In no. 4 van Augustus 1949 gaven wij in „Heem schut" wederom zulk een lofwaardig geval: de nieuwe bakstenen wulfbrug over de Spiegelgracht in de Prinsengracht. Amsterdam is de Dienst der Brug gen daarvoor uitermate dankbaar, waar het de bin nenstad betreft, evenals wij zeer dankbaar zijn voor de welverzorgde bruggen in de nieuwe stadswijken. Amsterdam kan bogen op een bruggencultus. Die welverzorgde bruggen in de nieuwe stad heb ben twee voorgangers in de oude stad gehad, n.1. de brug over de Herengracht in de Vijzelstraat, en de brug over de gracht tussen Oude Waal en Binnen kant in de Bantammerstraat. Op het laatste type is de Dienst der Bruggen gelukkig niet doorgegaan; op het eerste, nadat het ontwerp van Van der Meij van 1918 bij de uitvoering in 1928 was gewijzigd, wel. Ook zijn verbreding van het Muntplein feitelijk een hele, brede brug was goed. Niet alleen de Afdeling „Bruggen", ook de andere afdelingen van den Dienst der Publieke Werkende Afd. „Gebouwen" en die van „Stadsontwikkeling" spannen zich in voor een beter voorbeeld van bou wen door de Overheid en een juisten uitleg der stad. Dit is niet ineens gegaan. De directeur van den Dienst der Publieke Werken, Ir W. Bos, nam in 1912 het initiatief door het benoemen van den alleszins bekwamen architect J. M. van der Meij tot adviseur, om hierdoor een frissere stroming in de openbare werken te brengen. De eerste voort brengselen waren: het nog in gebruik zijnde sein huisje op het pleintje voor het Centraal Station; dit is geheel in beton uitgevoerd, destijds een no vum; het tweede een verbeterd model stadsaan- plakbord (reeds verdwenen), het derde, het hoofd gebouw van den Hortus in een opvatting geheel nieuw in die dagen (1912) en waarin zich reeds aankondigt het, in 1915 gebouwde „Scheepvaart huis" aan de Prins Hendrikkade hoek Binnenkant, Het is een architectuur, die welbewust diametraal staat tegenover de opvatting van Berlage. In Van der Meij en zijn medestanders en medewerkers M. de Klerk en Piet Kramer leefde de brandende liefde voor het detail, de uitbundigheid in plasti sche vormen. Het „Scheepvaarthuis" is de apo theose ervan. Ook de, aan de Grimburgwal op het terrein van het Binnengasthuis staande „Zuigelingenkliniek" was in die dagen (1914) verfrissend tegenover het akelig dode, verdere gedeelte van het Binnengast huis. (1871). Hoe aardig deze kliniek ook is, toch is het te betreuren, dat de architect zich niets heeft aangetrokken van de bijzondere intimiteit van dit typisch Amsterdamse hoekje. Evenwel het streven der overheid blijft lofwaardig. Dit wil niet zeggen, dat er geen vergissingen voorkwamen. Dc ergste is het hoofdkantoor van den telefoondienst aan de Herengracht en aan het Singel bij de Oude Spie gelstraat. Dit plompe en te zwaar van detail zijnde bouwwerk is hinderlijk en opdringerig in het har monische stadsbeeld, vooral daar de kade der Heren gracht op die plaats zeer smal is; de Singelzijde doet iets minder ongelukkig aan. Ook het toestaan van het bouwen van ateliers en magazijnen der firma Gerzon aan de Spuistraat en de Singel, schuin tegenover het hierboven genoemde hoofd kantoor van de telefoondienst moet een vergissing worden genoemd. Wilt U er nog een paar? Ziehier: kantoorgebouw Keizersgracht hoek Westermarkt en Keizersgracht hoek Leliegracht en het te zware gebouw der „Ver. Bev. der Belangen des Boekhan dels" aan de Herengracht. Zo ben ik geleidelijk gedwaald naar de particuliere gebouwen even buiten de kern der binnenstad, doch er zijn in die kern ook vele aan te wijzen, die het stadsbeeld sterk hebben beïnvloed. Beginnen De N Z Voorburgwal thans op Zondagmorgen foto Ton Koot Rokin 1950 foto Ton Kool

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1950 | | pagina 11