTA OCCIDVNT, te begrijpen als: al
wat opgaat zal ten onder gaan.
Hoe werd de bebouwing langs de grachten. Wel
dat ging van de Brouwersgracht tot de Amstel met
het gebruik van de tijd mede. Het begon met het
aloude Hollandse huis met een voorhuis, de deur in
de midden, waar men met de deur in huis viel en de
spiltrap in een der achterhoeken en daarachter het
onderhuis met de opkamer. Dat voorhuis was voor
woonkamer, voor winkel of voor werkplaats. In het
voorhuis was in de balkenzoldering een ferm luik
om de meubelen naar boven te brengen, want door
de kleine openingen der kruisvensters in de gevel
kon dat niet. Zulk een huis was, als in de oudste
stad, aan de achterzijde gesloten. Daarna kwam een
ruimer type met een binnenplaats en een achter
huis, ieder met een spiltrap en aan de achterzijde
gesloten. Dan verschijnt voor Amsterdam iets
nieuws, het open achtererf, de tuin, zodat het ach
terhuis aan die zijde vensters kreeg en aan de zijde
van de binnenplaats gesloten werd. Op een ogen
blik deed de Franse deftigheid haar entree, ondanks
de door de Zonnekoning hierheen gezonden legers
die zo goed kastelen konden plunderen en platbran
den maar die niet in Amsterdam kwamen. Hun
noordelijkste punt was Rijswijk waar ze kwamen
om in het lustslot van de stadhouder die ook nog
koning van Engeland was, vrede te komen sluiten.
Die Franse chique bracht een deur opzij met erach
ter een corridor. Het voorhuis met het onderhuis en
de opkamer werden tot rez de chaussée met twee
kamers ensuite. Naast de binnenplaats kwam een
smal huis met de trap erin, het trappenhuis,soms
een cour met escalier d'honneur. Het achterhuis
werd tot een zaal, later met nog een kabinet erbij
aan de binnenplaats voor kleding en ontvangst.
Het koopmanshuis werd tot herenhuis maar niette
min bleven boven de zolders voor koopwaar met de
onmisbare hijsbalk. Toen de paleizen kwamen, de
dubbele herenhuizen, werd die plattegrond ver
dubbeld met de deur met dubbele stoep in het mid
den van de gevel.
Tegen de aloude gewitte wanden van het Holland
se huis werd iets gehangengoudleer, velours, gobe
lins, zijde, dat later verviel tot velletjes behangpa
pier en rollen papier tot onze tijd het vloeibaar be
hang bracht.
Het meubilair ging met die stijluitingen mede. Ook
de gevels gehoorzaamden aan die groei der bescha
ving. Zo ziet men aan de Herengracht 38, niet ver
van de Brouwersgracht een gevel uit de aanvang
der 17de eeuw met grote trappen en daarin vleu
gelstukken, op de kant heel dun, als overgang van
de regelmatige Hollandse trapgevel tot de rijke
Amsterdamse gevel, waarvoor Hendrick de Keijser
10
(Hoekgebouw KeizersgrachtLeliegracht). Een verzekeringmaat
schappij deed een hoog en ontsierend gebouw maken op de
hoek van de Keizersgracht en de Leliegracht.