MOL EN BESCHERM ING
DOOR DE GEMEENTEN
Zo hebben de Russen inderdaad grote complexen van
windmotoren in de Oekraine, voorzover deze niet
door de inderjtijd terugtrekkende Duitsters zijn ver
nield. Het is bekend dat de studie van de windmolen-
aerodynamica in Rusland een hoge vlucht heeft ge
nomen, (Syur), terwijl ook de Denen en de Duitsers
op dit gebied hebben gepubliceerd.
De vereniging „De Hollandsche Molen" heeft in
zeer vele gevallen financiële steun verleend bij de her
stelling van windmolens en staat bovendien altijd
klaar met deskundige technische en juridische advie
zen, die door de belanghebbenden ten hoogste worden
gewaardeerd. Ter stimulering van het goede werk
reikt zij certificaten uit aan diegenen die zich op het
gebied van de molenbescherming bijzonder verdienste
lijk hebben gemaakt. Een dergelijke onderscheiding
wordt door de bezitters op hoge prijs gesteld.
De vereniging heeft voorts nog veel bekendheid
verworven doordat zij enige zeer fraaie molens, welke
dreigden onder slopershanden te vallen, heeft aange
kocht met steun en medewerking van vele molen
vrienden in den lande en zodoende gered. Het onder
houd van deze molens betekent voor de vereniging
echter telkenjare een vrij grote financiële last.
Zoals bekend mag worden verondersteld verleent het
Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschapp|n
in de laatste jaren vrij aanzienlijke subsidies in de
kosten van restauraties van molens. Voor ieder geval
afzonderlijk roept zij het advies in van de vereniging,
die haar rapporten met genoegen verstrekt. Voor het
samenstellen van deze rapporten heeft zij onlangs een
technicus in dienst genomen, die van iedere restauratie
als het ware een afzonderlijke studie maakt en zeer
nuttig werk verricht.
Overigens wordt de activiteit van de vereniging enigs
zins belemmerd door het gebrek aan voldoende finan
ciële middelen.
Met vrij grote zekerheid kunnen wij zeggen dat indien
vóór 25 jaren de vereniging „De Hollandsche Molen"
niet zou zijn opgericht, thans in ons land nog slechts
sporadisch windmolens te vinden zouden zijn. Het is
de grote verdienste geweest van „De Hollandsche
Molen", dat zij ons volk heeft leren inzien welke cul
turele waarden er bij de molenbescherming op het
spel staan en heeft gewezen op het onheil dat daar
geschiedde. Onheil, dat zeker nog niet volkomen is
afgewend, doch dat thans wordt onderkend en zo
doeltreffend mogelijk bestreden.
Moge het de vereniging gegeven zijn met volle energie
door te blijven strijden voor het behoud van onze
windmolens tot aan het ogenblik dat het voor een
ieder een vanzelfsprekendheid zal zijn dat deze natio
nale monumenten worden onderhouden, ontzien en
gerespecteerd
K. BOONENBURG
In het algemeen stelde men zich tot voor korte tijd bij
de bescherming van onze molens op het standpunt, dat
het slechts verantwoord' is om voor het 'behoud van
een windmolen te ijveren, wanneer de molen in
kwestie nog in staat is om als nuttig maalwerktuig te
worden gebruikt of in zodanige staat gebracht kan
worden. De Vereniging „De Hollandsche Molen" te
Amsterdam verleent bijvoorbeeld haar steun bij
molenherstel slechts dan wanneer de molen econo
misch nog bestaansrecht heeft.
De bestaansmogelijkheid van een windmolen wordt
ondermijnd door uiteenlopende oorzaken.
Somtijds is het verval van een molen zo ver voortge
schreden, dat hij slechts met zeer hoge kosten weer
zou kunnen worden hersteld en het dientengevolge
voor de eigenaar voordeliger is, zich een motor aan te
schaffen. In andere gevallen oefenen omringende
machinaal werkende maalbedrijven een zodanige con
currentie uit, dat het voor de molenaar, wil hij de con
currentie volhouden, wel het eenvoudigst wordt om op
dezelfde wijze te gaan produceren. Hier komt nog bij
dat het beleid van de Overheid zodanig is, dat de
grote meelbedrijven wel vaak worden bevoordeeld
boven de blijkbaar ouderwets geachte windmolens, die
in sommige gevallen nauwelijks voldoende maaltoe-
wijzingen krijgen om in- stand te blijven. Tenslotte is
er het geval van de molenaar, die, geleid door een
enigszins misplaatst modernisme, het windmolenaars-
vak er aan wil geven.
In de bovengenoemde gevallen is het behoud van de
windmolen allesbehalve gemakkelijk. De benaming
„dode molen", welke gebruikelijk is voor alle molens
die niet meer als maalbedrijf worden gebruikt, duidt
hier al op.
De windmolens, welke voorkomen op de Voorlopige
Lijst van Monumenten van Geschiedenis en Kunst in
Nederland, vormen in vergelijking met hun minder
gelukkige broeders, die niet op die lijst voorkomen,
een gunstige uitzondering, daar deze molens uit
hoofde hiervan al dadelijk onder de zorgen vallen van
de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg, die in
deze restauratiegevallen de taak, welke in de overige
windmolenvraagstukken door de Vereniging „De
Hollandse Molen" wordt waargenomen, overneemt.
Deze commissie dient in dat geval de Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van voorlich
ting, die op zijn beurt tot het verlenen van een sub
sidie in de kosten van herstel kan besluiten.
Ons molenbezit is in de afgelopen jaren, niet het minst
ten gevolge van de oorlogshandelingen, weer in aan-
25