wij met het ergste geval: het „Geldkantoor" op de hoek der Paleisstraat tegenover het Kon. Paleis. In 1921 moest het fraaie huis van Crevenna vallen voor dit suffe gebouw der Postgirodienst. Het afkeu ren door de Schoonheidscommissie, overgenomen door B. en W. baatte niet; het Rijk stoorde zich er niet aan en ontzag zich niet het Paleis te trachten te bederven. Het Postkantoor, aan de andere zijde der Nieuwe Raadhuisstraat, was al in 1899 begon nen aan dit loffelijk doel. Aan de voorkant van het Paleis (de Dam) is de be bouwing ook niet gelukkig. Wij noemden al „Indu- stria". Het gebouw van Peek en Cloppenburg, te groot op zichzelf, doet in zijn saaie kleur pogingen te harmoniëren met het Paleis. De „Bijenkorf" is aannemelijk; doch welk een negatie van de sfeer der oude stad afgezien nog van de vormgeving is het witte gedeelte, dat plompverloren tegen het oude hoofdgebouw aanstaat. De Warmoes straat wordt gemassacreerd door een hek, dat het gat in de straatwand afsluit. En dan het gebouw Vroom en Dreesmann in de Damstraat. Dat had toch niet nodig geweest, want het heeft niet lang als winkel gediend, 't Wordt nu het er eenmaal staat voor alles gebruikt: eerst „Distributiekantoor", nu „bijkantoor der Nederlandse Bank." Onaangenaam is ook de, door de „Amsterdamse Bank" bebouwde „Kippenhoek"- (Rembrandt- plein). Ons vermaakcentrum heel wat gezelli ger, dan „Leicestersquare" in Londen heeft 's avonds wel een erg dode kant. Bij deze aanstippingen zal ik het laten. Want zou ik het verminken van woonhuizen beginnen, dan kon ik een boekdeel vullen. Was er maar eerder een Schoonheidscommissie geweest! Veel aan drang is er op B. en W. moeten worden uitgeoefend om tot een officiële Commissie te komen, die alle ingekomen bouwplannen keurt. Zij is een Advies commissie van B. en W., ingesteld in 1923. Daarvoor had een andere Commissie ongeveer 10 jaar gewerkt voor het behouden van het schoon der oude stad. (Voor het bouwen op erfpachtsgronden der nieuwe stadswijken had de Gemeente wel een Adviescommissie.) Deze „Commissie voor het stads- schoon van Amsterdam" werd in 1911 samenge steld uit afgevaardigden van„Architectura et Ami- citia", „Amstelodamum", „het Kon. Oudh. Gen.", „Arti et Amicitiae", „Sint Lucas" en de R.K. Kunstkring „de Violier". Zij trachtte want haar enig wapen was minnelijk overleg, daar zij niet officieel kon optreden onnodig slopen te voorkomen, de ergste lelijkheid te weren. Door B. en W. telkens te wijzen op de noodzakelijkheid een officiële beoordeling der ingekomen ontwerpen-.in te stellen, waardoor aan het knoeien en verknoeien een einde zou komen, heeft dat aanhoudend ha meren geleid tot de officiële „Schoonheidscom missie"; ook tot het instellen van de Afd. „Stads ontwikkeling". Deze draagt veel bij tot de juiste ontwikkeling van de steeds aan verandering onder hevig zijnde, en steeds groeiende stad. Aan het slot van dit aanstippende artikeltje een factor, die in de laatste vijftig jaar het aanzicht van de kern der binnenstad heeft beïnvloed: de re clame, in 't bijzonder de lichtreclames. Ik zeg niet „sterk beïnvloed"; want reeds bij het opkomen der reclame hebben naast de Bond Heemschut de Commissie voor het Stadsschoon en daarna de Schoonheidscommissie zich ingespannen de Over heid te overtuigen het aanbrengen van reclame te regelen; hetgeen aardig is gelukt. De kern der bin nenstad is er zeker niet op achteruitgegaan, 's Avonds overschreeuwen de reclamen elkaar niet, maar vormen tezamen een echt gezellige verleven diging der stad. Het Amsterdam van mijn jeugd was wel een beetje saaideftig. Amsterdam, 7 Januari 1950 TEN DERDE MALE DE VM. APOTHEEK VAN BONN Nogmaals de winkelbetimmering van de v.m. apotheek Herengracht niet Keizersgracht) hoek Utrechtsestraat. Het lid van de Commissie v. Toe zicht op het Med. Pharm. Museum Dr D. A. Wittop Koning was zo vriendelijk ons enkele cor recties te zenden op de gegevens, vermeld in het Decembernummer van Heemschut. De meest ver heugende mededeling is, dat van apothekerszijde wel belangstelling is getoond, men in deze diligent is en zorg zal dragen voor inrichting, onderhoud en uitbreiding van de fraaie collectie van het Med. Pharm. Museum, dat een plaats zal krijgen in het Wijnkopersgildehuis in de Koestraat, zodra dit gerestaureerd zal zijn. In de grote beneden- zaal van 14,5 bij 6 m zullen apotheek en laborato rium (vroeger in het Stedelijk Museum) verrijzen en wel met de bewuste opstand. Dit bericht verheugt ons en verplicht ons de ons verstrekte mededeling terug te nemen, dat van apothekerszijde geen belangstelling werd getoond voor dit bijzondere interieur. 8

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1950 | | pagina 12