AMERSFOORT'S UITBREIDINGSPLAN
De bemoeiingen welke de Bond Heemschut met de
stad Amersfoort in de loop van enige tientallen ja
ren heeft gehad zijn velé geweest. Het zal voor een
ieder begrijpelijk zijn, dat het Bondsbestuur met
voldoening terugziet op zijn ingrijpen in voorgaan
de jaren, dat er mede toe geleid heeft, dat de Kamp
binnenpoort thans nog behouden is. Dat ingrijpen
was nodig in een tijd, toen het stadsbestuur van
mening was, dat de grote verkeersstroom dwars
door de binnenstad van Amersfoort moest worden
geleid. Het huidige gemeentebestuur huldigt te
recht een andere mening. De ontwerper van het
nieuwe uitbreidingsplan is van gevoelen dat, op
grond van de hem ten dienste staande cijfers en op
grond van één verkeerstelling, gehouden op 18
Sept. 1947, welke naar ons oordeel geen afdoende
inzicht kon geven omtrent de toekomstige omgang
van het verkeer, moet worden overgegaan tot het
leggen van een rondweg dicht om de stadskern.
Hij geeft hiervoor als oplossing de demping van de
beek tussen de algemene begraafplaats en het
„Monnikendam", hoewel beseffend en toegevend,
dat dit een offer is.
Zeer tot onze verbazing werd medegedeeld, dat de
Rijkscommissie voor de Monumentenzorg geen be
zwaar heeft gemaakt tegen deze demping, die zo
zeer het karakter van de nog gave watergordel om
de stadskern, aantast. Dit doet onmiddellijk de
twijfel opkomen, of men zich toen wel bewust was
van het rijkswegenplan, dat voorziet in de behoefte
van ringwegen buiten de bebouwde kom voor het
interlocale verkeer.
Na kennisneming van de mening van de Commissie
Stad en Dorp en van die van een delegatie uit het
dagelijks bestuur, aangevuld met deskundigén op
het gebied van verkeer, is het bestuur van oordeel,
dat het dempen van de beek, mede gepaard gaande
met het vrijwel verdwijnen van een deel van het
oude bolwerk, waar de weg slechts plm. één meter
onder zal komen te lopen niet te aanvaarden is,.
Zoals eertijds door wijs inzicht in dat geval van
hoger instantie de Kampbinnenpoort niet al
leen behouden bleef, maar later zelfs gerestau
reerd werd, vertrouwt het dat ditmaal door wijs in
zicht van het gemeentebestuur zelf een daad voor
komen wordt, die later alleen maar betreurd kan
worden.
Het heeft daarom gemeend zich als volgt tot de ge
meenteraad te moeten wenden
Het Bestuur van de Bond Heemschut heeft met waardering
kennis genomen van het uitbreidingsplan voor, de stad
Amersfoort. De gedachte welke bij het ontwerp voorzit,
om de waarlijk zeldzame schoonheid van de stadskern te
behouden niet alleen, maar ook levend te houden, kan niet
anders dan de volle sympathie hebben van een iéder, wien
het oude stadsschoon als cultuurgoed lief is.
Het Bestuur van de Bond Heemschut zou beslist in zijn
taak tekort schieten als wakers voor de schoonheid van
Nederland, als het niettemin een ernstig woord achterwege
liet.
Dit betreft het voornemen om, ter verkrijging van een rond
weg om de stadskern, de beek-aan het plantsoen West en
Zuid op te offeren en tot demping daarvan over te gaan.
Naar de mening van het Bondsbestuur, dat zich bijgestaan
door verschillende deskundigen bij herhaling en ter plaatse
op de hoogte heeft gesteld van de consequenties van het
plan, is het offer, dat hier gevraagd wordt te groot en moet
tot onherstelbaar verlies leiden van de gaafheid van de
zeldzame plattegrond- en van de schoonheid van de oude
stad. Het acht het verlies van het water als historisch ty
pisch Nederlands bestanddeel van de oude vestinggordel en
als wezenlijk deel behorend bij de stadskern op de gegeven
gronden onaanvaardbaar.
De Bond Heemschut meent niet de instantie te zijn om een
gedetailleerd'nieuw plan op dit onderdeel te ontwerpen, hij
is overtuigd dat in Amersfoort de krachten en middelen aan
wezig zijn om dit op bevredigende wijze te doen. Het be
stuur dringt er daarom bij Uw College op aan, Uw goed
keuring ten aanzien van de demping der beek op te schorten
en te overwegen of de verkeersweg niet langs andere banen
kan worden geleid. Het verzoekt in elk geval met de meeste
klem eerst de ontwikkeling van het verkeer te volgen mede
in verband met de ontworpen Rijksverkeersweg) alvorens
tot een zo verstrekkende en ingrijpende maatregel over te
gaan, als de demping van de beek is."
Onze oprechte hoop is, dat de gemeenteraad moge
besluiten het water en het bolwerk te behouden, en
opdracht moge geven een oplossing te vinden voor
h.et verkeersvraagstuk waarbij een open oog worde
gehouden op het weliswaar al aangetaste, maar
gelukkig nog niet geheel verminkte stadsschoon.
T.K.
64
Amersfoort, plantsoen Zuid foto Ton Koot