1. de thans nog door het dorp voerende Rijksweg
LeeuwardenZwolle, de aloude „Heerewech",
beoosten Heerenveen zal worden omgelegd. Zelfs
zonder het ten behoeve van de dempingsplannen
verzamelde cijfermateriaal der verkeerstellingen
te raadplegen, kan veilig worden aangenomen, dat
het doorgaande verkeer tengevolge van de omleg
ging niet onaanzienlijk zal afnemen.
2. aannemende, dat het aantal automobilisten met
bestemming Heerenveen zal toenemen, behoefte zal
bestaan aan een behoorlijke parkeergelegenheid
voor de bezoekers. Indien men daartoe ,,de Kolk"
zou willen opofferen, een ander doel immers blijft
een verbetering van de toevoerweg tot het hart van
Heerenveen, zal slechts een gedeelte van de[na even
tuele demping verkregen ruimte daartoe bestemd
kunnen worden, zulks mede in verband van de
aesthetische verzorging van het geheel en de reeds
aanwezige en te sparen lindenbeplanting.
3. rekening houdende met de voorwaarde, dat de
winkeliers een uitbreiding van winkelvèstiging tot
stand zouden willen zien komen, toch aan niet meer
dan een 150-tal auto's parkeerplaats geboden zal
kunnen worden, waarbij gevreesd moet worden,
dat de drie functies: parkeerplaats, verkeersstraat
en winkelstraat elkaar eerder zullen tegenwerken
dan stimuleren.
Deze overwegingen hebben er toe geleid, dat het
bestuur van de Bond Heemschut zich tegen de dem
ping heeft uitgesproken, daar het in de demping
geen voldoende oplossing van de bestaande proble
men ziet en in de toekomst de resultaten ten enen
male onbevredigend zullen blijken te zijn.
Bovendien zal een zeer markant en eigen stede
bouwkundig element van grote schoonheid en doel
matigheid verloren gaan. Door demping van de
Kolk, zou afgezien van het verlies aan de visuele,
verdiepende en verlevendigende werking van het
water, ook de belangrijke functie van het water als
stofvanger, een eigenschap waaraan veelal te wei
nig waarde wordt toegekend, ophouden te be
staan.
De oplossing van het parkeervraagstuk worde eer
der gezocht in de richting van de nog open zijnde
terreinen, b.v. ten Zuid-Oosten van de dorpskern,
dan wel het open terrein ten Oosten van Crack-
State, hetwelk thans tot plantsoen is ingericht en
waaraan toch geen grote stedebouwkundige bete
kenis mag worden toegekend, daartoe te bestem
men. Voor de winkelstand ware ruimte te zoeken in
b.v. evenwijdig aan de Dracht te projecteren stra
ten, waarop het uitbreidingsplan der gemeente toch
zou kunnen worden gericht.
Het Bestuur van de Bond Heemschut heeft met na
druk er op gewezen dat in deze richtingen met meer
succes naar een oplossing zöu kunnen worden ge
zocht, dan ,door zijn toevlucht te nemen tot de
demping van de Kolk, welke vele kansen tot ver
fraaiing van het stadsbeeld welke thans nog open
staan voorgoed onmogelijk zou maken. Voor Hee
renveen zou de zo bijzonder belangrijke en de struc
tuur van de plaats zo juist bepalende, aantrekke
lijke stedebouwkundige schoonheid van de Com
pagnonsvaart, kunnen worden gespaard, in het be
lang van het dorp en tot lust van zijn bewoners en
bezoekers.
Mr J. W. KEISER
VERORDENINGEN TEN BEHOEVE VAN
DE SCHOONHEID VAN HET LAND
II
Toen de op zich zelf verheugende beoefening van
de watersport de oevers van onze meren al voor een
deel in beslag had genomen voor botenhuizen en al
wat daarbij hoort, is een enkel provinciaal bestuur
op de gedachte gekomen om maatregelen te nemen.
Zuid-Holland vaardigde in 1934 een Plassenver-
ordening uit, waarin meren en oevers beschermd
worden.
De verordening onderscheidt de tot het waterge
bied behorende plassen welke zijn opgesomd
en de tot dit gebied behorende terreinen: oever
stroken van 200 m breed. Het is behoudens vergun
ning verboden in deze watergebieden afval, mest,
grond, specie e.d. te storten, op te slaan of voor
handen te hebben. Dit verbod geldt niet indien de
storting plaats heeft ten behoeve van land- of tuin
bouw. Tevens is het verboden havens te graven of
aanlegsteigers te maken. Van deze bepaling kun
nen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen,
waarbij zij als voorwaarden kunnen stellen, dat het
landschapsschoon ontzien wordt.
Enkele provincies volgden dit voorbeeld: ik noem
Drenthe en Noord-holland 14)
De plassenverordeningën kunnen, zoals men ziet,