zo ja, in hoeverre op grond van Prov. verordenin gen hiertegen kan worden opgetreden. Het blijkt, dat de verschillende provincies thans of binnenkort zullen beschikken over verordenin gen ter bescherming vanhet landschapsschoon, dan wel ter wering van ontsierende reclames en op slagplaatsen. Dezer dagen lazen wij in het verslag der handelin gen van de Prov. St. Van Zuid-Holland de beraad slaging over de verordening tot bescherming van het landschapsschoon, waaraan wij het boven staande motto van Victor Hugo, geciteerd door het lid van Ged. Staten, Mevr. de Ruyter-de Zeeuw, ontleenden. De beraadslagingen betroffen nml. in hoofdzaak in hoeverre de rechten en vrijheden van onze Neder landse bedrijven in deze materie gingen, of er spra ke zou zijn van een te vergaande aantasting en be perking daarvan en of de behandeling van hónder den verzoeken en honderden gevallen niet een on mogelijkheid zou zijn. De verordening is inmiddels van kracht geworden en biedt ons inziens alle mogelijkheden om het euvel van ontsierende reclames, opslagplaatsen e.d. te voorkomen of te bestrijden, mits het Provinciaal Bestuur de handhaving der gestelde regelen met kracht wenst te hanteren. Een landschapscontro leur in vaste dienst wil ons hiertoe onmisbaar voor komen. De wilde vestiging van autokerkhoven en soort gelijke opslagplaatsen, waardoor in de meeste ge vallen deze terreinen een andere bestemming ver krijgen dan die, welke zij volgens streek- of uitbrei dingsplannen mogen hebben, moet reeds uit dien hoofde voorkomen c.q. ongedaan gemaakt kunnen worden; het voorzien van afschermende beplan tingen is slechts een hulpmiddel om.althans het ergste onheil aan het zicht te onttrekken. En waarom kan voor deze verordeningen niet een meer gelijkluidende formulering voor alle provin cies gevonden worden? In Zuid-Holland omvat de verordening tot be scherming van het landschapsschoon zowel ben zinestations als ontsierende reclames en opslag plaatsen; in Utrecht alleen de beide laatstgenoem de objecten. In Noord-Holland, Gelderland, Zee land, zijn afzonderlijke verordeningen voor elk dier gevallen. De bepalingen gelden in het algemeen slechts voor het landelijk deel der gemeenten, zodat, vooral wat ont sierende reclames binnen de bebouwing betreft, veel aan het schoonheidsbegrip van het gemeente bestuur moet wórden overgelaten. Helaas blijkt dit in vele gemeenten niet sterk ontwikkeld te zijn. In sommige provincies heeft het Prov. Bestuur per circulaire de gemeenten op hun verantwoordelijk heid ten deze gewezen. Er worden jaarlijks honderden aanslagen gepleegd op het onschatbare bezit van het landschaps schoon; door onkunde, onverschilligheid of onop lettendheid geschiedt veel leed, dat voorkomen had kunnen worden. Laten de besturen van Provincie, stad en water schap bèseffen, dat de bescherming van dit schoon een morele plicht is tegenover de bewoners, voor wie het zich vermeien buiten de wooncentra niet slechts een lichamelijke, doch ook een geestelijke recreatie moet zijn. 60 Autokerkhof foto archief B.H. LAATSTE BERICHTEN In aansluiting op de mededelingen in ,,Op Heemwacht" omtrent de plannen tot vestiging van een nieuwe electrische centrale te Zwollerkerspel, kunnen wij berichten, dat van Gedeputeerde Staten vernomen werd, dat de plaats van ves tiging van een nieuwe centrale nog niet definitief bepaald is, doch met het oog op de verschillende daarbij betrokken belangen nog een punt van onderzoek uitmaakt. De Directie van de ,N.V. Electriciteitsfabriek „IJsselcentrale" is te dier zake in overleg getreden met de Prov. Plan. Dienst. Met belangstelling zien wij het resultaat van dit overleg tegemoet. Bij het ter perse gaan van dit nummer werd een adres ver zonden aan Gedeputeerde Staten van Noord-Elolland naar aanleiding van de plannen der gemeente Schoorl om'drie stenen gebouwtjes, welke zijn overgebleven van het Wehr- machtskamp in deze gemeente, te doen verbouwen teneinde deze tijdelijk als woonhuizen in gebruik te nemen, zulks op grond van de overweging, dat op deze wijze met weinig kosten in een tijd van woningschaarste behoorlijke woon ruimte te verkrijgen zou zijn. Na onderzoek ter plaatse door een commissie van deskundi gen, meent het bestuur van de Bond Heemschut, hoewel het zich daarbij bewust is van het grote belang, dat in deze tijd verbonden is aan het verkrijgen van woonruimte, dat de beoogde verbouwing tot tijdelijke woonruimte ontoelaatbaar moet worden geacht. Zowel uit een oogpunt van volkshuisvesting als uit een oog punt van landschapsschoon meent het Bestuur van de Bond te moeten protesteren tegen de plannen, welke bovendien een afwijking van het bestaande uitbreidingsplan vormen. Voorgesteld wordt het terrein te bestemmen tot natuurge bied zonder bebouwing, waarbij de mogelijkheid van het plaatsen van b.v. een schuur in verband met het beheer van bos- en duingebied toelaatbaar geacht wordt.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1949 | | pagina 16