1 hij de verzekering gaf, dat de commissie desgewenst gaarne adviezen zal verstrekken. De Heer A. A. Kok, die het Bestuur van de Bond Heemschut vertegenwoordigde, verheugde zich in het feit, dat de Burgemeester gewezen had op de jongste loot aan de stam, de commissie Heemschut en de Jeugd. Na de ontvangst begaf het gezelschap zich naar het Openluchtmuseum waar de lunch gebruikt werd en t de vergadering plaatsvond. In zijn openingswoord wees de voorzitter, Ir van Hoytema, er op, dat thans in alle provincies subcom missies gevormd zijn, die haar werkzaamheden zijn begonnen, zij ontplooien zich als adviserende en han delende lichamen. Velerlei problemen kwamen aan de orde, waarbij bleek, dat, in alle provincies door de commissies hard wordt gewerkt aan de registratie en inventarisatie van het geen in ons land aan architectonisch en cultuur-his torisch schoon gespaard dient te blijven. Uitvoerig werd van gedachten gewisseld over de moeilijkheden, welke zich hierbij voordoen. Om 4 uur sloot de voorzitter deze vergadering, en splitste het gezelschap zich in groepen voor de rond- DANKBETU1GING Nu de stroom van gelukwensen, veroorzaakt doordat H.M. mij benoemde tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau, tot rust is gekomen, heb ik gemeend langs deze weg een belangrijk deel te bereiken van hen die op verschillende wijze hun gelukwensen uit brachten. Sommigen deden dat telegrafisch; anderen wachtten met poesegeduld tot ene ontmoeting. Velen vonden dat 't zo erg verdiend was, waarop geen ant woord te geven is, omdat de mens slechts doet wat hem medegegeven is. Anderen vonden dat er te lang mede gewacht was, waarop het antwoord past, dat de mens beter te laat dan te vroeg geëerd kan worden. Eén was er die verwachtte dat de Weledel Gestrenge meer edel dan gestreng zou zijn, waarmede ik het slechts ten dele eens kan zijn omdat gestrengheid 'n - enkele keer nodig kan zijn. Al met al, ik bedank allen, zowel hen die zich uitten als die dit in stilte deden, voor hun gelukwensen en voor hun vriendschap. De vererende benoeming tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau door H.M. op voordracht van de Mi nister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, zal ongetwijfeld in enig verband staan met de Bond Heemschut, omdat door mij in de loop der jaren voor deze vereniging wel eens iets gedaan werd. Het is mij daarom thans een vreugde dat, toen in de jaarvergade- leiding door het Ned. Openluchtmuseum. Deze vergadering, welke zich kenmerkte door de aan gename sfeer, en de allen bezielende drang tot activi teit, vormt een bevestiging van de hernieuwde waak zaamheid van de Bond Heemschut. Opnieuw bleek, dat reeds veel bereikt is, hiervan sprak ook de Heer Kok, die er op wees, dat eens de ge meenten gevreesde lichamen en de architecten vijanden van de Bond waren. Thans zijn de meesten van hen doordrongen van de noodzakelijkheid mede te werken aan het behoud van het schone en zij werden onze wapenbroeders, hiervan getuigt de ledenlijst van de Bond! Ook moet nog veel bereikt worden. Moge de commis sie, in het belang van het schone in stad en dorp haar werkzaamheden met kracht voortzetten. MUTATIES LEDENLIJST COMMISSIE Limburg STAD EN DORP aan toe te voegen: Jlir Mr R. A. Th. M. van Reyckevorsel, Overijssel Bmgemeester van Gulpen. H. B. van Broekhuyzen, Hengelo (overleden). ring 1947 te Delft, de Bond Heemschut zijn afge treden secretaris tot Erelid wilde benoemen, mij staan de het gebeuren inviel, aan het aanvaarden een voor waarde te verbinden, zijnde nog iets te mogen doen voor de Bond Heemschut, waarmede de vergadering zich kon verenigen. Mede om andere ijverige werkers niet in de weg te lopen, koos ik de redactionele werkzaamheden van de Heemschutserie en Heemschutbibliotheek, omdat dit iets was, gedurende en ondanks de Duitse overheersing opgebouwd en waarmede tot stand werd gebracht, dat in tijden van onmenswaardige verdrukking enige hon derdduizenden boekjes onder het Nederlandse Volk werden gebracht om de lezers eraan te herinneren dat er nog ene Nederlandse beschaving bestond. Nadat de „bezetter" zijn smadelijke aftocht had beleefd, werd aan H.M. een gebonden serie delen der Heemschutserie aangeboden, welk geschenk aanvaard werd en ene plaats verkreeg in het Koninklijk Huisarchief. Alles in samenwerking met de uitgeverszaak, de c.v. Allert de Lange. Mijn dank voor de Koninklijke Onderscheiding meen ik niet beter te kunnen betuigen, dan door te trachten door te gaan op de reeds op jeugdige leeftijd gekozen weg, de strijd voor de schoonheid van Nederland; zolang mij daartoe de kracht geschonken zal worden. Amsterdam. Uw dienstvaardige 21 Maart 1948. A. A. KOK. 47 I I

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1948 | | pagina 17