99
ringe mate gedeeld in de
rampspoed van de in
de middeleeuwen telkens
weer oplaaiende oorlogen
tussen Holland en het
Sticht. Het is herhaalde
lijk belegerd, in brand
gestoken of tot de grond
verwoest, maar even 20
vaak herrees het uit 2ijn
puin. Niet aldus het des
tijds onmiddellijk aan het
kasteel grenzenden kers
pel het Gein, dat in 1294
door bisschop Jan van
Zierik inet stadsrechten
begiftigd, in 1333 door
Willem van Duivenvoor
de 20 grondig werd ver
nield, dat het zich niet
meer heeft kunnen her
stellen.
Het tegenwoordige kasteel werd door Adriaan Ploos van
Amstel, een der rechters van Oldenbarneveld, in 1633 op
oudere grondslagen gebouwd; in de keldermuren zouden
nog sporen zijn te vinden van een oude gevechtstoren.
Wanneer we dit huis in zijn huidige staat vergelijken
met de litho naar een afbeelding uit 1732, voorkomend
in het Tijdschrift voor Geschiedenis, Oudheden en Sta
tistiek van Utrecht, jaargang 1843, bij een artikel over
Oudegein van de hand van Jhr J. J. de Geer, zien we,
dat hieraan in de loop der jaren althans uitwendig maar
zeer weinig is veranderd. De hoofdvorm is nog precies
dezelfde als voor ruim twee eeuwen, alleen hebben de
toen nog aanwezige kruisramen naar de smaak der 18e
eeuw moeten plaats maken voor ramen met roedever
deling, die echter in het minst geen afbreuk doen. Te-
zelfder tijd zullen de vensters in de rechterzijgevel zijn
gedicht (de moeten zijn nog in het metselwerk zicht
baar) en werden blinde ramen aangebracht om het een
tonig muurvlak te breken. Het aardige waterpoortje
komt eveneens voor op de hierboven genoemde afbeel-
ding. De oorspronkelijke hoge houten ophaalbrug is ver
anderd in een vaste, waaronder weer een afzonderlijke
brug is gemaakt, die toegang geeft tot het sousterrain,
dat behalve van een deur, nog van een tweede venster
werd voorzien. Boven de hoofddeur, omgeven met een
eenvoudige omlijsting van natuursteen, is het wapen
aangebracht van het geslacht Oudegein, een jongere tak
uit Wulven. Dit geslacht bezat het huis in de 13e eeuw.
De uit het hoge leien dak oprijzende brede schoorstenen,
bekroond met sierlijk smeedwerk en vergulde wind
vanen, komen eveneens voor op de afbeelding van 1732;
de dakkapellen hebben echter een fraaiere overkapping
gekregen.
Onmiddellijk grenzend aan de kasteelgracht ligt de boer
derij met een aardige naar schatting 18e eeuwse
gevel, van warm-rode baksteen en boogjes met blokken
van natuursteen. De opkamer is hier evenals bij het
in Rijnland veelvuldig voorkomende type uitge
bouwd. De topgevel is bijzonder fraai bewerkt, doch
helaas in later tijd aan de rechterzijde afgeschuind; hier
over valt thans het rieten dak.
Opmerkelijk is wel, dat deze boerderij nog gedeeltelijk
is omgeven door een cirkelgracht; naar mij werd mede
gedeeld waren hier voorheen de verblijven van de krijgs
knechten gelegen.
Het lijkt mij echter geenszins onwaarschijnlijk, dat we
hier de plaats van een der oudste sterkten zullen hebben
te zoeken, te meer, waar verondersteld mag worden, dat
het middeleeuwse Oudegein niet veel anders zal zijn
geweest dan een goed versterkte woontoren. Toen in
1329 „Heynen Snoyen soon van den Ouden-Gheine" er
mede werd beleend, heette het in de volksmond „de
Snoyen-toren"; later, in 1355, wordt het om zijn ge
duchte versterking door de spraakmakende gemeente „de
Wapentoren" genoemd.
Voorbeelden van kastelen, die oorspronkelijk uit zulk
een toren hebben bestaan, zijn thans nog in het Utrechtse
te vinden. Men beschouwe b.v. Weerdestein en de Nate-
wisch, beide nog op zich zelf staande torens door een
gracht omgeven; Walenburg, met later aangebouwd huis;
Hinderstein en Rijnstein, eveneens met latere aanbouw
sels en het thans misschien reeds gesloopte Lunenburg,
dat in de oorlogsjaren werd vernield en waarvan in de
ruïne de middeleeuwse toren met zware muren van grote
moppen opgetrokken, nog zeer- duidelijk viel te onder
kennen.
De tegenwoordige eigenaar van Oudegein, Jhr Mr L. E.
de Geer van Oudegein, burgemeester van Vreeswijk, be
woont het op het voorplein gelegen huis. Het park is
met uitzondering van de directe omgeving van het
kasteel toegankelijk voor houders van wandelkaarten.
Boeidenj op Oudegeiu,
folo W. J van J'mik