in de Bond Heemschut blijkbaar genoeg gezond
verstand om te beseffen, dat de moeilijke econo
mische situatie van Nederland nu eenmaal nood
zakelijkerwijs offers vergt, maar er heerst de ern
stige wil om de aantasting van schoonheid in stad,
dorp en langs de weg tot minimale afmetingen
terug te brengen en het scheppen van nieuwe
schoonheid waar mogelijk met kracht te bevor
deren.
Samenwerking
De aard en omvang onzer acties, die zich over
breed terrein uitstrekten maakten samenwerking
met vele officiële instanties wenselijk en nodig. In
de eerste plaats dient vermeld, die met het Minis
terie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
waarmee een gewaardeerd en vruchtbaar contact
bestaat. Daarnaast moeten genoemd worden de
Rijksdiensten voor de Monumentenzorg en die van
het Nationale Plan, verder de Provinciale Plano
logische Diensten, die van Volkshuisvesting en
Welstandstoezicht. Onder onze leden-verenigingen
was in het bijzonder nauwe samenwerking met de
Contact-Commissie voor Natuur- en Landschaps
bescherming, met de Ver. De Hollandsche Molen,
de Stichting Menno van Coehoorn, met de Kon.
Nederlandse Toeristenbond A.N.W.B., die o.m.
in het verslagjaar kolommen van zijn tijdschriften
wijdde aan heemschutnieuws en vele plaatselijke
verenigingen, met wie gegevens werden uitgewis
seld en zo nodig gezamenlijke acties ondernomen.
Afzonderlijk moge worden vermeld de aangename
verstandhouding met vele burgemeesters, die bij
herhaling inlichtingen vragen en advies inwinnen
dan wel op hun beurt ons inlichtingen verstrekken.
Dat vooral dit laatste in toenemende mate en eige
ner beweging geschiedt, wordt door ons als een
bewijs van vertrouwen beschouwd, dat ons sterkt
in de overtuiging dat naast de officiële diensten,
welke zich op het gebied van de bescherming van
de schoonheid bewegen, er een belangrijke taak te
vervullen blijft voor de Bond Pleemschüt, die im
mers in deze de verpersoonlijking is van het
particulier initiatief.
Bestuur
Een zeer toegewijd lid, dat hoewel sedert 1947
geen deel meer uitmakend van het Algemeen
Bestuur, daar 33 jaar een werkzaam aandeel in
heeft gehad ontviel ons, Edo J. Bergsma. Mensen
bezield met de grote liefde voor ons land, met
pioniersdrang en de gave van het vooruitzien, zo
als de onvergetelijke Edo Bergsma die bezat, zijn
in deze tijd zo van node bij de zware taak ter be-
scherming van de schoonheid van ons land.
Onverwacht kwam het bericht van overlijden van
het lid van het Alg. Bestuur de heer J. L. Tadema,
trouw heemschutter en steunpilaar van de vereni
ging „Haerlem".
Hun beider nagedachtenis is ons dierbaar.
Er kwam een wijziging in de samenstelling van het
Algemeen Bestuur door het aftreden van Mr F. J.
van Lanschot, wie om zijn grote verdiensten voor
het heemschutwerk een oorkonde werd overhan
digd, waarin de dank van de Bond Heemschut
werd vertolkt voor diens bezielende aanvoering in
het bijzonder in de stad van zijn hart: 's Hertogen
bosch. Uw vergadering benoemde tot nieuwe le
den van het Algemeen Bestuur, de heren Ir J. D.
M. Bardet, D. F. Lunsingh Scheurleer en A. Oos-
terlee. Herkozen werden de heren H. Cleyndert
Az. en C. W. Royaards.
De voorzitter van de Bond Heemschut werd be
noemd tot lid'van het bestuur van de Nederland-
sche Kasteelen Stichting.
Het Dagelijks Bestuur kwam niet alleen maande
lijks vrijwel steeds voltallig bijeen ter bespreking
van de heemschutzaken, bovendien bleken enkele
extra vergaderingen nodig om de veelheid van ge
vallen, welke het bureau bereikten, af te doen.
Het Algemeen Bestuur kwam bijeen op 22 Dec. '48
ie Amsterdam, waar de wnd. Stadsarchitect Ir
J. Leupen een inleiding hield over de Gemeentelij
ke zorg voor Amsterdam's monumenten en op 29
73
Dordrecht, Cathrijnepoort.
foto Bram Soffree