klederdrachten zullen blijven dragen. Zij zullen door gaan met het beoefenen van de visvangst. Hun vaar tuigen zullen in de museumhaven liggen. De huizen zullen op- de bij hen gebruikelijke wijze worden ingericht. Van elk der afzonderlijke huisjes zal één woning voor het publiek te bezichtigen zijn. Voor bet bevolken van het museumdorp zal mede werking worden verleend door de Rijksdienst voor uitvoering van de Zuiderzeesteunwet, die groot belang heeft bij het vinden van woon- en werkgelegenheid voor de vissers, die in de straks van de zee afgesloten kustplaatsen hun bedrijf niet meer kunnen uitoefenen en, naar thans reeds blijkt, gaarne van Enkhuizen uit willen blijven vissen. Al de dingen, die tot de karakteristiek van de kust plaatsen behoren, zullen ook in het ïnuseumdorp het totaal aspect verlevendigen. Zo is b.v. gedacht aan de „leugenbank" en de gezellige, laaggezolderde en zwartberookte visserskroeg. De bedrijven zullen zoveel mogelijk in werking zijn en hun producten afzetten aan bewoners en bezoekers van het museumdorp. Op deze wijze bestaat eveneens de gelegenheid om betere souvenir-artikelen te ver vaardigen. Verder is gedacht aan het oprichten van een een voudig, maar ruim opgezet restaurant, teneinde grotere groepen bezoekers te kunnen verzorgen. Dit kan tevens hotel zijn, om hen, die langere tijd in deze omgeving willen verkeren, daartoe de gelegenheid te geven. De opzet van dit museumdorp is er op gericht om eigen inkomsten te kweken en zodoende het exploi tatietekort zo klein mogelijk te doen zijn. En dat alles zal verrijzen in en om het wijde water, verlevendigd met duizend witte en bruine zeilen van de vissersschepen en het levendige verkeer van tj'alken, klippers en stomers van allerhande slag. De zilte bries, bet wijde water, en het werkende volk, de pittige geur van dampende netten en vis-in-de-rook zal in dit museumdorp de bijzondere sfeer scheppen, die aan de Zuiderzeeplaatsen zo eigen is. Het zal een „levend" museum zijn en in zijn geheel een beeld geven van het fleurige, tierige leven langs de boorden van de verdwijnende Zuiderzee. NOOT VAN DE'REDACTIE Voor het juiste begrip maken wij onze lezers er op attent, dat het Peperhuis, als eerste afdeling van het Zuiderzeemuseum, nog niet geopend is, maar naar men verwacht zal worden opengesteld in Juli 1949. Het gehele complex zal 1 Juli 1952 voltooid moeten zijn. r_^ JLBOVXA '94<0r— ÖkÖt'TXA

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2023 | 1948 | | pagina 19