94
P. H. van Kessel, Gem. Architect, Graafseweg 243, 's-Her-
togenbosch
Ir C. J. van Oyen, Postelstraat 50, 's-Hertogenbosch
J. v. d. Palen, Hoofd van de Technische Dienst v/h Bouw-,
Woning- en Welstandstoezicht N.Brabant (Midden en
West), Nieuwe Ginnekenstraat 38, Breda
Limburg
Ir J. G. van Poppeï, Voorzitter, Directeur Prov. Planologi
sche Dienst, Bouillonstraat te Maastricht
J. J. Miedema, Secretaris, Directeur Limb. Fed. van
V.V.V.'s, Kasteel Den Halden, Valkenburg
Jhr Mr R. A. Th. M. van Rijckevorsel, Burgemeester van
Gulpen
M. K. I. Smeets, Gemeente-Archivaris, Roermond
René Smeets, kunstschilder, Beers bij Cuyk
Drs J. Sprenger, architect, St. Hubertuslaan 25, Maastricht
Gelderland
Jhr M. J. I. de Jonge van Ellemeet, Voorzitter, Hoofd Plan
bureau te Arnhem
J. Wiedijk, Secretaris, architect B.N.A., „Nudenoord", Wa-
geningen
W. Gerretsen, architect B.N.A., Utrechtsestraat 43, Arnhem
Mr A. P. van Schilfgaarde, Rijksarchivaris, Kastanjelaan
20a, Arnhem
J. Vet, Directeur Prov. Geld. V.V.V., Zijpiendaalseweg 2,
Arnhem
Overijssel;.
Ir W. K. de Wijs, Voorzitter, architect, Prinsestraat 11
Enschede
Ir'J. van Noppen, wnd. Voorzitter, Hoofdingenieur-Direc
teur van de Wederopbouw te Zwolle
Ir J. Sluiter, Secretaris, Ingenieur Gem. Werken, Mr P. J.
Troelstrastraat, 19, Enschede
J. A. Veldman, Directeur Prov. O. V.V.V. te Zwolle, Huize
"Schellerberg" te Zwollerkerspel
Ir W. P. C. Knuttel, b.i., architect, Keizerstraat 18, Deventer
Ir A. Kraayenhagen, Directeur Prov. Planologische Dienst
te Zwolle, v. d. Heydenlaan 67, Apeldoorn
Jan Jans, architect, v. Hogendorpstraat 7, Almelo
B. J. ter Kuile, industrieel, Drienerbrakeweg 18, Enschede
J. H. de Herder, architect, Rhijnvis Feithlaan 23, Zwolle
Ir C. de Heer, wnd. supervisor, p/a Brink 96, Deventer
Ir M. H. Wevers, architect, Grensweg 83, Hengelo
Drenthe
Ir J. A. M. den Boer, Voorzitter, Directeur Prov. Planolo
gische Dienst te Assen
J. Bakker, Directeur Prov. Dr. V.V.V.Markt te Assen
J. Boelens, architect, Collardslaan 1Assen
Mr H. A. Hoendervanger, Referendaris v. d.iProf. Griffie te
Assen
Jan Vroom, tuinarchitect te de'Punt Glimmen (Gr.)
Groningen
Ir H. van Halewijn, Voorzitter, Hoofdingenieur-Directeur
van de Volkshuisvesting, Dilgtweg 4, Haren
J. J. Leeninga, Directeur Prov. Gr. V.V.V., Oude Boteringe-
straat 2, Groningen
Drs Fop Brouwer, Poorthofsweg 13, Haren
Ir J- Dieperinck, Directeur Prov. Planologische Dienst te
Groningen
Friesland
Ir D. Tuinstra, Voorzitter, Directeur Prov. Planologische
Dienst te Leeuwarden
Mr G. F. W. Hartung, Secretaris, secr. Prov. Schoonheids
commissie, Provinciehuis, Leeuwarden
P. G. Bins, Directeur Prov. Fr. V.V.V., Stationsplein, Leeu
warden
Ir J. J. M. Vegter, architect, Harlingerstraatweg 29, Leeu
warden
Ir J. Vlieger, Houtvester Staatsbosbeheer te Leëuwarden
Het vorige jaarverslag werd besloten met de wens, dat dit jaar
de voltooiing zou mogen brengen van de registratie van onze
monumenten en stedebouwkundige complexen. Dit optimis
me is helaas teleurgesteld geworden. Er werden slechts vor
deringen gemaakt. Verheugend was de ontvangst van de
lijst der belangrijke stedebouwkundige groeperingen van de
Commissie Stad en Dorp van het Oversticht: een zeer waar
devolle bijdrage. Uit Zeeland en Noord-Brabant werd reeds
eerder een opgave van stedebouwkundige belangrijke com
plexen en van monumenten toegezonden.
