•*v
der drie molens over 1/3 gedeelte, zijnde 1.55 m.
overwonnen.
In 't bezit van een dergelijke getrapte bemaling zijn
voorts nog:
1) de „Tweemanspolder" bij Zevenhuizen,
2) de Droogmakerij „Westeinde" bij Aarlander-
veen, en
3) de „Benthuizerpolder" bij Benthuizen, elk cnet
vier molens.
Reeds verdwenen zijn o.m. de getrapte bemalingen
van:
1) de „Eendrachtspolder" bij Zevenhuizen, die tot
1925 acht gave molens bezat, geplaats in twee
gangen van vier,
2) „de Ronde Veenen" om Wilnis, bestaande uit
twee gangen van elk drie molens, in 1924,
3) „de Honderd Morgen of Wilde Veenen" bij
Moercappelle, met zeven molens (1924),
4) „de Drooggemaakte Polders van Bleiswijk en
een gedeelte van Hillegersberg", die uit liefst
zeven gangen van vier, dus in totaal uit 28
molens bestond en in 1910 door electrische ge
malen is vervangen.
Omdat sommige boezems in natte tijden niet snel ge
noeg kunnen lozen, hebben verschillende polders z.g.
bergboezems aangelegd. Dit zijn omkade stukken land,
die des zomers wel tot wei- of hooiland dienen, maar
's winters, wanneer de algemene boezems wegens te
hogë stand voor afmaling moet „sluiten", als tijdelijke
beigplaatsen van het overtollige polderwater woiden
gebruikt. Doordat de laatste jaren de bestaande instal
laties voor boezembemaling steeds sterker worden
gemaakt, worden de bergboezems hoe langer hoe min-"
der nodig. Toch hielden sommige polders hen nog in
stand, om er in geval van nood gebruik van te kunnen
maken.
De algemeen bekende en geheel intact gebleven
molengroep te Kinderdijk (Z.-H.) is een mooi voor
beeld van een aldus ingerichte boezembemaling. De
molens hebben hier tot taak gemeenschappelijk een
onderboezem op een bovenboezem af te malen. De
hoeveelheid te verzetten water is zo groot, dat één
molen daartoe bij lange niet in staat zou zijn. Daarom
zijn er verschillende naast elkander geplaatst, die alle
hetzelfde werk verrichten. Nabij Kinderdijk monden
twee grote boezems uit in de Lek: die van het water
schap „de Overwaard" en die van het waterschap „de
Nederwaard". Tezamen voeren zij vrijwel al 't polder
water aan van de Alblasserwaard.
In 1738 werd overgegam iot de stichting van een
uit acht molehs bestaand boezemgemaal, ten behoeve
van „de Nederwaard", achter de sluis bij Kinderdijk.
Zij kunnen het boezemwater opmalen op een grote
berg- of reserveboezem, die zich bij gunstige rivier
waterstand door een sluis weer in de rivier kan ont
lasten. Bij een lage rivierwaterstand kan de boezem
direct op natuurlijke wijze in de Lek worden geloosd.
Met deze boezembemaling kon de boezemwaterstand
op de duur toch niet geheel naar wens worden be
heerst. In 1868 werd de windbemaling daarom ver-
steikt door een hulpstoomschepradgemaal, dat in 1927
weer werd vervangen door een krachtiger motor-
schroefpompgemaal. Na geruime tijd buiten gebruik
te hebben gestaan, omdat het motorgemaal de bemaling
alleen verzorgde, zijn zij in de oorlogsjaren weer her
steld en opnieuw in gebruik genomen. Helaas slechts
voor korte tijd. Nu de olie voor het gemaal weer rui
mer vloeit, staan de wieken andermaal stil en de kans
dat de molens het werk weer zullen hervatten, lijkt
niet groot.
Evenals bij „de Nederwaard" dwongen ook bij „de
Overwaard" op de duur de omstandigheden tot stich
ting van een boezemgemaal en in 1739-'40 stichtte zij,
eveneens te Kinderdijk, een uit acht molens en een
hoge boezem bestaand boezemgemaal. Om dezelfde
redenen als in de „Nederwaard" werd het later ver
sterkt door een hulpstoomgemaal, dat in 1924 weer
42
Molengang van de Di lemansgolder bij Letdschcndam Gestroomlijnd volgens het
systeem Dekket
Molens van hel italcischaji de Oveinamd hij Kindeidi/lt fZ H j