heid en de houten dekvloer was met boekweitdop- pen tegen optrekkende koude uit het keldergewelf geisoleerd. Aan de hoofdgevel lag het grote woon vertrek met een vloer van rode plavuizen, de bed steden en de schouw. Hierachter was het werkhuis gelegen, dat eveneens- een schouw had en slechts over een klein gedeelte door een houten schot van de stal gescheiden was. Deze stal- was uitgevoerd als dubbelstal met de groep langs de lage zijgevels, doch werd nadat ze in verval geraakte, vroeger reeds door een „model stal" vervangen. Aan het einde der rechter zijgevel van de stal was een brede deur, die tegenover het vrijgelegen „Zo merhuis" lag. Het geheel was opgericht als een houten frame- bouw, waarvan de stijlen in de gevels later door metselwerk werden omsloten. Deze s.tijlen, die bij de restauratie te voorschijn kwamen, waren afkom stig uit de balklagen der oorspronkelijke houten huijsmanswoning, hetgeen o.m. nog te zien was aan de nog aanwezige smeedspijkers en de 6 lagen grijs groene verf. Hieruit konden we de ouderdom van de oorspronkelijke woning afleiden. Een rieten kap op houten sporen dekte het geheel. De latten, waarop het riet gebonden was, bestonden niet uit gezaagd hout, maar uit gespleten eiken takken welke een grote levensduur hadden, zodat deze in 1948 nog gaaf waren in tegenstelling met al het rondhout, van de kap, dat door worm verteerd was. De zware trekankers onder de vloer van de opka mer waren doorgeroest. Hierdoor spatte het kelder gewelf en vertoonden de gevels zettingen, waar door ook de kap op instorten kwam te staan. De op zolder gelegen grote gemetselde rookkast stond door het verteren van de specie op instorten. Het typische oude huis, dat reeds door het gedeel telijk pleisteren van de gevels en reparaties ont sierd was, liep gevaar geheel te vervallen. Dank zij de bereidwilligheid van de eigenaresse en de grote medewerking van Heemschut en Monumenten zorg werd voorkomen, dat het huis zou worden ver vangen door een „villaatje". De materiaalpositie was dusdanig, dat het niet mogelijk was een toe wijzing te verkrijgen voor nieuwe materialen. Ech ter geen nood. Vervallen gevels en binnenmuren werden gesloopt en de steen zorgvuldig gebikt, pleisterlagen verwijderd en het geheel weer opge trokken door een metselaar, die „hart" voor de zaak had. Het hout voor zover nog bruikbaar werd tot het laatste gebruikt en het ontbrekende door kapvergunning uit het bos gehaald. Partijen goed overeenkomende oude sloopsteen werden gezocht en gevonden en de oude ankers hersteld. Zo herrees het oude „HUIS BRAMBERGEN", dat tussen het zware geboomte een rust toont, die onze tijd jammer genoeg vreemd is en welke nog versterkt zal worden wanneer eiken luiken aan ge smede gehengen de bewoners afzonderen van een wereld als in 1625. Moge het zijn dat als de luiken opengaan'de zon schijnt. DEOUDEHOFTE BERGEN De dreiging welke boven het voortbestaan van de Oude Hof in Bergen N.-H. hing is voor onze Com missie Stad en Dorp in Noordholland in samenwer king met het Dagelijks Bestuur aanleiding geweest tot herhaald contact, onderzoek ter plaatse en de opstelling van een rapport, hetwelk op verzoek van het gemeentebestuur van Bergen werd uitgebracht. Wij achten het belangwekkend genoeg om dit onze leden voor te leggen. Om een inzicht te geven in het verloop der zaken betreffende de bestemming, volge hier een sum miere beschrijving van de bebouwingsontwikkeling in en om dit gebied. Het gebied voor vaststelling uitbreidingsplan. In het prachtige natuurdorp Bergen bestond nog geen uitbreidingsplan. Van het bosgebied, waarin begrepen prachtige heideveldjes, doorsneden met beken en hier en daar aanwezig geboomte, werd bijna zonder enige beperking en zonder te voldoen aan enige eisen voor de toekomst ten aanzien van behoorlijk aansluitende wegenaanleg, riolering en. verdere voorzieningen, bouwterreinen uitgegeven. Een groot gebied van dit prachtige terrein werd aan deze willekeurige bebouwing prijsgegeven en door het tegenwoordige dorp opgeslokt. 1925 Een groot natuurreservaat wordt aangekocht Toen ook het bosgebied ten Noorden van de Eeuwigelaan door deze bebouwing ten offer dreig de te vallen, werd op initiatief van de V.V.V. te Bergen een groot natuurreservaat (plm. 85 ha) door de gemeente aangekocht met bijdragen van de overheid diverse instanties en de bevolking. 1938 Uitbreidingsplan Op aandrang van de Raad werd tenslotte het uit breidingsplan ontworpen en door Ged. Staten in hoofdzaak goedgekeurd. Vele eigenaren kwamen in beroep, doch de bezwaren van de meeste appellan ten werden niet ontvankelijk verklaard. De eigenaar J. van Reenen, welke in beroep was gegaan bij de Kroon tegen bestemmingen van di verse grondgebieden, werd voor het terrein rond dë Oude Hof in zijn bezwaar tegemoetgeko: men. Voor de bestemming van dit terrein, aangegeven als i„bos waarvan het behoud nader met de eigenaar is te regelenwerd beschikt, dat dit terrein binnen af zienbare tijd tot „natuurreservaat" moest zijn aange- 62 1940

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1949 | | pagina 18