HET ZUIDERZEEMUSEUM EN DE DIENST DER ZUIDERZEEWERKEN GG door Ir. J. F. R. van de Wall, Hoofdingenieur der Zuiderzeewerken Wanneer ik de stelling poneer, dat de uitvoering van elk groot werk, in het algemeen belang ondernomen, nadeel of schade op cultureel en historisch gebied met zich mede brengt dan geloof ik dat deze onaanvecht baar is. Ik bedoel dit zo, dat tegenover de doelbewuste en met zorg uitgevoerde schepping van iets nieuws, welke zo moet zijn dat zij nieuwe cultuurwaarde het karakter weergevend van de tijd waarin het tot stand kwam, voor de toekomst geeft, steeds staat verlies van bestaande historie en cultuur. He.t is de taak van de Overheid, die het, in het algemeen belang ondernomen werk tot stand deed brengen, om datgene, wat verloren moest gaan, in zodanige vorm voor het nageslacht vast te leggen, dat dit op de mogelijk juiste wijze zich een idee kan vormen van wat vroeger bestond. In dit licht bezien is het duidelijk, dat een Zuiderzee museum op zijn plaats is. De Zuiderzeewerken toch grijpen zo diep in de bestaande toestanden van het, der voormalige Zuiderzee omringende land, dat het niet te verwonderen valt, Drukle in de haven te Enkhuizen Foto Biam Soffice dat veel van culturele en historische waarde verloren zal gaan, helaas reeds ten dele verloren is. Wanneer men alleen maar denkt aan het feit, dat een groot deel vaa de vroegere bevolking in de plaatsjes rond de Zuiderzee een hoofdbestaan in de visserij vond en dat na het gereedkomen van het gehele inpol deringsplan van Lely dit nog slechts voor een beschei den groep, wonende in nauwkeurig aan te wijzen plaatsjes, mogelijk zal blijken, dan is het duidelijk, dat alleen reeds op dit gebied iets verloren gaat wat nimmer in de toekomst meer tot ontplooiing is te brengen. Hoewel bij de opzet der Zuiderzeewerken zeer duide lijk aandacht is geschonken aan deze verdwijnende vissersbevolking, ter gemoetkoming waarvan de Zui- derzeesteunwet in her leven is geroepen, is van Over heidswege tot nog toe weinig of geen aandacht besteed om voor het nageslacht vast te leggen en te bewaren datgene, wat door de uitvoering der werken verloren moet gaan. Ik denk hierbij zeer speciaal aan de verdwijnende vissersvloot met zijn talrijke typen vaartuigen, aan de verdere outillage van netten, enz., aan de kleder drachten en aan de typische huizenbouw van som mige vissersplaatsjes. Daarnaast zou ik willen wijzen op het verdwijnen van verschillende panorama's van monumentale waarde. Weliswaar is teeds op verschil lende plaatsen wat materiaal bijeen gebracht, doch een centraal overzicht is nog niet tot stand gekomen. Het is dan ook een gelukkig feit te noemen, dat door particulier initiatief en in samenwerking met de Overheid thans besloten is te Enkhuizen een Zuider zeemuseum op te richten met de bedoeling dit alles vast te leggen. Speciaal voor de Dienst dei Zuiderzeewerken, die bij het opmaken van de plannen zoveel tegenstrijdige belangen tegen elkaar moet afwegen en een keuze moet doen, waardoor welhaast steeds iets verloren gaat wat historische of culturele waarde heeft, stemt he,t tot voldoening te weten, dat datgene wat in het algemeen belang moest verdwijnen, op passende wijze in een daartoe bij uitstek geschikte omgeving bewaard zal blijven. Hoewel de opzet van het Museum in verband met de tijdsomstandigheden bescheiden moet zijn en voor lopig alleen met bestaande ruimte van daartoe wel willend afgestane "gebouwen zal moeten worden gewoekerd, is het te hopen, dat spoedig de middelen kunnen worden gevonden om op meer natuurlijke

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1948 | | pagina 20