HET ZUIDERZEEMUSEUM TE ENKHUIZEN door S. J. BOUMA, DIRECTEUR VAN HET MUSEUM 59 0 De voormalige Zuiderzee is voor de ontwikkeling van de Nederlandse visserij, scheepvaart, handel en industrie van de allergrootste betekenis geweest. Deze nationale binnenzee, die geografisch, historisch en staatkundig geheel tot Nederland behoorde, kon worden beschouwd als een 1 reusachtige haven, waar men niet beducht hoefde te zijn voor het optreden van vreemde vloten. Als gevolg hiervan kon zich langs de. kust een kring van handelssteden ontwikkelen. In deze handelssteden en het omringende achterland ontstond een typische regionale sfeer, die zich wezenlijk onderscheidt van die, welke in andere streken van het land wordt aan getroffen. Het gehele culturele en bedrijfsleven was gericht op de geografische en sociologische omstan digheden, die door de nabijheid van de Zuiderzee werden geschapen. De bloeitijd van de meeste kleine steden aan de Zuiderzee ligt vaak vóór de aanvang der 17de eeuw. Deze bloeitijd is niet veroorzaakt door de visvangst, doch ontstond door de buitenlandse handel en koop vaardij. Toen dit handelsverkeer ophield, of zich hoofdzakelijk op Amsterdam concentreerde, zijn vele van deze steden achteruitgegaan en weggeslonken tot stille, verdroomde plaatsjes, die in hun inwendige nog de herinnering aan een bloeiend verleden koesteren. Hier is vaak nog te zien, welk een harmonie van wel vaart en kunstzin indertijd gecultiveerd is geweest. Vele van deze steden hebben lange tijd het etiket „dode steden" gedragen en er zijn plaatsen bij, zoals Enkhuizen, die in hun bloeitijd een enige malen groter inwonerstal hadden, dan zij thans bezitten. Niet alles bleek echter dood in deze Zuiderzee plaatsen; er zijn er die nieuwe welvaartsbronnen hebben aangeboord en weer min of meer zijn opge komen. Ook hier zij Enkhuizen weer genoemd, waar de zaadhandel met zijn internationale vertakkingen nieuw leven in de brouwerij heeft gebracht en bezig is de stad een geheel ander aspect te geven. Evenwel 'hebben de plaatsen rond de Zuiderzee zich niet weer op kunnen werken tot internationale han delssteden in de zin als zij voorheen waren, met uit zondering van Amsterdam en HarlingÊn, die steeds hun positie hebben weten te behouden. Zij zijn thans aangepast aan de gewijzigde omstandigheden, belang rijke marktplaatsen vóór de omtrek en het achterland geworden, terwijl de Zuiderzeevisserij en de scheeps- vangst de oorzaak werden van de vestiging van bedrijven, die deze verzorgden of daarvan het gevolg waren. Zo bleef er "dan steeds een grote categorie bestaan voor wie de zee de indirecte- of directe bestaansbron was, hetzij als hoofd- of als nevenbedrijf. Op deze wijze ontstonden de scheepswerven voor de binnen vaart, de mast-, pomp- en blokmakerijen, de hout zagerijen, de kuiperijen en mandemakerijen, de roke rijen en vele andere nevenbedrijven en neringen, die alle van elkaar en van de mogelijkheden, die de Zuiderzee bood, afhankelijk .waren. Zij waren op elkaar ingesteld en vormden als zodanig een gesloten gemeenschap. Door dit alles 'heeft zich langs de Zuiderzee in onze bevolking een merkwaardig gescheiden groep mensen met een eigen cultuurleven ontwikkeld. Niet alleen de vissers, doch ook de agrarische bevolking langs de boorden der Zuiderzee bezit dezelfde kenmerken. Vrijwel nergens vindt men een nabloei der oude volks- en handwerkskunst nog zó voortleven als hier. Het vasthoudenx aan oude zeden en gebruiken, de klederdracht, de taal, de wooncultuur zich uitende in bouw en inrichting van het boerenhuis dit alles vinden wij hier nog volop en zodanig gekenmerkt, dat wij naast een eigen visserscultuur eveneens van een eigen boerencultuur langs de Zuiderzee kunnen spreken. Wellicht zijn deze cultuuruitingen uit vloeisels van andere, uitgebreider cultuurstromingen of" zijn daarop geënt. De verzameling van het Zuider zeemuseum zal gelegenheid geven om deze^sociografi- sche vraagstukken te bestuderen. Hierbij zal nog beter tot uitdrukking kunnen komen welk een belangrijke historische betekenis de Zuiderzeekust heeft. De Zuiderzee was omringd door de meest verschil lende en afwisselende landschappen, voortkomende uit verschillende geologische omstandigheden. Zo vindt men in Zuidelijk Friesland langs de hooggelegen bossen .van Gaasterla~nd de steile vormen der kliffen; langs de kust van Overijsel ten Noorden van de IJsel- delta vond men een merkwaardige biezenzee met een typische kaapvorming bij Vollenhove, terwijl men aan de langzaam naar zee afglooiende gronden 'van Gel derland en het Gooi zandterrassen vindt, die ontstaan waren door de afslag van de zee. Op andere plaatsen werd de Zuiderzee door hoge dijken begrensd, waarvan men vaak aan de binnenzijde kolken en plassen vindt, welke zich kenmerken door een rijk dieren- en plantenleven.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1948 | | pagina 13