'w A f1";j£ C;U>: DU MOULIN, li. 1 '1 I i' fl l I] (4iu"Ul/StóUliiiu1 »i Luitenant Generaal van de Infanterie, Directeur Generaal der Fortificatiën van de Vereenigdo Nederlanden Overleden den 21 Maart tyCf ti_ Xu„, Li. ullt a luik11 ld 's Lands Fortificatiën. Naar hem werd dit gedeelte van de vestinggordel de „Dumoulinse Fronten" ge noemd. 2) Groot vereerder van Menno, baron van Coeboorn (1641-1704) paste Dumoulin hier te Maastricht een nieuw vestingstelsel toe, dat reeds in Coehoorn's zg. „2e manier van vestingbouw" was neergelegd en een overgang doet zien van het gebastionneerde naar het geienailleerde systeem. Dit wordt als 't ware gedemon streerd in de gebogen fianken der genoemde-bastions, waarvan dè koorden nagenoeg in het- verlengde der bijbehorende facen vallen, 3) en in het ontbreken van courtines tussen de bastions Stadhouder, Erfprins en Holstein welke .één doorgaande wal vormen vóór de destijds meer achterwaarts gelegen werken, waarvan alleen nog het bastion Saxen bestaat. De naar Dumoulin genoemde couvreface, welke de facen van het bastion Stadhouder moest dekken, is ook op Coehoorn's „Nieuwe vestingbouw" van 1685 ge- inspireerd, evenals de rechthoekige lunetten van de contrescarp. Een belangrijk onderdeel van Dumoulin's Hoge Front vormt „het onderaardse" (de sous-terrains) nl. het kunstige samenstel van mijngangen, dat nog in de laatste oorlog door de Maastrichtse luchtbeschermings dienst voor schuilkelders is gebruikt. Deze gangen, gallerijen en kapellen strekken zich nog verder in Zuidelijke richting onder de bestaande bebouwing uit, zijn van electrische verlichting voorzien en een be zienswaardigheid op zichzelf. Het is vooral Dumoulin geweest, die deze onderaardse werken, welke al meer dan een eeuw bestonden, door zijn mineurs in metsel werk heeft laten brengen en zowel in horizontale als Verticale vorm heeft verbeterd op grond van zijn stu diën van dergelijke werken in het buitenland, vooral in Frankrijk. De restauratie van „de Fronten" is in Januari 1946 aangevat, nadat de Minister van O.K. en W. daarvoor het nodige subsidie had toegezegd en in overleg met de Rijksgebouwendienst een regeling had vastgesteld. Onder toezicht van laatstgenoemde Dienst en van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg wordt door de Dienst van Stadsontwikkeling der Gemeente Maas tricht met arbeiders van de D.U.W. het werk uitge voerd, terwijl de Stichting Menno van Coehoorn daarbij de nodige adviezen geeft. In 1946 is voornamelijk het grondwerk van het bastion Holstein mèt omgeving hersteld, en wanneer hét aan tal te werk gestelden enigermate kan worden opge voerd, hoopt men nog in 1947 dat van Saxen, Erfprins, Stadhouder en Dumoulin gereed te krijgen. Vervolgens zal een begin worden gemaakt met de veelomvattende n Plattegrond van hét nóg bestaande gedeelte van de in 1775 aanbestede aard werken Plattegrond van het nog bestaande gedeelte van het in 1773 aanbestede .bin nenste gedeelte" der fronten met hét mijnslelsel

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2023 | 1948 | | pagina 6