VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN DE COMMISSIE „DE WEG IN HET LANDSCHAP" Oc.tober 1948 tot September 1949 Ook in het verslagjaar behield de weg zijn reeds eeuwen bestaande drievoudige functie van tech nische verkeers- en vervoersbaan, aesthetisch inter mediair tussen weggebruiker, i.c. reiziger en toerist en het landschap en tenslotte landschappelijk ele ment. Het is mogelijk deze veelvormigheid van functies in één harmonische conceptie te verenigen, waarbij het profiel, de beplantingen en het tracé van de weg aan bepaalde normen en landschappe lijke eisen moeten voldoen, opdat een rustige en evenwichtige structuur worde verkregen, die de reiziger afwisseling biedt en hem een gevoel van veilige beslotenheid geeft, zonder hem het contact met het begeleidende landschap te ontnemen. Helaas is schoonheid een zó gevoelig en kwetsbaar bezit, zijn harmonie en evenwicht zó gemakkelijk te verstoren, dat een voortdurende bezorgdheid over deze imponderabilia en een nimmer aflatende waakzaamheid geboden is. Het zijn nog altijd de zeer weinigen en niet de zeer velen wie dit bezit ter harte gaat en die moeten trachten het rauwe ongevoel, het domme onverstand, de lauwe onver schilligheid, ja, zelfs het nuchter zakelijke, die evenzovele bedreigingen vormen voor weg en land schap, om te zetten in begrip, verantwoordelijk heidsgevoel en aesthetisch inzicht. Niet wordt vergeten, dat in verschillende gevallen aan onvermijdelijke technische eisen moet worden toegegeven, waarbij dan echter zorggedragen moet worden, dat de wonden, geslagen in weg en land schap, zo goed mogelijk worden behandeld. Is het nodig om alle gevaren waaraan de gave weg, het ongestoorde landschap bloot staan, nog eens te vermelden De lintbebouwing, de palen, masten en hoogspanningsleidingen, het te benepen wegtracé, de onvoldoende of onjuiste beplantingen, de ont sierende reclames; de afstotende opslagplaatsen van materialen, oud roest, auto-onderdelen en derg.de vuilstortingen, de' wilde industrievesti ging, de gashouders, het normaliseren of het dem pen van wateren, de ontsierende hekwerken, enz. Het verhaal wordt eentonig als dat van Saidja's buffel. Uit het jaarverslag over 1948 moge blijken, dat de Commissie over al deze onderwerpen con tact heeft opgenomen met de bevoegde instanties Rijk, Provincies en Gemeenten, Waterschappen, Planologische diensten, wijzende op de.noodzaak van een regelend optreden aan de hand van veror deningen, van een juiste landschappelijke behan deling door raadpleging en bijstand van land schapsdeskundigen. In het verslagjaar zette de Commissie haar taak voort en behandelde zij talrijke incidentele geval len, waarbij de schoonheid van weg en landschap in gevaar kwamen. Een artikel verscheen in de Kampioen en de Toeristenkampioen van de A.N.W.B.: „Op de bres voor stads- en landschapsschoon", waarbij aan de hand van enkele foto's gewezen werd op de onaesthetische werking van reclames en een ieder werd opgeroepen om deze in den lande aan ons te signaleren. Over de bereikte resultaten kunnen wij tevreden zijn, doch verdere acties zullen met kracht worden gevoerd, waarbij in het bijzonder aandacht zal worden besteed aan het in toenemen de mate beplakken met schreeuwende affiches van circussen, dag- en weekbladen, dranken, enz. van transformatorhuisjes, loodsen en in 't algemeen niet bewoonde gebouwen, peilers van kunstwerken enz. Een verheugende mededeling is, dat bij K.B. van 17 Mei 1949 het uitbreidingsplan van Rottevalle is afgekeurd, zodat demping van de Lits achterwege zal blijven. De sterk ontsierende hekwerken van het Leidse duinwaterleidingsbedrijf langs het Wassenaarse Slag zullen een eindweegs van dè weg worden ge plaatst in ingravingen en achter duinheuvels langs, zodat zij van de weg af vrijwel niet meer te zien zullen zijn. Langs de weg zal een laag hek van houten palen met draad worden aangebracht. De schilderachtige Uiterweg te Aalsmeer moest helaas ten offer vallen aan een noodzakelijke'ver breding. De Commissie is er zich van bewust, dat zij niet kan bogen op belangrijke acties of geslaagde on dernemingen gedurende het zo snel heengespoede verslagjaar, doch ook in de behandeling van af zonderlijke gevallen, in de propaganda van haar streven en in een voortdurende waakzaamheid ten aanzien van de haar toevertrouwde taak: zorg voor „de Weg in het Landschap" kan een recht vaardiging van haar bestaan worden gevonden. A. G. M. BOOST. Secretaris van de Commissie „W.I.L." 77 I

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1949 | | pagina 17