40
i.rr| te (SoTTWAÜJr
snelverkeer door de plaats te leiden. De genoemde
betonweg, komende van het Noorden hield duidelijk
een richting, die het dorp nog net zou passeren, doch
werd onder goedkeuring van het toenmalige gemeente
bestuur met enkele bochten afgetakt en letterlijk het
kleine plaatsje ingewrongen.
Voorts zien we weer de geringe zorg voor het lang
zaam gegroeide; de totale afwezigheid van zin voor
het dorpseigene, dat spreekt uit het oude grachtje, het
stromende water, waarin zich de scheef daarop ge
plaatste gevels prachtig spiegelen.
Deze schoonheid vindt weinig of geen waardering; is
althans niet veilig in de handen van de bevolking, die
vrijwel uitsluitend zakelijk denkt. Vermoedt deze mens
enig voordeel van demping, dan hebben wij weinig
resultaat te verwachten van een krachtig pleidooi voor
het ibehoud van deze uitzonderlijke schoonheid. De
dorpsbewoner „kan daarvan niet eten" zo luidt hef
„afdoende" argument. En de gemeenteiaden schijnen
zich nog altijd te zeer gebonden te achten door en a^n
deze zakelijk-realistische redeneertrant.
Of komen zij daar zelve niet boven uit?
Het is opmerkelijk, hoe moeilijk het is tot de erkenning
te komen in dezen niet geheel deskundig te zijn. Alsof
deze erkenning enige terugzetting zou betekenen in de
rij, die onze autoriteiten krachtens ambt en waardig
heid toekomt.
De zorg voor ons landschap, zoals dat langzaam is
ontstaan, kan niet worden gelegd in handen van dilet
tanten; de zorg voor de opbouw van welk nieuw ge
bied ook, waarin het goed wonen zal zijn in de meest
ruime zin van het woord, mag men in een dichtbevolkt
land als het onze niet aan de bewoners zelve overlaten.
Vooral heden ten dage niet nu een realistische zin
gouden bergen verwacht van een klein-industrie ten
plattelande, die men denkt te stimuleren met brede,
diepe kanalen en grijze, keiharde betonwegen, die
overal in en tussendoor dringen.
En hoe zal het zijn, wanneer zelfs hogere autoriteiten
deze nuchtere, zakelijke zin gaan plaatsen, niet naast,
noch tegenover,, maar boven de gevoelswaarde gelijk
die in z'n aesthetische, etische of wetenschappelijke
schakeringen een voedingsbodem vindt in „der vaderen
erf", dat zo moeizaam en met zorg werd opgebouwd
tot een harmonisch geheel, dat wij op tal van plaatsen
reeds node missen.
Het oude veenkoloniale type zal, indien Gedeputeerde
Staten van Friesland thans de goedkeuring hechten
aan deze afwijking van het (eens goedgekeurde) oor
spronkelijke uitbreidingsplan, met één slag vernietigd
zijn. En als vele andere wouddorpjes uit onze provincie
zal ook Rottevalle met scheef op de richting van de
weg geplaatste oude geveltjes, waarin dan modern
stadse raamopeningen, gapen naar een haastig snel
verkeer, dat „voordelen" en gevaren brengt. En de
dorpsindustrie in een uitsluitend agrarisch milieu boekt
als op meer plaatsen weer een nieuwe overwinning op
de behoudzucht van de beschermers van het landschap.
Heemschut zal gebaat zijn bij een beter inzicht ten
plattelande. Niet alleen bij de bevolking (waar men dit
inzicht moeilijk kan \erwachten), maar in het bijzon
der bij hen, die geroepen zijn nieuwe plannen te maken
en de hand te houden aan die welke werden opgesteld.
VERBETERING.
Men gelieve de onderschriften der foto's bij het artikel
„De restauratie van een vestingmonument" in deze
jaargang op blz. 4 onderaan als volgt te lezen:
„Plattegrond van het mijnstelsel behorende tot het in
1775 aanbestede binnenste gedeelte der Fronten", en
op dezelfde blz. rechts onderaan: „Plattegrond van
het nog bestaande gedeelte der Fronten". Op blz. 5
onderaan links: „Plattegrond van het mijnstelsel be
horende tot het in 1773 aanbestede buitenste gedeelte
der Fronten".