rijden, om per auto zijn lunch te gaan savoureren
in de kern der binnenstad, en om aan het eind van
zijn dagtaak terug naar huis te rijden? Moet daar
voor den gansen dag de aanblik onzer onvolprezen
grachten worden bedorven? Doch als de auto's uit
de binnenstad worden geweerd, dan moet de over
heid ook zorgen voor een behoorlijke outillage der
tram's of bussen. Zoals de trams nu zijn, zijn ze een
schande; zelfs de nieuwe wagens vallen tegen. In
de toekomst moet een eerste klas service worden
geboden.
Herinnert ge U nog de kroning onzer Koningin?
Toen mochten er geen auto's in de binnenstad ko
men zij bleven geparkeerd buiten de ringgrachten
Stadhouders- en Nassaukade. Wat een weldaad,
toen in de stad te wandelen. Zoals gezegd, al zal het
morgen nog niet gebeuren, toch ontkomen wij niet
aan het beperken bij het steeds stijgend aantal
auto's. Andere middelen (dempen, doorbreken,
verbreden) toe te passen, blijven lapmiddelen. Zij
kunnen voor korten tijd helpen, doch dan is het uit
en de binnenstad voor goed bedorven; zoals nu
reeds het Rokin.
Laatst zei een taxichauffeur nog tegen me: „mijn
heer, ze moesten al die grachten dempen, dan had
den we tenminste rijbanen, dan konden we opschie
ten." Deze man, die spreekt naar dat hij wijs is, ver
tegenwoordigt een categorie mensen, waaronder
ook van ontwikkeling. Verleden jaar vermeldde
„Het Parool" in een interview, hoe zelfs een offici
eel iemand, die toch beter weten moest, schuchter
in die richting wees. De hemel beware ons voor zulk
een kortzichtigheid: Het zal nü met klem van rede
nen, met schone woorden worden voorgedragen om
geloof te wekken, doch dat hebben de autoriteiten,
zij, die menen het alleen te weten, destijds eveneens
gedaan, getuige de, in 1874, gedempte Leprozen-
en Houtgracht Waterlooplein) en aansluitend ge
deelte Muidergracht (Jonas Daniël Meijerplein)
wellicht krijgen wij ze door de nieuwe stadhuis
plannen weer terug de gedempte Elandsgracht,
de Rozengracht (1895), de Lindengracht, de Anje
liersgracht, nu Westerstraat en de Palmgracht. Heb
ben zij enig nut opgeleverd voor het verkeer? Neen.
Het zijn verminkingen gebleven; zij hebben macht
noch heerlijkheid. Als markt geven zij zich nog een
schijn van bestaansrecht. Daartegen kan men aan
voeren dat de demping der Rozengracht een hoogst
nuttige uitvalsweg heeft opgeleverd; doch deze
waarde kreeg-zij pas na het dempen van het be
koorlijke Warmoesgrachtje en doorbraak der hui
zenrij aan de Heren- en Keizersgracht in 1902. De
zelfde waarde wordt opgeeist door de demping van
N.Z. Voorburgwal en N.Z. Achterburgwal, daarna
Spuistraat genoemd, en van het Spui.
N.Z. Voorburgwal voor de demping van 1884
De Spuistraat is een dor element geworden, de N.Z.
Voorburgwal en het Spui gelukkig niet. De demping
van het Vijzelgrachtje hebben wij te waarderen als
gevolg van de verbreding der Vijzelstraat in 1934.
De zwaarste dezer zonden zijn uit het laatste kwart
der 19de eeuw, evenals de rage van het „moderni
seren" (sic!) van wulfbruggen ter vergemakkelij
king van het verkeer met sleperskarren en handkar
ren. Nu er auto's zijn, is het motief van toen geheel
verdwenen. Thans zitten wij ermee. In 1914 brak
een beter inzicht door. Laat mij in deze korte be
schouwing één voorbeeld aanhalende vaste brug
over de Blauwburgwal en het Singel. In 1883
(evenals 1871 een ongeluksjaar voor de bruggen)
werd de oude brug „gemoderniseerd" in gegoten
ijzer. Hoe dit geschiedde zien wij nog aan de aan
sluitende brug over het Singel voor de Lijnbaans-
steeg. In 1914 werd de brug over de Blauwburgwal
vervangen door -een bakstenen wulfbrug. Het was
alsof de toenmalige hoofdingenieur van de Dienst
der Bruggen een openbare les gaf, en nog geeft ter
opvoeding van het publiek.
Open Rokin voor de afbraak van de heilige stede of N.Z.
Kapel.
6