SCHEPEN DIE VERDWIJNEN. DE LEVENDE NATUUR. P. f. V. M. Sopers. Bewerkt door H. C. A. van Kampen, Uitgave P. N. van Kampen Zn. N.F. Het is een verheugend verschijnsel, dat alom belang stelling voor historie, folklore en volkskunst groeien. In dit verband hebben de uitgevers P. N. van Kampen Zn. gemeend de publicaties van wijlen de Heer P. J. V. M. Sopers, over verdwijnende scheepstypes, in boekvorm te moeten verzamelen en uitgeven. Het boek heeft niet de pretentie een volledige beschrij ving van de verdwijnende Nederlandse schepen te geven; het werk van de Heer Sopers was hiertoe bij zijn dood nog lang niet gereed. Het vraagt de aandacht voor de vele schepen, voor beelden van oud-Hollandse scheepsbouw die het, door de voortschrijdende techniek verhoogde, tempo niet kunnen bijhouden en tot ondergang gedoemd zijn. Er zijn in Nederland slechts weinigen, die zich bekom meren om deze oude schepen. De verenigingen en instellingen, die zich bewegen op het gebied van de bescherming van historische en cultuurhistorische waarden, beperken zich veelal tot het beschermen van molens, oude gebouwen, landschaps- en natuurschoon. Het is ook veel moeilijker een schip te conserveren dan een fraaie gevel of een molen. Een schip behoort te varen; het water is het enige element waarin het ten volle tot zijn recht komt. Natuurlijk bestaat de moge lijkheid om schepen of delen daarvan in musea onder te brengen; we denken daarbij aan het voorbeeld van het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem, maar toch is ook dit niet de beste oplossing, al zal het vaak de enige mogelijkheid zijn. Weinig bleef er over van de vele schepen, die eertijds onze rivieren bevoeren. De tegenwoordige tijd met zijn eisen van efficiency laat weinig gelegenheid over voor oude schoonheid. Wel kunnen wij mede met de schrijver van het boek constateren, dat ook onze binnenschepen van thans zich in bouw veelal gunstig onderscheiden van de buitenlandse producten. Dit bewijst dat de mogelijk heid om een fraai schip te bouwen nog wel degelijk bestaat; mogen de reders inzien, dat een behoorlijk uitziend schip een propaganda voor de rederij is. Na een algemeen overzicht van de bouw van schepen gegeven te heb'ben, gaat de schrijver over tot de be handeling der verschillende oude Nederlandse scheeps- typen, om te'nslotte een korte beschouwing te geven over de schepen naar Duits model en enige Zwitserse schepen. Het boek is voorzien van vele duidelijke tekeningen en foto's en is goed gedocumenteerd. Gedrukt op mooi papier en gebonden in fraai linnen band is het een rijk bezit voor ieder, die zich interes seert voor de oud-Hollandse scheepsbouw. In dit verband moge ook gewezen worden op het in de Heemschutserie verschenen deeltje nr. 41 „Onze binnenschepen" door G. C. E. Crone. B. S. Dr Jac. P. Thijsse. Uitgave Ploegsma, Amsterdam. Als iemand de natuur op een zeer bijzondere manier heeft doen leven voor het Nederlandse volk dan is het wel Dr Jac. P. Thijsse. Hij was een begenadigd schrij ver, omdat hij zo gewoontjes vertellend over de ge wone dingen van het veld zoals een bij of een boter bloem, een beek of een bergeend, ons allen wist te boeien, of wij nu vakman of argeloze leek waren. Zijn geschriften waren als hijzelf, eenvoudig, zijn warme menselijkheid en humor spraken recht van hart tot hart. Het was in 1947 vijftig jaren geleden, dat hij tezamen met E. Heimans en J. Jaspers Jr. het tijd schrift „De Levende Natuur" stichtte. Hij was er het hart en de ziel van tot het ogenblik, waarop, in de hongerwinter, de '49e jaargang halverwege gestaakt moest worden. De betekenis van Thijsse voor de liefde, kennis en bescherming der natuur is van onschatbare waarde voor ons volk. Daarom acht ik het zo'n waardige hul de, die de uitgeverij Ploegsma aan de nagedachtenis van Thijsse brengt, nu zij de uitgave van een even kostelijk gekozen als uitgevoerde bundel artikelen uit vijftig jaren onder de naam „De Levende Natuur", tot stand heeft gebracht. Dit is voortreffelijk heem schutwerk, dat daarom een plaats in het volle zon licht der publieke aandacht verdient. Dr Thijsse zelf heeft de uitgave met geestdrift aangevat, maar helaas, niet meer mogen beleven. Dr L. Tinbergen voltooide, wat Thijsse niet meer volbrengen kon. Voortreffelijke foto's en fraaie, duidelijke tekeningen illustreren deze begeerlijke bloemlezing. T. K. Van de uitgeverij Allert de Lange ontvingen wij het fraaie uitgevoerde plaatwerk Amsterdam68 fotogra fische impressies van Dick de Herder, met een inlei den woord van A. Morrien. In de Engelse vertaling is deze uitgave bij uitstek geschikt om ten geschenke te geven aan vrienden in het buitenland. De Ned. Jeugdherbergcentrale deed ons de Trekkers almanak 1948 toekomen. De folkloristische schetsen willen de jeugd wijzen op de vele oude gebruiken, die nog in ons land leven, zij werden geschreven door Jacques R. W. Sinninghe. De illustraties zijn van Jan Goeting. TENTOONSTELLINGEN. Het Utrechts Monumentenfonds organiseert dit voor jaar een tentoonstelling welke gewijd zal worden aan de Oudegracht te Utrecht. Aan de tentoonstelling is een fotowedstrijd verbonden. 15

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2023 | 1948 | | pagina 17