BoekBespReking INHOUD No. 3, 1948 48 TON KOOT, Poorters van Amsterdam. Uitgave Ploegsma, Amsterdam, 1947. Het is niet zo zeer het leven van een achttal vooraan staande poorters van Amsterdam, wat Koot in dit nieuwe boek beschrijft, het is veel meer de lof van het oude Amsterdam zelf en zijn woelige, bonte, bruisende leven dat hij er in bezingt, uitgekristalliseerd om de figuren van een achttal van zijn meest representatieve zonen: Willem Eggacrt, koopman en 's Graven thesau rier, een der stichters der Nieuwe Kerk, wiens naam nog voortleeft in een kapel van die kerk en een straat er achter, Cornelis Anthonisz, schilder en tekenaar van de oudste houtsnedekaart van de stad, Hendrick de Keyser, de architect en beeldhouwer, Gerbrand Adriaenszoon Bredero, de Amsterdamse volksdichter bij uitnemendheid, Joost van den Vondel, koopman en Poeët, Frangois Hemony, stadsklok- en geschutgieter, Michiel Adriaanszoon de Ruyter, en als bekroning de grootste hunnerRembrandt. Om al die acht heen weet hij een boeiend beeld te scheppen van het Amsterdam van hun tijd, waarbij hij onze bewondering wekt door zijn vermogen, zich in die oude tijden in te leven en zijn personen de taal van hun dagen te laten spreken. In hoever alles wat hij schrijft historisch, en wat de gesproken taal betreft, taalkundig verantwoord is, blijve aan meer deskundigen ter beoordeling; de leek op dit gebied zal het boeiend en met grote liefde voor zijn stad geschreven boek zeker met belangstelling doof- en uitlezen. In het bijzonder de bewonderaar van het oude stedeschoon van Amsterdam moge het ter lezing worden aanbevolen, daar er voortdurend op ge wezen wordt wat van het oude en voor onze stad karak teristieke behouden bleef, en op de plicht, dit alles voor het nageslacht in veiligheid te bewaren. Laten wij hopen dat Koot nog eens inspiratie zal gevoelen tot een vervolg op dit werk. Want ook na onze bloeitijd heeft Amsterdam een eigen leven gekend en karakteristieke figuren voortgebracht, zij het ook dat de stad en haar poorters toen misschien niet meer dat élan vertoonden, dat Koot in de Middeleeuwen en onze klassieke 17e eeuw blijkbaar zo aantrok. j. g. de A. DE BOER Op en Om de Wieden. Uitgave A. Roelofs van Goor-Meppel,prijs geb. 9,75. Zoals de ondertitel van het boek, de schoonheid van het Overijsels merengebied, reeds aanduidt, brengt de schrijver ons in" het Noordelijk deel van Overijssel, met zijn vele meren en plassen. Naast zijn enthousiaste verhalen over de schoonheid van het landschap vertelt hij ons over de flora en de fauna van deze, aan zo weinigen bekende gebieden. Hij leidt ons door oude stadjes als Blokzijl en Vollen- hove, maakt ons daarbij attent op historische en folklo ristische bijzonderheden. Het boek is voorzien van een zeer groot aantal foto's waaronder zeer fraaie. B. S. NIEUWE LEDEN. Als buitengewoon lid traden toe: Ir H. van Halewijn, Groningen; Ir J. van Noppen, De venter; Ir J. P. M. Briët te Hilversum; René Smeets te Beers; Ir W. K. de Wijs te Enschede; Ir A. Kraayen- hagen te Apeldoorn; Ir C. dê Heer te Deventer; J. Bak ker te Assen; Jan Jonkman te Enkhuizen; M. Dijkerman te 's-GravenhageJ. E. Brom te Utrecht; Ir M. F. Van Dun c.i. te Rijswijk Z.-H.; G. Nijman te Alphen a. d. Rijn; Dr A. G. Ploeg te Oegstgeest; A. de Kluys te Tilburg; Mr R. W. J. C. van den Wall-Bake te Alk maar; C. G. J. van Oort te Utrecht; A. H. de Wilde te Rockanje; J. J. Rosseel te Aardenburg; Ir C. W. André de la Porte te Velsen; J, A. Baron de Vos van Steen- wijk, genaamd van Essen te Utrecht; Ir J. P. van dei- Weduwen te Makkassar; S. J. Bouma te Enkhuizen; H. G. Tulp te Amsterdam; G. Menkeveld Azn te Arcen; Mr H. de Vries te Elburg; R. D. Schiere te Uithoorn; Ir A. J. van der Steur te Amsterdam; J. K. de Cock te Hoogezand; C. H. de Bever te Eindhoven; L. ten Cate te Almelo; J. Mastenbroek =te Heemstede; W. Huistra te Hengelo. Als gewoon lid traden toe: De gemeentebesturen van Kamerik, Wassenaar, Ede, Haimelen, Geldermalsen en Leiden. Dienst Stadsontwikkeling en Volkhuisvesting, Den Haag. Als Donateur trad toe het gemeentebestuur van Zutphen. V» 55 TON KOOT - OP HEEM WACHT l«>i 54 P H VA'N KESSEL - HET KRUIT HUIS TE 's HERTOGENBOSCH n 58 A G M BOOST - HET DRAMA VAN DE ROTTEVALLE l'ai 4' H A VISSER - GETRAPTE BEMALING MET WINDMOLENS n 44 TH HAAKMA WAGENAAR - EEN TOREN MET EEN SLECHTE REPUTATIE

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1948 | | pagina 18