Ir J. A. M. de Boer
INDUSTRIALISATIE EN LANDSCHAPS SCHOON
Bij beoordeling van de vraag of veranderingen in
het landschapsbeeld, waarmede somwijlen verlies
aan natuurschoon gepaard gaat, aanvaardbaar
zijn te achten, behoort men een juist inzicht te
hebben in de factoren die hebben bijgedragen tot
de vorming van het landschapsbeeld zoals dit in
ons land thans aanwezig is.
Men spreekt vaak over natuurschoon en over „on
gerept natuurschoon", waarbij men onbewust
vooropstelt dat'deze schoonheid zou zijn ontstaan
zonder dat de mens hierop zijn invloed zou hebben
doen gelden.
In ons land zijn de gebieden, die wij met natuur-
schoongebieden plegen aan te duiden, in vele ge
vallen cultuurgebieden, derhalve gebieden die hun
huidige vormgeving, beplanting, ontwatering enz.
hebben te danken aan het feit dat de mens ze in
cultuur heeft gebracht tot bouwland, weiland of
bos of tot park bij de landgoederen.
Het Nederlandse landschap is derhalve meestal
een gevolg van de wijze waarop de mens de bodem
productief heeft gemaakt, derhalve dienstbaar aan
zijn behoeften. De bodem is er immers ten dienste
van de mens en niet omgekeerd
De veelheid der menselijke behoeften; aan voedsel,
kleding, huisvesting en ontspanning, waarbij men
nog vele andere zou kunnen vermelden, zoals de
mogelijkheid zich te verplaatsen langs wegen en
water, vanaf vliegvelden, de godsdienstige en gees
telijke behoeften enz. veroorzaken een rijk gescha
keerde wijze van bodemgebruik.
Landschappelijk bezien komt deze variatie tot uit
drukking in een vaak boeiende afwisseling tussen
bouwlanden, weilanden, bossen, schaduwrijke be
plantingsstroken langs de wegen en kanalen, de sil
houetten van dorpen en steden, die alle tezamen
bijdragen tot de rijkdom van het landschapsbeeld.
Indien de onderscheiden wijzen van grondgebruik
in de loop der tijden hebben geleid tot een in letter
lijke zin volgroeide en schone vorm, dan gaat het
ons aan het hart indien andere, of gewijzigde, be
hoeften van de mens een wijziging in die als schoon
ervaren landschapsvorm gewenst maken.
De in zo'n landschap de „natuur" zegt men
vaak optredende biologische en botanische
levensgemeenschappen dreigen dan verstoord te
worden en dit doet de natuurhistorici dan weer
alarm slaan.
Dit is begrijpelijk. En toch zullen vaak de zo ge
vreesde veranderingen in het landschap doorgang
moeten vinden!
Dit doet zich dan, onder meer, voor indien in een
gaaf landschap industrievestiging optreedt, wan
neer-noodzakelijke uitbreiding van stad of dorp
beslag legt op een fraaie es, of op een mooi weide
gebied.
De natuurschoonminnaar en niet minder de ge
bruiker van de bodem, landbouwer óf veehouder,
zien met lede ogen, de aantasting van hun domein
aan, zij zullen trachten deze aanslag op wat hen
dierbaar is te voorkomen en dikwijls zullen zij
daarin hebben te berusten.
Het leven stelt nu eenmaal, zijn eisen, en voor de
belangen van de gemeenschap zullen vaak die van
de individu of van een groep van belanghebbenden
moeten wijken.
55
Omplanting loodsen en werkplaatsen
Beplanting verlaademplacement