In dit verslagjaar is vooral het overkoepelingsvraagstuk dui
delijk naar voren getreden. In elke provincie heeft het parti
culier initiatief het aanzien gegeven aan een aantal regionale
of plaatselijke verenigingen, bonden en genootschappen, die
zich bezighouden met de bescherming, de bestudering, het
behoud en het herstel van de stedebouwkundige, architectu
rale of landschappelijke schoonheid. Hoewel dit initiatief
zeer toe te juichen is kan niet worden ontkend dat een zo
groot aantal organisaties die dezelfde of na-verwante doel
einden nastreven tot versnippering van krachten en zelfs ook
tot onderlinge naijver aanleiding geven. Het provinciaal be
stuur, dat het grote nut van deze particuliere verenigingen
erkent, wordt door deze verdeeldheid ervan weerhouden
financiële steun te verlenen en streeft om deze reden ook naar
meer eenheid en samenwerking. De Commissie Stad en Dorp
die een landelijke organisatie vormt maar provinciaal gede
centraliseerd is, acht het noodzakelijk meer eenheid in deze
groepen van naast elkaar werkende particuliere lichamen te
brengen. Naar haar mening zal dit doel alleen door overkoe
peling kunnen worden bereikt, maar de wijze waarop, dit ge
schiedt zal, naar reeds is gebleken, in elk gewest afzonderlijk
bestudeerd moeten worden. De Voorzitter der Centrale
Commissie heeft reeds met enkele der Provinciale commissies
over dit onderwerp besprekingen gevoerd, voornamelijk in
Noord-Brabant, Limburg, Utrecht en Noord-Holland en het
laat zich aanzien, dat in het nieuwe verslagjaar verschillende
belangrijke besluiten zullen kunnen worden genomen, die
voor een doeltreffende bescherming van de schoonheid en de
karakteristiek van Nederland van grote betekenis kunnen
zijn. Ook met de andere provincies zal overleg worden ge
pleegd. 1
Van belang is vooral ook dat door de totstandkoming van
meer eenheid de mogelijkheid wordt geschapen dat de Pro
vincie voor dit werk een geldelijk subsidie verleent. Algemeen
toch wordt de behoefte gevoeld aan een apparaat waardoor
men voortdurend op de hoogte zal kunnen blijven van alles
wat er op heefnschutgebied in de provincie gebeurt. Dit ap
paraat zal moeten bestaan uit een of meer personen, die over
enige vrije tijd en vooral ook over een auto beschikken. De
kosten die daaraan verbonden zijn kunnen door de Bond
Heemschut alleen niet worden gedragen, zodat een over
heidssubsidie daarvoor niet gemist kan worden. Zöwel de in
ventarisatie als de mogelijkheid tot tijdig ingrijpen zal hier
door bevorderd worden.
De samenwerking met de Dienst van Monumentenzorg heeft
zich in het verslagjaar op verheugende wijze ontwikkeld. De
Voorzitter der Centrale Commissie is benoemd tot buitenge
woon lid van de adviescommissie voor de schoonheid van
steden en dorpen en woont in die kwaliteit de besprekirigen
bij. In de grote vergadering te Utrecht, die onder voorzitter
schap van een lid van Gedeputeerde Staten belegd werd om