w
jj: j L
46
Driemaal werd hij door blikseminslag getroffen, waar
bij dan de toren tot de grond toe uitbrandde. Na de
laatste brand op 7 Juli 1669 vertoonde zich wegens
het ontbreken van enige inwendige koppeling een
verontrustende zetting in het uitgegloeide, en voordien
reeds murw geluide, muurwerk. De daarop volgende
herstelling, waarbij naar het schijnt, in plaats van een
spits, een gewelf met een stenen vloer als afdekking
werd aangebracht, miste doel door haar onoordeelkun
dig karakter, zodat tijdens de storm op 16 December
1682 de omgeving van de toren in paniek moest wor
den geëvacueerd. Zulks geschiedde niet ongemotiveerd,
want ,'s anderen daags klapte de Westwand, tot de
straat toe losgescheurd, in zijn geheel, uit het toren
lichaam, weldra volgde de Noordwand. Een vijftal
huizen werd verpletterd. 21 December daarop viel de
Oostwand en op 30 December stortte de Zuidwand in.
In enige schilderijen is deze catastrophe te volgen.
Volkomen hetzelfde ongeluk trof de eveneens zeer
hoge voormalige toren te Harderwijk, welke tot het
IJsseltype behoorde en die op dezelfde wijze werd
verhoogd met een voze stenen verdieping. Ook hier
waren de torenmuren onderling losgescheurd. 28 Ja
nuari 1797 's ochtends 9 uur stortten de Zuid- en Oost-
wanden in, om twaalf uur viel de Noordmuur en ein-_
delijk de Westwand. Enige tekeningen geven ook deze
ramp in phasen weer.
Het derde voorbeeld betreft de nog bestaande O.L. Vr,
toren te Zwolle. In de vroege ochtend van de 11de
Januari 1813 sloeg de bliksem in de betrekkelijk kleine
uivormige kap. Schilderijen laten weer zien hoe weldra
het gehele achtkant in lichter laaie stond. Maar in deze
iets zwaarder gebouwde toren was een stenen wentel
trap ingebouwd en daardoor was het met veel krachts
inspanning mogelijk de emmertjes bluswater tot hoog
in de toren door te geven, waarmede de klokkekamet
met zijn kostbare inhoud bleef gespaard.
De Walburgstoren te Zutphen bezat een later tegen
de Noordwesthoek aangebouwde stenen traptoren,
welke tot het niveau van de klokkekamer leidde. Die
wendelsteen is in 1945 door de Duitsers opgeblazen.
Tussen klokkekamer en houten beëindiging was geen
gewelf met stenen vloer. De toren was alleen inwendig
beklimbaar langs houten trapladders, welke door de
houten gebinten en zoldervloeren heen staken.
Dat bij de blikseminslag in 1600, waarbij de hoge
naaldspits verloren ging, nog twee grote luiklokken
gespaard bleven, moet worden verklaard door een
spoedig overstag gaan van de brandende spits'. De
fotografieën van de laatste brand, 30 Maart 1948,
tonen, hoewel de bovenste geleding van de bekroning
op het plein stortte, doch de onder- en binnenbouw
ervan, te stabiel voor zulk een noodsprong, brandend
in de toren is gezakt en daar een in elk geval ontoe-
gankelijke Etna veroorzaakte.
Beschouwt men de constructie van de Walburgstoren,
zoals die sinds 1637 was, dan verwondert het niet, dat
zulk een door een geperforeerde muur omgeven brand
stapel, op een stormachtige dag vlam vattend, geheel
in rook moest opgaan. Wel verwondert het daaren
tegen, dat het de gezamenlijke brandweren mocht ge
lukken het orgel te sparen, dat in de asla van deze
vulkachel staat opgesteld.
DE COMMISSIE STAD EN DORP
TE ARNHEM BIJEEN
Zaterdag 17 April hield de Commissie Stad en Dorp
van de Bond Heemschut, haar tweede jaarvergadering
met de provinciale subcommissies, ditmaal in Arnhem.
In de ochtend werden de deelnemers in het historische
Duivelshuis door het gemeentebestuur ontvangen. De
Burgemeester wees in zijn rede op de belangrijke taak,
die" de Bond Heemschut heeft ten aanzien van de
jeugd; hij achtte het van het grootste belang de jeugd
voor het ideaal van de Bond te winnen.
De voorzitter van de commissie Stad en Dorp dankte
de Burgemeester voor diens hartelijke woorden van
welkom en wees er op, dat de commissie zich mede ten
doel gesteld heeft te trachten het nieuwe op harmo
nische wijze bij het oude te doen aanpassen. Hij hoop
te, dat bij de wederopbouw van Arnhem voldoende
aandacht aan dit probleem besteed zal worden, terwijl
nel JJssel-lype